preek B 23e zondag | <– Date –> <– Thread –> |
From: paul ghyssaert (p.ghyssaert![]() |
|
Date: Tue, 1 Sep 2009 06:13:11 -0700 (PDT) |
23e zondag door het jaar (B) ? 7
september 09 Wat wil de evangelielezing van vandaag ons
zeggen? Een tweetal gedachten. 1. Men bracht een doofstomme bij Jezus. Dus een
mens die niets hoort en niets zegt. Iemand die volkomen eenzaam is, helemaal
geïsoleerd en nagenoeg geen contact heeft met mensen. In een juistere vertaling staat er: ?Ze
brachten Jezus een dove, die ?moeilijk? of ?zwaar? sprak.? Onder ?moeilijk? of
?zwaar? wordt verstaan: een pessimistische verwachting van de toekomst. Dit
pessimisme zit vaak verborgen in kleine, onopvallende en onschuldige woorden,
zoals bijv. het woordje ?nog?. Blijven de medische kosten in de toekomst nog
betaalbaar? Hoe groot zal mijn pensioen nog zijn binnen
tien jaar? En wat zal ik er nog voor kunnen
kopen? Zijn mijn spaarcenten nog wel
veilig? En zal er morgen, na herstructurering of
faillissement, voor mij nog werk zijn? Voor mensen die voortdurend met dit soort
vragen leven is het dan ook begrijpelijk dat ze eerst aan zichzelf denken. Maar
vaak kan dit gaan ten koste van belangeloze inzet. Hiermee wil ik enkel maar aantonen dat
?doofstom? zijn, ook ik ons kan zitten. We kunnen zodanig bezig zijn met
onszelf, dat we doof worden voor het verhaal van medemensen, voor de klacht van
anderen of voor hun noodoproep. 2. Mensen brengen de dove man bij Jezus met de
vraag hemde handen op te leggen. De dove man heeft het geluk dat er mensen zijn
die voor hem willen spreken. Zijn spraak hindert hem om Jezus zijn persoonlijk
verlangen naar genezing voor te leggen. Wat een geluk dat de dove man mensen
heeft die voor hem het goede woord spreken en vragen hem de handen op te leggen.
Uit hun vraag spreekt immers vertrouwen in Jezus. Jezus gaat echter niet in op hun vraag. Dat
contact van handen opleggen is hem te weinig. Hij wil binnenkomen bij die mens.
Hij steekt zijn vingers in zijn oren. Hij raakt zijn tong aan. Dichterbij kan
niet meer. Hij wil zeggen: Hoor je mij? Ik ben er voor jou. Ga maar open voor
mij. Ik ben voor jou niet bedreigend. Ik zeg geen harde dingen tegen jou. Ik
maak geen misbruik van je vertrouwen. Zeg maar wat je zo bang
maakt. Jezus doet dat niet in de kring waar Jan en
Alleman bij is. Hij neemt die mens apart. Het hoeft niet uitgebazuind te worden.
Het gaat er hem alleen om een gesloten mens te helpen. En wat blijkt nu? Als deze mens aangeraakt
wordt, in contact komt met iemand die hartelijk is, een warme belangstelling
toont, is zijn doofheid weg en komt zijn tong los. Honderden kinderen en jongeren gaan terug naar
school. Hebben we ook oog en oor voor wat in hen leeft? Hebben we bemoedigende
woorden voor hen? Er wordt wel eens gezegd dat oma?s en opa?s daarin kampioenen
zijn. Het woord van de Heer: ?Effeta ? Ga open?, vertalen ze op hun eigen
manier. Ze hebben oog en oor voor wat bij hun kleinkinderen leeft. Met een grote
openheid leven ze de pijn en de vreugde, de hoop en het verdriet van hun
kleinkinderen mee. Als wij nu eens wat meer oog en oor zouden doen
voor alle mensen die we ontmoeten, dan is er een stukje hemel op aarde te
beleven. Tot slot: Het klinkt wel wat vreemd dat Jezus vraagt aan die man en aan de omstanders om te zwijgen. Waarom toch? Misschien bedoelt de evangelist eerst eens te luisteren naar Jezus zelf. Zijn woord ?Effeta ? Ga open? is voor ieder van ons bedoeld. Sluit je niet op, maar leef ? ten volle ? met een luisterend oor naar wat bij je medemensen leeft.
|
Attachment:
B 23 preek Ghyssaert 09.doc
Description: MS-Word document
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.