vijfentwintigste zondag door het jaar B | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Thu, 10 Sep 2009 11:35:35 -0700 (PDT) |
?Waar hebben jullie onderweg over getwist?? (Mc
9,33)
Een man liep dag en nacht over de straten en markten van
de wereld. Hij protesteerde tegen
onrecht en geweld, tegen leugens, onverschilligheid en cynisme. De mensen luisterden halvelings naar
hem. Op de duur negeerden ze hem
gewoonweg. De onrechtplegers deden
hun werk verder. De wijzen hielden
hun mond alsof er geen rechtvaardige in hun midden was.
Een kind had medelijden met die man. Het vroeg op een dag aan de
protesterende man: ?Arme, lieve man, u roept en protesteert, maar je ziet
toch dat dit alles niets uithaalt?? ?En of ik het zie?, zei de
rechtvaardige. ?Maar waarom gaat
u er dan mee door?? ?Dat zal
ik jou eens vertellen?, antwoordde de man. ?Kijk, in het begin dacht ik dat ik
de mensen kon veranderen. Nu weet
ik dat dit niet zo simpel is. Maar
ik blijf geduldig roepen en demonstreren, om te voorkomen dat de mensen mij
zouden veranderen? (Elie Wiesel).
Dit verhaal is te zwak om weer te geven hoe Jezus zich
voelde. De evangelisten houden zich
niet bezig met een psychologie van Jezus.
En toch, hoe voelde Jezus zich in een midden dat hem zo weinig
begreep?
Drie keer na elkaar spreekt hij over zijn lijden en stelt
de opstanding in het vooruitzicht.
Hij gaat op naar Jeruzalem.
Maar wat vatten zijn leerlingen ervan?
De eerste keer, wanneer hij er over spreekt, wil Petrus
hem daarvan weerhouden. Bij de
tweede lijdensvoorspelling meldt Marcus dat de leerlingen bekommerd waren met
het organogram en hun plaats in de toekomst. Na de derde lijdensvoorspelling plaatst
Marcus de opdringerige vraag van Johannes en Jacobus om dicht bij hem te mogen
zitten.
Jezus corrigeert hun opvatting. Met een woord en een voorbeeld. Hij buigt hun wensen om. Bij hem is er geen kwestie van
ereplaatsen en van heerschappij, maar van dienst.
Telkenmale heeft Jezus wellicht het hoofd geschud om het
onbegrip van zij, die met hem optrokken.
Hij wijst elke keer op de omgekeerde wereld, waar hij voorstander van
is. In die wereld staat het dienen
voorop. Het woord ?dienen? is niet
?in? en waarvoor het staat nog minder.
Maar wie houdt de wereld recht en gaande? Zijn het niet de duizenden kleinen, die
van niet van tel zijn, maar op post blijven en trouw hun taken opnemen? Wie dient, kan ras voorwerp worden van
misbruik. Wie dient, zou mogen
rekenen op respect. Wie dient, kan
ook macht uitoefenen op degene die op zijn/haar diensten beroep doet. Openbare diensten hebben niet altijd een
goede naam.
?Dienaar der
dienaren.? Een schone
omschrijving voor de taak van de bisschop van Rome. Paus Gregorius I heeft ze voor het eerst
aangewend. Hij was monnik geweest
en wou dit blijven. ?Hij was ten
diepste getroffen door de nederigheid van God, die in Christus onze dienaar is
geworden, die onze vuile voeten heeft gewassen. Hij
was daarom overtuigd dat een bisschop deze nederigheid van God moet opvolgen en
zo Christus volgen?
(Paus Benedictus over Gregorius de Grote, 4 juni
2008).
?Ik ben van uwe Hoogwaardigheid de toegewijde
dienaar?; ?Je suis de Votre Excellence le dévoué serviteur.? Een Leuvense hoogleraar kreeg ?illo
tempore? van zijn bisschop een brief ondertekend met de Latijnse formule
?humillimus famulus tuus?, ?uw allernederigste dienaar?. Edouard Tobac, de Leuvense hoogleraar
over wie het gaat, zei die middag: ?Tiens, j?ai reçu une lettre de mon
domestique.? ?Ik kreeg deze
ochtend een brief van mijn knecht.?
De Monseigneur was wellicht niet gediend met die boutade, als ze hem te
ore kwam.
Deze anekdote vraagt hoe het met de dienende kerk is
gesteld. Hans Küng met zijn
scherpe vragen vuurt er een aantal af als het hierover gaat (H. Küng, De
Kerk).
Om bij deze vraag over het dienen niet op anderen te
schieten, maar mezelf te bevragen stelt Jezus mij een kind voor ogen. Het is een aanschouwelijk element, dat
me bevraagt hoe ik dien. Wat maakt
een kind zo bijzonder? Dat het kan
opgaan in het nu en dat het anderzijds kijkt naar de toekomst. Het doet niet alsof alles van hem
afhangt en alsof het alles bezit.
Een kind is ontvankelijk.
Kijkend met het oog van een kind en open staand met zijn hart, zal ik
uitzien naar het koninkrijk.
We moeten nog zoeken wat Jezus juist bedoelt. Bedoelt hij dat wij het koninkrijk
moeten aannemen zoals een kind het onthaalt? Of zegt Jezus dat wie het koninkrijk
niet aanneemt zoals men een kind onthaalt, dat deze het koninkrijk niet binnen
komt. Een kind onthalen is
binnentreden in zijn wereld. Het
vraagt dat wij ons bukken, dat wij hun logica trachten te verstaan.
Doorheen dit kind ziet Jezus meer en verder. Het kind staat voor de kleine en geringe
en voor de houding van de volgelingen van Jezus ten overstaan van hen. Een kind opnemen in zijn naam houdt in
dat Jezus zich met kinderen, kleine en geringe identificeert. Meer nog, God zelf staat er achter en
wordt op die manier onthaald.
Antoine Rubbens
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.