tweeëndertigste zondag door het jaar B | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Fri, 30 Oct 2009 12:07:33 -0700 (PDT) |
Zij heeft alles gegeven (Mc. 12,43)
Hoe lang heeft Jezus er gezeten? Tegenover welke kist zat hij, de
schatkamer of de offerkist? Vanuit
welke hoek sloeg hij het tempelgebeuren gade?
Op een drukke plaats is er allerlei te zien. Onthaaldiensten in kerken kunnen veel
vertellen. Ze zien mensen in en
uitgaan: een vrouw om een kaarsje aan te steken, enkele centen voor de offerblok
van Sint-Antonius, een kus op de voet van de Christus op de koude steen. Gelovigen komen binnen voor een
viering. Bezoekers nemen een tekst
mee. Enkele vragen een woordje
uitleg en zoeken een gesprek.
Jezus ging naar de tempel en keek toe. Hij was voordien van leer getrokken
tegen de schriftgeleerden. De
gespannen verhouding met hen in Jeruzalem blijft duren. Jezus heeft kritiek op de tralala van de
vooraanstaanden en op hun hebberigheid.
Hij weet hoe ze weduwen benadelen.
Terwijl zij de weduwen veronachtzamen, vestigt Jezus de aandacht op een
arme weduwe. Hij is begaan met de
tegenstelling tussen rijken, die hebben en armen, die over weinig of niets
beschikken. De alleenstaande en
arme weduwe is twee keer in de miserie.
Juist een arme vrouw die met haar kleine gift zoveel
schenkt, krijgt de aandacht van Jezus.
Marcus gebruikt dit voorval als belering voor de leerlingen van
Jezus. Jezus riep zijn leerlingen
en gaf zijn commentaar. Jezus heeft
bedenkingen bij de tempel. De
tempel vraagt veel van mensen langs de tempelbelasting. Jezus kent de mistoestanden die er
zijn. Zo onttrokken mensen zich aan
hun verplichtingen tegenover de ouders door wat voor hen bestemd was als
?korban?, als ?offergave? te verklaren (Mc. 7,12).
De arme weduwe ?wordt een spiegelbeeld voor de
christen gemeenschap. De stellige
toon (?voorwaar ik zeg u) leidt bij Marcus doorgaans een zin in die direct naar
de actualiteit van de gemeenschap verwijst; Jezus heeft zich in deze vrouw
herkend. Zij gaf ?alles wat ze
bezat, alles waar ze van leven moest? ? juist zoals Hij nu de Tempel verlaat en
zijn leven zal geven als losprijs voor velen (10,45;14,22-24). De voortreffelijkheid van het gebaar van
de weduwe ontspringt aan de absoluutheid van haar gave; met eenzelfde
absoluutheid zal de Zoon in het passieverhaal, dat op het punt staat te
beginnen, zichzelf wegschenken (14,36-37).
Een andere, nieuwe cultus krijgt vorm: het offer van de ?veelgeliefde
zoon? (12,5-7) gaat zich voltrekken, het onvoorwaardelijke geloof (11, 22-25),
(p. 135) de liefde die God dierbaarder is dan alle brandoffers (12,23-34) en de
gehoorzaamheid tot in de dood (14,36; 15,37-39) krijgen in deze vrouw een eerste
onvergetelijke voorafbeelding? (B. Standaert, Geweld en Genade, p.
136-137). In zijn boek Geweld en
Genade wijdt B. Standaert een hoofdstuk aan de vrouw in het evangelie van
Marcus. De arme weduwe met twee
penningen komt er aan het woord.
?Jezus zit daar, omringd door zijn leerlingen. De vrouw gaat voorbij. Jezus roept haar niet terug, richt tot
haar niet eens het woord, laat haar voorbijgaan. Maar tot de leerlingen zegt Hij: ?Die
arme weduwe heeft het meest van allen geofferd! Allen wierpen er iets in van hun
overvloed. Zij offerde van haar
armoe al wat ze bezat, alles waar ze van leven moest.? Met dit woord staan we op de drempel van
het Passieverhaal. ?Zijn leven geven?, dit is nog slechts het enige wat
Jezus zelf ten opzichte van de Tempel, de overheid en het volk te doen
staat. Jezus herkent zich in haar,
spreekt over zichzelf in haar en over haar in zichzelf. Iets afgrondelijks gaat hier open. De vrouw wordt niet beloond, krijgt geen
troost, geen compensatie, geen laatste bemoediging. Ze gaat voorbij en niemand hoort noch
ziet nog iets van haar? Heeft ze
het overleefd, is er iets of iemand die haar verhaal anders dan door die
absolute armoede heeft verzegeld?
Sommigen zijn geroepen tot in uiterste eenzaamheid alles aan God alleen
uit handen te geven ? geen mens die er iets van weet, geen verteller die zo?n
vrijheid weer binnen kan halen, geen woorden om deze ervaring enigszins
gemeenzaam te maken. Jezus en de
weduwe weerspiegelen elkaar van verre.
Aan de leerlingen houdt Jezus de arme vrouw voor als een laatste icoon
voor wat ?liefde? kan zijn, echte Tempelcultus, en naar waarheid ?aan
God geven wat God toekomt? (12,17.29-33). (B. Standaert, Geweld en
genade, p. 141).
Wat leren we zelf van de
houding van de weduwe? Welk begrip
krijgen ze binnen onze gemeenschappen?
Weduwen zijn vaak present in het vrijwilligerswerk. Het
verlies van een geliefde partner laat kwetsuren na die levenslang duren. De maatschappij is niet voor een lange
rouw. Maar bij kinderen, weduwen en
weduwnaars werkt dit verlies lang na.
ConTempo
is een netwerk voor wie zijn partner verloor door overlijden. (Potterierei
72, 8000 Brugge) en organiseert sessies,
opvang en begeleiding van weduwen en weduwnaars.
De
weduwe op het tempelplein stelt ons de vraag naar welke offerblok onze aandacht
en onze gaven gaan. Aan welke werken besteden
wij geld? Wat werpen we in de
offerblok? Met welke
gezindheid? Voor welke
solidariteitsacties doen wij een overschrijving? Wat mag het ons kosten? Welke zorg hebben we voor de armen bij
ons. We hebben de oktobermaand
achter ons. Wat besteden we aan
Missio? Weldra is het
Welzijnszorg, hoe dragen wij bij om armoede in onze buurt te bestrijden
en te voorkomen?
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.