drieëndertigste zondag door het jaar B | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Thu, 5 Nov 2009 09:44:56 -0800 (PST) |
Bottende twijgen (Mc. 13,28)
Jezus houdt in het evangelie van Marcus geen lange
toespraken. De enige lange
toespraak is deze over de eindtijd in hoofdstuk 13 en is een antwoord op een
vraag van vier leerlingen, die als eerste door Jezus waren geroepen (Mc.
1,16-20). Hun vraag is er een die
wij ook stellen. Wat gaat er
gebeuren met onze gebouwen? Zullen
onze kathedralen overeind blijven?
Zullen ze de tijden trotseren?
Het terrorisme met zijn aanslag op mensen en dingen, de oorlogen in het
Nabije Oosten, de bouwwoede van promotors zijn daarop een hedendaags
antwoord. Dingen waar we hoog mee
oplopen, kunnen vernietigd worden.
Ze zullen verdwijnen, nadat wij zelf voordien al zullen zijn
heengegaan.
Het is, allengs, een onomstotelijk
weten
Dat gij vernieuwd zult wezen en
herschapen,
Wanneer men van u schrijven zal:
?ontslapen?;
Wanneer uw naam op aarde is vergeten.(Ida
Gerhardt)
Achter dit alles steekt een dieperliggende vraag naar de
zin van de geschiedenis. Waar loopt
het op uit? Jezus ziet een reeks
beproevingen aankomen. Wanneer
Marcus zijn evangelie schrijft, zat zijn gemeente er wellicht volop in. De Joodse oorlogen, de verwoestingen van
de stad Jeruzalem. Maar de horizon
van Jezus is ruimer. Hij wijst op
de dag van de Heer. ?God heeft
het eerste en het laatste woord.
Hij staat aan het begin en hij komt aan het einde. Zijn woord is van het zijnde oorsprong,
doel en zin? (ZJ 541).
Alles wordt door elkaar geschud, de kosmos beeft. De orde van het begin, waar zon, maan en
sterren hun vaste plaats hadden, verdwijnt. Het is het einde van de
geschiedenis. De Mensenzoon komt
naar de mensen. Hij verzamelt
vanuit de vier windstreken. Hij
heeft een universele macht. Dat is
het meest beslissende in deze toespraak, die het hoogtepunt van het einddrama
aankondigt. De komende Mensenzoon
is Jezus.
?Het zal niet blijven duren?, zei een van mijn
tantes, vijftig jaar geleden. Ze
was verrast door de expansie na de tweede wereldoorlog. De economische groei is niet rechtlijnig
verlopen, zeker niet na de crisissen van 2007 en daaropvolgende jaren. De wereld is niet in elkaar
gestuikt. Maar veel heeft
ondertussen opgehouden te bestaan.
Tante leeft niet meer. Haar
bedrijf is opgeheven. Veel is
gewijzigd. Maar de wereld gaat nog
wel een tijdje mee.
Jezus laat geen speculaties
toe over dag en uur. God alleen
kent die dag en dat uur. Als de
Mensenzoon het niet weet, hoe zouden wij het weten! Maar, wij moeten waakzaam zijn. Dit beklemtoont. Marcus ten
zeerste. Het lieflijke beeld van de
bottende vijgenboom verzekert ons dat de Mensenzoon komen zal. Wij
mogen geen tijd verliezen met te speculeren over het tijdstip en de wijze van
het einde. De gemeente die Marcus
op het oog had was wellicht onrustig over de toekomst. Of zij dreigde in te slapen en was lauw
aan het worden. Daarom roept hij op
tot waakzaamheid. Hij verzekert
zijn lezers dat de woorden van Jezus blijvend actueel zijn. Zij behoren tot ?de dingen die niet
overgaan.?
De liturgie neemt op de voorlaatste zondag van het
leesjaar B afscheid van Marcus. Wij
danken de evangelist omdat hij ons opgeroepen heeft volgeling van Jezus te
worden. Hij heeft gevraagd stand te
houden tot onder het kruis. Zondag
na zondag leerden we Marcus iets beter kennen. Juister gezegd: hij heeft de gelovige
gemeenschap zondag na zondag dichter bij Jezus gebracht. Zelf heb ik veel gehad aan commentaren
op zijn evangelie. Ik heb vaak deze
van Benoît Standaert ter hand genomen.
Wellicht zorgt hij na zijn recent verblijf in Israël voor een nieuwe
publicatie. Ik heb inspiratie
gevonden bij de Marcuscode, een boek van G. Van Oyen. Dicht bij mij lag de commentaar van de
Duitse exegeet Johannes Gnilka.
Deze commentaar is dertig jaar oud en blijft de prediking voeden. Op het einde van zijn tweedelige
commentaar schrijft hij ongeveer het volgende. Marcus heeft de blik gericht op het
lijden en het kruis. Hij staat
daardoor helemaal in onze tijd, waar zoveel lijden en gespletenheid aanwezig
zijn. Marcus bracht veel
wonderdaden van Jezus omdat Jezus begaan was met de noden en het lijden van
mensen. Zo scherpt dit evangelie
onze houding aan om hulp te bieden in een wereld, waar vooruitgang en
verpaupering naast elkaar blijven bestaan.
Zijn evangelie getuigt van de aanwezigheid van de Verrezen Heer. Het eerrste evangelie zegt aan de
christenen dat zij, al voelen ze zich in deze wereld klein en gering, dat zij
geroepen zijn om Jezus te volgen.
Het is een blijde boodschap die als we er op in gaan veel van ons vraagt
(J. Gnilka II, p. 362). Marcus
voedt onze hoop zodat wij blijven getuigen dat de dood niet het einde is. Enzo. Bianchi, de prior van Bose,
beschouwt dit als onze voornaamste opdracht: ?Het is de enige echte taak die
wij christenen hebben tegenover alle mensen. We moeten tegenover hen getuigen,
allereerst met ons leven, dat de dood niet het laatste woord heeft. Vaak matten we ons af met het zoeken van
allerlei opdrachten en zendingen die Christus ons niet heeft toevertrouwd. Zo zijn we niet meer het zout der aarde
en het licht der wereld. Laten we
ons niet te snel de mooie omschrijving eigen maken van christenen als
?experten van humaniteit?.
Het ware beter om een begin te maken om te delen in de ?vreugden en
de hoop, het verdriet en de angsten van de mensen van deze tijd.? Laten we hen brengen ?in de arme en
?broze vaten? die we zijn ? de grote schat van de zalige hoop: het leven
is sterker dan de dood, de liefde is sterker dan de haat, Gods trouw haalt het
van menselijke ontrouw.?
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.