Afrikadag 2010
From: Bie Boon (bie.boontelenet.be)
Date: Wed, 30 Dec 2009 06:24:21 -0800 (PST)

FEEST VAN DE OPENBARING - Afrikadag 3 januari 2010

Bij deze eerste zondagsviering van dit nieuwe jaar wil ik jullie allemaal een zalig en gelukkig nieuwjaar toewensen. Ik wens jullie geen luchtkastelen, geen onvervulbare dromen, maar wel voldoende energie en sterkte om het leven zoals het is aan te kunnen; voldoende creativiteit en levensmoed om van dit jaar een zinvol en gelukkig jaar te maken; een enorme dosis solidariteit om niemand in de kou te laten staan; een vaste wil om aan de zachte waarden alle kansen te geven in deze wereld die toch niet zo zacht en mild is voor de mensen. Ik wens jullie ook gewoon gelukkig te mogen zijn, en sterkte en steun te mogen vinden in je geloof in de God van Jezus Christus en in de vriendschap van de mensen rondom ons.

Maar vandaag gaat de aandacht van onze Vlaamse geloofsgemeenschap naar Afrika. Over het hele land wordt gebeden en gespaard voor die landen waarmee wij nog altijd heel speciale banden hebben: Congo, Ruanda en Burundi. Dat men juist deze dag als Afrikadag kiest is goed te begrijpen. Op het feest van de Openbaring - want zo heet eigenlijk het Driekoningenfeest - op dat feest herdenken we immers dat God zich door Jezus Christus wil openbaren aan alle volkeren. En de volkstraditie heeft het altijd goed geweten. Immers men heeft altijd gedacht dat een van de wijzen uit het Oosten een zwarte was.

Om steun vragen voor de Afrikaanse kerk blijft een gewaagde onderneming. Congo heeft immers alles om een rijk land te worden. "Ze moeten nu toch in staat zijn de onschatbare rijkdommen van hun land te exploiteren," zeggen de mensen. Ze hebben immers toch al heel wat universitairen, technici, economen, ingenieurs die hun verantwoordelijkheid moeten opnemen. En toch ligt het hele economische en sociale leven tegen de grond. We zouden de neiging hebben te zeggen dat het hun eigen fout is. En ik geloof echt dat het de fout is van sommige profiteurs die aan het bewind zijn en allicht ook van anderen die er alle belang bij hebben dat die rijkdom naar elders gaat dan naar de eenvoudige mensen die er wonen.

Dat is ook zo voor Ruanda. Ik weet dat dit land over haast geen natuurlijke rijkdommen beschikt. Ze hebben alleen maar koffie en een beetje thee. En toch beschikt dit kleine land over een van de grootste legers in Afrika dat bijna een vierde van Congo bezet hield of houdt, terwijl er in het binnenland, buiten de steden, onzekerheid en terreur heerst. Ik las onlangs rapporten van confraters uit andere landen in Afrika. De mensen die daar werken in kerkverband of om medische hulp te verzekeren hebben het heel moeilijk. Ze zijn zelfs wel eens bang. Dat heeft ook iets te maken met groeiend banditisme.

Ik kan begrijpen dat de mensen het moe worden altijd te moeten geven en geen resultaten te zien. Heeft het nog zin zich het lot van de Afrikanen aan te trekken?

Wij weten allemaal dat we ook hier bij ons een crisis doormaken en dat er ook hier bij ons zware problemen zijn. Er zijn mensen die hun job verliezen omdat er allicht aan de top zware fouten begaan werden, of omdat de wereldconjunctuur zodanig evolueert dat er klappen vallen. En dat zijn drama?s. Vijftien procent van onze bevolking leeft onder de armoedegrens. Het kan toch niet dat men de slachtoffers van deze situaties zou afschrijven.

Wel in de derde wereld is dat de situatie. De miljoenen Congolezen, Banyarwanda en Barundi (dat zijn de bewoners van Ruanda en Burundi) zijn mensen in nood die moeten geholpen worden. Zij zijn slachtoffer van een slecht bestuur, van uitbuiting door profiteurs, van onverantwoordelijke mensen die niets geven om het welzijn van mensen. Van getuigenissen weten we hoe dapper gewone mensen in de dorpen en in de steden zich inzetten om te overleven. En bijna altijd zijn het mensen die zich inzetten vanuit de parochies, vanuit de Kerk.

De Kerk in Afrika staat er voor een geweldige uitdaging: werken aan verzoening. Wij zijn misschien sceptisch als we daarover horen spreken. Zij die echter ter plaatse werken houden er de moed in. De gelovigen weten maar al te goed dat de kerk er is voor de mensen. Zoals dat gebeurt in Latijns-Amerika ontstaat er een kerkgemeenschap die groeit vanuit de basis. We kunnen alleen maar bewondering hebben voor de creativiteit van de gewone mensen om te overleven en voor het dynamisme dat uitgaat van wat wij hier zouden noemen de parochieploegen. Voor enkele maanden had in Rome de Synode plaats van de Afrikaanse bisschoppen. Daar deden ze een dringende oproep tot christelijke politici om ermee op te houden mensen te exploiteren en zich te bekeren tot gerechtigheid en vrede. Ik heb zelden zulke realistische teksten gelezen die vanuit Rome de wereld werden ingestuurd.

Die mensen mogen we niet in de steek laten. Want de Afrikaanse kerk is een armenkerk geworden met arme middelen voor een grote zaak. We mogen ook niet vergeten dat het evangelie maar weinig te maken met onze westerse zin voor efficiëntie. We moeten niet alleen mensen rechtop helpen leven hier, rondom ons. We moeten mensen rechtop helpen leven daar waar de nood het grootst is. De boodschap van Jezus Christus is er een voor de armen. En als wij deze mensen in de steek laten dan komen we tekort aan een van de meest fundamentele plichten van onze kerkgemeenschap.

In het Matteüsevangelie staat, in het vijfentwintigste hoofdstuk de beschrijving van wat ons laatste oordeel zal zijn. We zullen geoordeeld worden op wat wij voor de kleinsten der mensen gedaan of niet gedaan hebben. Volgend weekend gaan de kinderen van onze parochie Sterzingen voor kinderen in de Derde Wereld. Zo leren we hen delen met de zwaksten in de wereld, dit jaar voor het werk van Francis Vannerum in Brazilië. Waarom zouden wij van onze overvloed niet delen met mensen in Congo, Ruanda en Burundi die opkomen voor de rechten van de mensen en die dat doen in naam van Jezus Christus en op reëel gevaar af er zelf aan ten onder te gaan. Als wij hen een beetje helpen, zal de kans groot zijn dat zij de armen niet zullen laten zakken, dat zij er het vuur in houden, dat ze verder recht-op zullen kunnen werken.

In Burundi groeten de mensen elkaar met de woorden: Amahoro neza, dit wil zeggen: heel veel vrede voor jou. Dat is het wat ik aan ieder van ons toewens voor 2010. Maar het is een wens die wereldwijd is en die reikt tot in het hart van Afrika. In naam van al deze mensen wens ik jullie: Amahoro neza. En ook: veel vrede aan onze parochie.

Bie Boon (Meise)

GRATIS animaties voor je e-mail - van IncrediMail! Klik hier!
  • (no other messages in thread)

Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.