doop van Jezus C | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sat, 2 Jan 2010 08:51:02 -0800 (PST) |
?Mijn Zoon, de welbeminde? (Lc. 3,
22)
Het feest van het doopsel van Jezus sluit de kersttijd af
en is de start voor de zondagen door het jaar. Lucas zegt nauwelijks hoe de doop verliep. Hij heeft meer aandacht voor het moment
daarna: het gebed van Jezus en zijn zalving door de Geest. De liturgie voegt er een tekst uit de
Handelingen aan toe, waarin de Geest over de Romeinse centurio Cornelius
komt. Zij neemt als eerste lezing
de prachtige tekst van Jesaja over Gods geliefde dienaar. Wat gebeurt er als God zijn Geest
schenkt?. Het geeft een zending
mee. Deze houdt in om op te komen
voor gerechtigheid en om te zorgen
voor het geknakte riet. Dat wij als
Gods gezalfden op onze beurt zo handelen.
Bij zijn doop was Jezus in gebed. Daar hoort hij God tot hem zeggen:
?Gij zijt mijn geliefde
zoon.? Lucas geeft als enige
evangelist deze persoonlijke aanspreekvorm van God tot Jezus. Een mens kan geen mooiere woorden
krijgen dan deze. Op grond van dit
woord wordt Jezus aan de tand gevoeld door de tegenstander. Jezus worstelt met dit woord tijdens
zijn doodsangst: ?Vader, laat deze kelk voorbijgaan.? (Lc.
22,41).
Lucas laat de kreet van
verlatenheid weg, die Matteüs en Marcus in hun passieverhaal aangeven. Bij hem schenkt Jezus als Gods geliefde
van op het kruis vergeving aan zijn vijanden. Zijn laatste woord is er een van volle
overgave: ?In uw handen beveel.
In
manus tuas?
(Lc. 23,46). Jezus
is nu klaar om definitief in het huis van zijn Vader binnen te treden. Hij gaf ons dit gebed opdat wij met
hetzelfde vertrouwen eens van onze aardse woonst afscheid nemen.
Het gebed krijgt een grote plaats bij Lucas. De gemeente van Jeruzalem, waar hij van
droomt en die hij wellicht idealiseert, is eensgezind in het gebed. In het evangelie van Lucas bidt Jezus
vaak. De Katechismus haalt de vele
keren aan, waarop Jezus bidt:
?De Zoon van God, die zoon
van de maagd Maria was geworden, heeft leren bidden volgens zijn menselijke
hart. Hij leert het van zijn moeder die alle 'wonderwerken' van de Almachtige in
haar hart bewaarde en bij zichzelf overwoog. Hij leert het in de woorden en de ritmen
van het gebed van zijn volk, in de synagoge van Nazaret en in de tempel. Maar zijn gebed ontspringt aan een nog
veel dieper verborgen bron. Hiervan
geeft Hij ons een voorgevoel, wanneer Hij twaalf jaar is: 'Wist ge dan niet,
dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?' (Lc.
2,49). Vanaf dat moment begint zich het nieuwe karakter
van het gebed in de volheid van de tijden te openbaren: het kinderlijke gebed
dat de Vader verwacht van zijn kinderen, zal uiteindelijk doorleefd worden door
de eniggeboren Zoon zelf, in zijn mensheid, met en voor de mensen? (K.K.K.
2599).
?In het Evangelie volgens
Lucas wordt speciaal aandacht besteed aan de rol van de heilige Geest en aan de
betekenis van het gebed in het dienstwerk van Christus. Jezus bidt precies vóór
de beslissende ogenblikken van zijn zending: voordat de Vader getuigenis van Hem
aflegt bij zijn doopsel en bij zijn gedaanteverandering, en voordat Hij door
zijn lijden het liefdesplan van zijn Vader vervult. Hij bidt ook voor die beslissende
ogenblikken die zullen uitlopen op de zending van de apostelen: precies voor de
keuze en de roeping van de twaalf en voordat Petrus Hem erkent als 'de Gezalfde
van God'; en Hij bidt dat de leider van de apostelen niet verzaakt in de
beproeving. In zijn gebed op de
momenten voor de heilsgebeurtenissen die de Vader Hem vraagt te vervullen, legt
Jezus, in alle nederigheid en vol vertrouwen, zijn menselijke wil in handen van
de liefdevolle wil van de Vader? (K.K.K. 2600).
Het doopsel is een oud ritueel. Van waar komt het? Het is teken van nieuw begin. Johannes nam wie opnieuw wou beginnen
mee ?naar de Jordaan om gedoopt te worden, kopje onder in het
water.? ?Want water, dat is
in de Bijbel de dood, de ondergang.
En wie er sterft, wie er ondergaat, dat is de mens die met de rug naar
God en naar zijn koninkrijk toe staat en die onnadenkend of ongenadig met zijn
medemens omgaat. De onrechtvaardige
mens? (W.R. van der Zee, Vandaag, p. 59). Jezus, die oprechte Israëliet, gaat
samen met de mensen door het water heen.
Hij is één met hun strijden, lijden en
sterven.
Ja, in het zich laten dopen steekt het ganse
levensproject van Jezus. Paus
Benedictus beschrijft het in zijn Jezusboek als volgt: Het kruis en de
verrijzenis zullen duidelijk maken wat in het doopsel is begonnen. ?Jezus had de schuldenlast van heel
de mensheid op zijn schouders geladen.
Hij dompelde ze onder in de Jordaan. Zijn openbare optreden begint ermee dat
Hij in de plaats van de zondaar treedt.
Hij loopt vooruit op het kruis.
Hij is bij wijze van spreken de nieuwe Jona, die tegen de
scheepsbemanning zei: ?Neem mij maar op en smijt mij in zee? (Jon. 1, 22). De
doop van Jezus wordt in zijn volle betekenis als de uiteindelijke
?gerechtigheid?, pas geopenbaard in het kruis. In de doop neemt Jezus de dood op zich
voor de zonden van de mensheid. De
stem die bij de doop gehoord wordt: ?Gij zijt mijn zoon, de welbeminde? wijst
vooruit naar de opstanding. Dit is
ook de verklaring voor het feit dat Jezus zelf het woord ?doop? gebruikt voor
zijn dood (Mt. 10,38; Lc 1,49)? (J. Ratzinger, Jezus van Nazaret,
p.38-39).
Een gedoopte plaatst zich naast Jezus. ?Wij worden één met Hem omdat Hij
zich aan ons verbond. Hij greep
vooruit op de dood, wij grijpen met Hem vooruit op de verrijzenis? (Ib. p.
39).
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.