derde paaszondag C | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sat, 10 Apr 2010 09:54:01 -0700 (PDT) |
Omwille van Jezus?naam (Hnd. 5,41)
Jezus zei herhaaldelijk tot zijn leerlingen dat ze niet
moeten vrezen (Luc. 12,4-5). Lucas onthield het woord van Jezus:
?Wanneer men u brengt voor synagogen, overheden en machthebbers, maakt u dan
niet bezorgd over het hoe en het wat van uw antwoord ter verdediging op dat
ogenblik zal de heilige Geest u leren wat gij moet zeggen? (Lc.
12,11-12). Hij zegt dit nog een tweede keer: ?Zij zullen
u vastgrijpen en vervolgen: zij zullen u overleveren aan de synagogen en
gevangen zetten, u voor de koningen en de stadhouders voeren omwille van mijn
naam. Het zal voor u uitlopen op
het geven van getuigenis. Welnu prent het u in, dat gij uw verdediging niet moet
voorbereiden. Want ik zal u een
taal en een wijsheid geven, die geen van uw tegenstanders zal kunnen weerstaan
of weerspreken? (Lc. 21,12-15).
Deze voorspellingen gaan in vervulling in de Handelingen
van de apostelen. De jonge kerk
bloeit doorheen tegenstand en vervolging.
Er hangen voortdurend onweerswolken over haar toekomst. Al tamelijk vlug krijgen de apostelen
moeilijkheden met de autoriteiten.
Een eerste keer werden Petrus en Johannes opgeleid (Hnd. 4). Dit was na de genezing van een lamme,
alsof het weldoen aan iemand een misdaad is (Hnd. 3). Nu zouden ze wellicht beschuldigd worden
van onwettige uitoefening van de geneeskunde. Het verhoor bij het tribunaal geeft
Petrus de kans daar te zeggen dat God Jezus Christus de Nazoreeër heeft doen
opstaan. ?Het is voor ons
onmogelijk niet te spreken over wat wij gezien en gehoord hebben? (Hnd.
4,20). Na een dreiging worden
Petrus en Johannes toch vrijgelaten.
Aldra komt een nieuwe vervolging. Nu komen alle apostelen in de gevangenis
en dit vooral omwille van hun leer.
Wat ze zeiden, was politiek niet correct. Het is spijtig dat de samenstellers van
het zondagsmissaal de schaar hebben gehanteerd en de interventie van Gamaliël
niet hebben weerhouden. Wat gaf
deze Farizeeër als raad? ?Gaat dit opzet van mensen uit, dan zal het op niets
uitlopen. Gaat het echter van God
uit, dan zult gij hen niet uiteen kunnen slaan? (Hnd. 5,38-39). De apostelen mochten daarop vrijuit gaan
en konden dagelijks in de tempel en in de huizen onderricht geven en de Blijde
boodschap verkondigen dat Jezus de Messias is (Hnd. 5,42). Hiermee zijn de vervolgingen niet
voorbij. Enige tijd daarna sterft
Stefanus de marteldood en breken nieuwe vervolgingen uit. Hierdoor verspreiden gelovigen zich in
Samaria. Petrus zal later nog in
Jeruzalem gevangen worden gezet en wonderlijk worden gered (Hnd. 12). Daarna neemt in de Handelingen de
invloed toe van Paulus. Hij komt
eveneens voor het sanhedrin en de rechtbank. De tegenkantingen harden de jonge
kerk. De apostelen durven zelf
beweren dat zij blij waren voor Jezus naam te mogen lijden. Zij dachten daarbij wellicht aan het
woord van Jezus: ?Ieder die mij bij de mensen belijdt, hem zal de Mensenzoon
als de zijn erkennen bij Gods engelen? (Lc.
12,8).
Het verhoor van de apostelen laat een heel belangrijke
richtlijn achter. Petrus en de
andere apostelen gaven daar ten antwoord: ?Men moet God meer gehoorzamen dan
de mensen.? Deze uitspraak
heeft geschiedenis gemaakt. Ze legt
een serieuze hiërarchie aan de dag.
God is de eerste. Welke zijn
de verhoudingen tussen menselijke wetten en Gods wil? Opletten dat wij God niet voor onze kar
spannen en ons gezag dekken door het zijne. De uitspraak houdt conflictstof in. Onder de kreet ?Dieu le veut!? is
veel kwaad aangericht. Maar waar
God wordt uitgeschakeld en de mens God wordt, zijn mensen aan anderen
overgeleverd en worden ze slachtoffers van machthebbers en geweldenaars.
God spreekt in het geweten van mensen. Wij moeten ons laten leiden door een
goed gevormd geweten. Dit staat
niet in tegenstelling met Gods geboden.
De zalige John Henry Newman zei over het geweten; ?Ik heb altijd
staande gehouden dat gehoorzaamheid aan het geweten, ook aan het dwalend
geweten, de beste weg naar het licht is? (De Nieuwe Katechismus, p.
441).
Kan de gehoorzaamheid aan
God leiden tot burgerlijke ongehoorzaamheid? Ja, en daarvoor zijn mensen in het
gevang terecht gekomen en van kant gemaakt. In de reflectie over de verhouding tot
de burgerlijke samenleving blijft de uitspraak uit de Handelingen
richtinggevend. ?De burger is in
geweten verplicht om de voorschriften van de burgerlijke overheid niet te
volgen, wanneer deze zouden ingaan tegen de eisen van de zedelijke orde, tegen
de fundamentele rechten van de menselijke persoon of tegen de leer van het
Evangelie. Het
weigeren van gehoorzaamheid aan de burgerlijke overheid,
wanneer haar eisen ingaan tegen de voorschriften van het juiste geweten, wordt
gerechtvaardigd door het onderscheid tussen de dienst aan God en het dienen van
de politieke gemeenschap. "Geef aan de keizer wat de
keizer toekomt en aan God wat aan God toekomt" (Mt. 22, 21). "Men moet
aan God meer gehoorzamen dan aan de mensen" (Hand. 5, 29).? (KKK
2242). De christen kan en mag niet
instemmen met eisen die onverenigbaar zijn met het eigenlijke en uiteindelijke
doel van de mens. Juiste inzichten
over geloof en politiek moeten ?leiden tot instellingen en houdingen die het
samenleven in de politieke gemeenschap steunen en bevorderen: bereidheid tot
medeverantwoordelijkheid voor de goede opbouw van de samenleving, de moed om als
burger te reageren tegen maatschappelijke en politieke strekkingen die
essentiële morele waarden proberen te ondergraven; bereidheid om mensen en
groepen te helpen die in de samenleving benadeeld zijn, deelname aan het proces
van publieke opinievorming?? (Leven vanuit het geloof, p.
273-274).
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.