veertiende zondag C | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Thu, 24 Jun 2010 22:40:01 -0700 (PDT) |
Tweeënzeventig (Lc. 10,1)
Lucas geeft een beeld van een zeer missionaire kerk.
Hij toont dit vooral aan in
zijn boek over de Handelingen van de
apostelen. Wat gebeurt na Pasen is
bij hem al aanwezig vόόr Pasen.
Lucas heeft een dubbele zendingsrede. Jezus zendt de Twaalf en een tijd nadien
nog 72 (70) andere. Dit getal is
beïnvloed door het eerste verbond en duidt op alle volkeren. (Gen.
10, Ex.1,5, Num. 12,24).
Zijn
sympathie voor het getal 70 heeft ook wat te maken met het joods verhaal dat
zeventig mensen de hebreeuwse bijbel in het Grieks hebben vertaald. Zij hebben zo bijgedragen tot een
verspreiding in de diaspora van de bijbelse boodschap. De tweeënzeventig en hun navolgers
zullen op hun beurt de boodschap van Jezus in de wereld bekend maken.
Meer dan zeventig zendelingen, dit is een behoorlijk
aantal, zelfs wat overweldigend in een land waar steden en dorpen niet zo groot
waren. Welke golven veroorzaakten
ze? Hun missie kon niet onopgemerkt
blijven. Zij verliep met succes tot
vreugde van Jezus en van zijn tweeënzeventig leerlingen.
De missie is het werk van de Heer. Lucas gebruikt alweer die verheven titel
voor Jezus. Het werk dat zijn
gezondenen doen is zijn weg voorbereiden.
Lucas zegt dat zij zich allereerst moeten richten tot de Heer van de
oogst. Lucas deelt het optimisme
van Jezus over de grote oogst. Hij
is daarmee verwant aan wat Jezus zei in Samaria over de komende oogst (Joh.
4,35). Ons gebed om roepingen
veronderstelt allereerst het geloof dat er een oogst is. Dit kan al veel zwaarmoedigheid
wegnemen. Hoe komt het dat gebed om
roepingen niet verhoord wordt? Zijn
de eisen die Jezus stelt te hoog?
Stelt de wijze waarop wij er zijn op ingegaan teleur? Zijn we te ver afgeweken van de visie
van Jezus? Franciscus heeft
praktisch letterlijk opgevolgd wat Jezus vroeg. Hij was een levend evangelie. De leerlingen van Jezus moeten indachtig
blijven hoe hun Heer was, een nomade, een pelgrim. Leerlingen zijn
pelgrims. In het verhaal van een
Russische pelgrim bidt deze man: “Door de genade van God ben ik mens en
christen. Door mijn daden ben ik
een grote zondaar. Door roeping ben
ik als Jezus een pelgrim van de armste soort, onderweg van plaats tot
plaats. Mijn aardse bezit omvat een
kleine zak op de rug, met een beetje droog brood en met de heilige bijbel in de
binnenzak van mijn hemd. Anders
niets.”
Welk contrast met leiders
van sekten, zoals de Universele Kerk van Christus in Brazilië met miljoenen
aanhangers. Haar stichter
Edir
Macedo met een
fortuin van 2 miljard dollar werd in 2009 beschuldigd van misbruik en
aftroggelarij.
Jezus geeft sobere richtlijnen. Trek maar de mensen met een eenvoud van
middelen. Overtroef hen niet. Weet nochtans dat de opdracht niet
eenvoudig is. “Ik zend u als
lammeren onder de wolven.”
Moord op priesters, religieuzen en gelovigen toont aan hoe juist dit
woord van Jezus is. Anderzijds laat
Jezus verstaan dat er mensen ontvankelijk zijn en dat zij zijn zendelingen zullen
opnemen in hun huizen en in de steden, de twee terreinen van de
proefmissie.
Hun boodschap is dubbel. Ze genezen zieken en verkondigen
(daardoor) dat het rijk nabij is.
Hun genezingen zijn vooral bezweringen van de boze geest. Het woord van Jezus over de gevallen
Satan houdt verband met geloof aan geesten van het kwaad die de hemelse sferen
bewonen (Ef. 6,12).
Zijn de eenvoudige zendingswoorden van Jezus te vinden in
de zware structuren en breed uitgesponnen beleidsnota’s van diocesane en
Vaticaanse commissies? Of zijn ze
erdoor bedolven? De oude kardinaal
Martini werd in Jeruzalem bevraagd door M. Sporsill, een Duitse jezuïet. Deze legde hem bedenkingen voor van
jongeren. Hij vroeg hem ondermeer
hoe de Kerk jongeren kan helpen bij hun levenskeuze. De kardinaal antwoordde: “Misschien
moet onze nabijheid en vriendschap met hen meer onvoorwaardelijk zijn en veel
sterker. Ongetwijfeld blijven in de
kerk in onze westerse landen een aantal verantwoordelijken en bisschoppen achter
dikke muren gezeten, in nieuwe burelen of oude paleizen.” In Jeruzalem heeft hij veel jongeren
ontmoet, die - hun slaapzak bij zich - een tijd lang pelgrim wilden zijn. Zij trokken de woestijn in en
aanvaardden er, althans voor een bepaalde tijd, het gemis aan comfort. Zij volgden het woord van Jezus op:
“neem niets met je mee, geen geld, geen voorraad en geen tweede
hemd.” “Dit woord, aldus
C. Martini, is zeker een appèl gericht tot de Kerk om een eenvoudig leven te
leiden met minder bureaucratie. Hoe
staat het met het bezoek van mensen aan huis? Wie durft mensen direct aanspreken? Het is wellicht gemakkelijker
missionaris te zijn en nieuwe contacten op te nemen onder heel eenvoudige vormen
dan met een volgeboekte agenda en officiële diensturen.” Hij herinnert zich hoe hij als jonge
student tijdens zijn jezuïetenopleiding deze ervaring van het pelgrim zijn kon
meemaken en met weinig middelen moest optrekken. De leden van Tibériade (Lavaux-Ste-Anne)
wagen zich geregeld aan zulk experiment.
Kardinaal Martini zegt verder: “Het leven in de huidige
consumptiesamenleving geeft aan jonge mensen veel meer mogelijkheden dan in mijn
generatie. Hoe meer mogelijkheden,
hoe meer te nemen beslissingen. Ik
moedig de jonge mens aan te kiezen en er niet te lang mee te wachten. Wie geen beslissing neemt, mist zijn
leven. Dit is het grootste gevaar
vandaag. Daartegenover is het
risico een verkeerde beslissing te nemen, die achteraf moet gewijzigd, veel
geringer. Al wie iets aandurft,
begaat vergissingen. Het is
belangrijk van in te zien dat alleen moedige mensen de wereld ten goede
veranderen. Aan moedige mensen is
het gegeven echte vrienden te hebben.
Zij beseffen dat de kracht komt uit Gods hand” (Nachtelijk gesprekken
in Jerusalem).
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.