vijftiende zondag door het jaar C | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Thu, 1 Jul 2010 10:42:13 -0700 (PDT) |
Ga dan en doe evenzeer (Lc.
10,37)
De weg van Jeruzalem naar Jericho is 27 km lang en daalt
van 740 meter hoog tot 250 meter onder de zeespiegel. Onderweg is een kleine
caravanserail. Op een steen schreef
een bezoeker daar: “Al gaan priester en leviet jouw angst voorbij, Christus
is de goede Samaritaan, die ons naar de eeuwige herberg brengt.” Die herberg van de Goede Sameritaan
stond er niet ten tijde van Jezus.
Het is niet zeker dat de man over wie hij vertelt, langs die weg is
gegaan. Een van de meest bekende
mannen uit het evangelie heeft wellicht nooit bestaan. Toch is hij echt deze Samaritaan en
interpelleert hij ons tot op vandaag.
Hoe gaan we om als we persoonlijk geconfronteerd worden
met mensen in nood? Ongevraagd en
onverwacht kunnen we de naaste worden van iemand die in nood is. Het is een parabel. Hij dient in het evangelie van Lucas als
antwoord op een belangrijke vraag: “Wat moet ik doen om het eeuwig leven te
verwerven?” Jezus antwoordt met
het dubbelgebod. Dit wordt in het
evangelie geconcretiseerd in de parabel van de Samaritaan en met de ontmoeting
van Jezus in het huis van Martha en Maria.
Wij zien alweer de eigen manier waarop Jezus onderwijst. Geen toespraak maar een verhaal. Wanneer iemand slachtoffer is van een
ongeval, is hulp bieden normaal.
Wie dit niet doet, kan zelfs aangeklaagd worden. Bij een ongeval doen we beroep op de
hulpdiensten. Deze zorgen er verder
voor. Onze maatschappij is
Samaritaan geworden op grote schaal.
In de Samaritaan die de gekwetste naar de herberg brengt, die een
voorschot geeft en nadien verder afrekent, konden mutualisten een voorloper zien
van de derde betalende in de ziekteverzekering.
De priester en de leviet maakten een boog omheen de
gekwetste. Zij hadden hiervoor hun
eigen verklaring. Wij hebben
allemaal mechanismen die ons afsluiten voor medemensen. Opvoeding, mentaliteit, klasse, stand
leiden er toe dat wij een aantal van hen niet zien. Waar wij mensen herleiden tot een ding
en ze niet als evenmens zien, maken we een boog om hen heen. Lang waren zwarten van geen tel bij de
blanken in de States. Hoe
behandelen Afrikaanse stammen de pygmeeën?
Hoe beoordelen wij de daklozen?
Iemand van wie we het niet hadden verwacht, helpt de
gekwetste. Hij is verbonden in zorg
met de gekwetste zonder deze in te palmen.
De toehoorders hadden wellicht verwacht dat Jezus na de priester en de
leviet een gewone Joodse man of vrouw zou laten voorbijkomen. Jezus spreekt echter van een
vreemdeling, iemand van een groep met wie Joden geen contact hebben. Deze is helemaal geraakt door de
halfdode man langs de weg. Hij is
geraakt tot in zijn diepste, zoals Jezus zelf geraakt was wanneer hij mensen in
nood zag (Lc. 7,13) en zoals de Vader van de zoon, die van huis wegging (Lc.
15,20).
Als je maar geholpen wordt. Toch is het mogelijk dat zelfs de
gekwetste het erg vond zich te moeten laten helpen door een vreemde. In ziekenhuizen gebeurt het dat
patiënten de verzorging afwijzen door verpleegkundigen van een andere huidskleur
of dat moslimvrouwen een mannelijke gynaecoloog
weigeren.
De man was door rovers overvallen op een eenzame
weg. De drukke stad is nu
onveiliger dan een eenzame bosweg.
Hoeveel zorg hebben we voor beveiligingsmaatregelen en hoeveel kosten
zijn daaraan verbonden? Je kan in
het Centraal station dood gestoken worden en in de Brusselse Nieuwstraat van je
portefeuille beroofd.
In een onthaaldienst bij een kerk komt kort voor de
sluiting een man. Hij zegt dat hij
pas ontslagen is uit een Brussels ziekenhuis en naar Duitsland moet
terugkeren. Hij heeft niets en
vraagt 61 € om ter bestemming te geraken.
De onthaaldienst heeft contact met sociale assistenten, die door hun
deskundige uitleg velen hulp bieden.
Die zijn er echter niet op dat uur in de verlofperiode. De dienst heeft als regel geen geld te
geven en heeft daarbij weinig middelen.
Wat met die man? Is zijn
verhaal juist? Jezus, jij blijft ons uitdagen met je parabel en maakt
ons gemoed onrustig. Kunnen we ze
allemaal helpen? Hoe organiseren we
ons daarvoor?
Het leven wordt anders al je jou laat raken door wat je
onderweg tegenkomt. “Wie onverwachte ontmoetingen met mensen in zware
problemen uit de weg gaat, gedraagt zich als de priester en de leviet. Hun belangrijke functies stonden de
concrete barmhartigheid in de weg.
Voor het hoger Vaticaans personeel moet de oproep van de parabel nog
dwingender worden geïnterpreteerd.
Wie verantwoordelijk is voor belangrijke beslissingen op officieel en
mondiaal niveau, maar de individuele hulpbehoevende naaste uit het oog verliest,
levert een antigetuigenis van zichzelf en het geloof waarvoor hij staat”
(Jan Dumon in Bart Demyttenaere, De Stoel van
Petrus).
In het Eucharistisch gebed XI C bidden we: “Maak onze
ogen open voor alle nood en leg woorden in onze mond om wie zich eenzaam en
verloren voelen, te troosten in uw Naam.
Maak ons vindingrijk en moedig om broederlijk en zusterlijk bij te staan
al wie berooid zijn en verdrukt.
Maak uw Kerk tot een huis van waarheid die bevrijdt, van gerechtigheid
die vrede schept, van hoop die alle angst
verdrijft.”
Een Russische boer vroeg aan
zijn vriend: "Zeg, Iwan, hou je van mij?” "Natuurlijk hou ik van
jou", antwoordde de vriend. De
boer vroeg verder: "Weet je dan ook wat mij pijn doet?" En
zijn vriend gaf hem ten antwoord: "Hoe kan ik nou weten wat jou pijn
doet?" Daarop zei de boer:
"Als jij niet weet wat mij pijn doet, dan mag je ook niet zeggen dat je van
mij houdt."
Antoine
Rubbens
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.