15 augustus | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sun, 8 Aug 2010 10:12:23 -0700 (PDT) |
Magnificat (Lc. 1,46)
Het feest van 15 augustus, een mariale hoogdag. Maria is thuis gekomen. Zij heeft de weg achter zich. Zij is bij haar zoon. Als jong meisje, heeft ze Jezus
gedragen. Omwille van hem is zij de
‘begenadigde’ (Lc. 1,28).
Elke vrouw die moeder wordt schrijft geschiedenis.
Zalig de mensen die leven schenken en het
hoeden.
Maria behoort tot een volk met een historisch besef. Het beleefde zijn geschiedenis als een
verbond met zijn God, dit doorheen vallen en opstaan. Het volk was gericht op toekomst, op de
redding die God zou aanbieden..
Maria was heel vroeg ingeschakeld in deze grote
geschiedenis van het heil.
Zij werd erom geprezen door haar oudere nicht (Lc.
1,45).
Zalig prijzen haar vele generaties van christenen, al was
de Mariaverering toch een oecumenische twistappel.
Maria wordt bezongen omwille van haar trouw aan de Heer,
haar leven lang.
Pas zwanger, trekt ze op naar haar oude
nicht.
Een lange tocht, bijna niet te geloven dat een veertien -
vijftienjarige meisje dit aandurfde
Maar in Nederland was er eentje van dertien dat alleen
een boottocht om de wereld wou varen.
Maria trok op met de stilte als
gezel.
Wat gaat er in iemand om, wanneer hij/zij alleen onderweg
is?
De ziel gaat te voet.
Zij heeft onderweg het Magnificat gecomponeerd.
Dit deed ze - of Lucas en de jonge kerk deden het in haar
plaats - omwille van Gods grote werken.
Ze heeft ons woorden aangereikt, waarmee wij God kunnen
danken.
Maria bleef drie maanden bij Elisabeth. We vullen die twaalf weken met het
onderling gesprek van deze twee zwangere vrouwen, de oudere en de jongere, en
met de grote dienstbaarheid van Maria.
Vrouwen hebben elkaar veel te vertellen, mannen allicht
ook.
Maria keerde uit het huis van Zacharias terug met de
oproep om verder te groeien in geloof.
Samen met Jozef moet ze alweer naar de stad van David omdat een keizer
zijn volk wou tellen.
Ze heeft die tocht gedaan vanuit een intense
betrokkenheid. Veel van wat ze te Betlehem en nadien in
Jeruzalem heeft meegemaakt, heeft ze in haar hart bewaard (Lc. 2,19). Maar, ze heeft toch gesproken om haar
pijn te uiten en haar twaalfjarige zoon te ondervragen (Lc. 2,48).. Vragen stellen, dat durfde ze ook bij de
boodschap (Lc., 1,34).
Jezus ging weg van
huis. Hoe heeft Maria zich daarbij
gevoeld? Zij hoorde van de nieuwe
familie die hij wou, waar de banden van het geloof sterker zijn dan deze van het
bloed. Maria had gehoord van de
groep vrouwen in het gezelschap van Jezus (Lc. 8,2). Haar is wellicht het compliment
doorgegeven van een anonieme vrouw: “Gelukkig de schoot die u
gedragen heeft en de borsten waaraan u gedronken hebt” (Lc. 11,27). Daarop had Jezus afstandelijk
gereageerd, zoals die keer dat Maria met de bloedverwanten naar Jezus
toeging. Ze stond buiten en hoorde
hem zeggen: “Mijn moeder, mijn broers en
zussen zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar
handelen” (Lc. 8, 19). Lucas vermeldt niet zoals Marcus dat
haar familie dacht dat Jezus “zijn verstand had verloren” (Mc. 3,
21).
Lucas had veel aandacht voor Maria. Toch plaatste hij haar niet bij de
vrouwen onder het kruis en evenmin op de ochtend van Pasen. In het vierde evangelie is Maria
aanwezig te Kana bij het eerste teken van Jezus, wanneer de kruiken worden
gevuld. Zij is ook op het laatste
moment wanneer zijn hart wordt doorboord en bloed en water eruit
vloeit.
Lucas neemt Maria op in de
pinkstergemeenschap. Zo stelt hij
haar tweemaal aan een begin. Aan
het begin van het leven van Jezus bij de overgang van het Eerste naar het Tweede
Testament en dan aan het begin van de kerk. Zij is in het cenakel bij hen die in dit
bovenvertrek Pinksteren verwachten.
“Vurig
en eensgezind wijdden ze zich aan het gebed, samen met de vrouwen en met Maria,
de moeder van Jezus, en met zijn broers” (Hdl.
1,14).
Wanneer Lucas over Maria schrijft, dan denkt hij aan de
ark van het Verbond, aan de wolk die haar overschaduwt. Hij denkt aan vrouwe Sion, beeld van de
kerk. Zo staat Maria in het boek
van de Openbaring getekend (Op. 12,1).
Lucas wordt voorgesteld als de schilder van Maria. Rogier van der Weyden heeft hem zo
geportretteerd. Lucas heeft niet
alles van Maria geschilderd. Hij
heeft het aan latere collega’s overgelaten: aan Hugo van der Goes om het
afsterven van Maria uit te beelden, aan de Spanjaard Murillo voor haar
Onbevlekte Ontvangenis en aan de Antwerpenaar P.P Rubens voor haar ten
Hemelopname.
Lucas heeft met het
Magnificat de reeks ingezet van mariale gebeden. Wellicht blijft hij zich verwonderen
over de vele boeken en commentaren, die zijn woorden over Maria hebben
uitgelokt. Hij verzet zich allicht
niet wanneer exegeten enkele valse parels uit de kroon van Maria ontfutselen
(zoals de Gentse exegeet H. Vandenbussche beweerde). Lucas is vooral blij over de blijvende
weerklank van het mooie woord van Maria: “De Heer wil ik dienen: laat
er met mij gebeuren wat u hebt gezegd” (Lc. 1,38). Omdat zij daaraan trouw bleef, is zij
definitief bij haar Zoon, met ziel en lichaam, met gans haar
persoon.
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.