preek Mailing List: 21e zondag door het jaar

[paul ghyssaert (p.ghyssaert]

Mensen gaan op weg altijd met een bepaald doel voor ogen. Of het in het dorp is of op reis, veelal komt men mensen tegen die wel wat te vertellen hebben. En dan kan het wel eens gebeuren dat het gesprek niet enkel over ditjes en datjes gaat, maar over wat een mens zoal kan bezighouden.

  

Zo is ook Jezus met zijn leerlingen op weg van Galilea (zijn thuis) naar Jeruzalem. Ze komen heel wat mensen tegen. Sommigen gaan wel een eindje mee, wellicht uit nieuwsgierigheid. Men heeft immers gehoord over die Jezus van Nazareth: een man als een profeet. Hij spreekt zo heel anders dan de schriftgeleerden. Er wordt zelfs beweerd dat hij durft in discussie gaan met die wetgeleerden. Benieuwd als mensen zijn, willen ze die Jezus zelf wel eens horen. Ja, zelfs een eindje met Hem op weg gaan.   

 

Wat betekent dat nu: met Jezus op weg gaan? Een drietal gedachten.

1. Een gesprek met Jezus gaat niet enkel over ditjes en datjes. Op weg gaan met Jezus is ook een antwoord zoeken op de diepere levensvragen. Zo vraagt iemand: Wie komt er ooit in Gods hemelrijk? Zijn er maar weinig die zullen gered worden?

Dat is natuurlijk al een serieuze vraag. Een vraag waar wij niet zo gemakkelijk bij stilstaan. En toch kan het gebeuren dat we ons wel eens afvragen: Kom ik als gelovige wel in de hemel?

 

Jezus geeft echter geen rechtstreeks antwoord op die vraag. Wel waarschuwt Hij de mensen het leven ook ernstig te nemen. Een waarschuwing die ook voor ons bedoeld is. In het leven gaat het immers om geloof en inzet. Wie komt er door de nauwe poort en wie zal er zijn in Gods hemelrijk?

Het zal beslist niet volstaan te zeggen dat je gedoopt ben, dat je iets van Jezus afweet, dat je een nonkel pastoor hebt of een zus die sterk geëngageerd is in de parochie. Je mag zelfs heel regelmatig naar de mis gaan, ook dat is nog geen garantie dat je in de hemel te komt.

Jezus sluit echter niemand uit. Hij geeft geen antwoord op de vraag of het er weinig zullen zijn. Integendeel, volgens Jezus, zullen het er velen zijn, van heinde en verre. Maar of wij er zullen bij zijn, zal afhangen of wij Gods rijk van vrede en gerechtigheid reeds hier proberen waar te maken.

 

2. Zoals Jesaja beschrijft Jezus Gods rijk als een maaltijd waaraan je mag deelnemen. Dat is een heel mooi beeld. Het is geen receptie waar je vrijblijvend wat praat, en je gezicht even laat zien. Voor een maaltijd moet je gaan zitten, je moet je tijd nemen om echt met de mensen om te gaan. De essentie van een maaltijd is geven en ontvangen. Zo maar, gratis. Zo wil God er zijn voor mensen. Zo vraagt Jezus nu er ook te zijn voor mekaar: het leven met mekaar delen en breken. Maar in hoeverre zijn we daar al aan toe?

 

3. Er is iets merkwaardig in het laatste zinnetje: Er staat niet: de laatsten zullen de eersten zijn. Neen, er staat: er zijn laatsten die de eersten zullen zijn en er zijn eersten die de laatsten zullen zijn. Dat zal de verrassing zijn: mensen van wie we dachten dat zij er zullen bij zijn, zullen er niet zijn. En van wie we dachten die zullen er niet zijn, zullen er wel zijn.

Jezus roept ons op om samen met alle mensen, wie en hoe ze ook zijn, op weg te gaan.

Willen wij Jezus? weg volgen? Reeds hier het leven breken en delen met velen?

Wij zijn hier toch samen gekomen om te leren wat de Heer heeft voorgedaan. Als we straks terug op weg gaan, houden we dan Gods doel voor ogen: in vrede met mekaar leven zodat iedereen tot zijn recht mag komen.

Attachment: C 21 preek Ghyssaert.doc
Description: MS-Word document