Openbaring Leesjaar A | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sun, 26 Dec 2010 02:29:13 -0800 (PST) |
Medeërfgenamen in Jezus Christus (Ef. 3,6)
Twintig jaar lang was dezelfde pastoor op de parochie en
predikte elke zondag. Hij was een
stille man. Van hem hebben de
parochianen in ieder geval onthouden dat hij veel van de missies hield en dat
hij er voor zorgde dat zijn parochie op missiezondag tot de meest
vrijgevige van het bisdom
behoorde. Of hij dezelfde energie
gebruikte voor de collecte van de Afrikadag weet ik niet. Maar wegens het feit dat hij zijn broer
scheutist als missionaris in Kongo werkte, denk ik dat hij ook dan een sterke
aanbeveling gaf aan de collecte voor de kerk in Centraal Afrika.
Wat ik verder onthouden heb is zijn jaarlijks terugkerend
sermoen op Driekoningen. Hij zei
telkens dat Driekoningen ons aller feest was. Kerstdag is het feest van de Joden,
vertegenwoordigd bij de kribbe door de herders. Driekoningen is het kerstfeest van de
andere volkeren, vertegenwoordigd door de magiërs in de stal van Betlehem.
Dit was inderdaad het opzet van Matteüs met zijn verhaal
over de magiërs uit het Oosten, die geleid door de ster de nieuwgeboren koning
der Joden zochten om hem te huldigen.
Matteüs stelt duidelijk dat Jezus de messiaskoning is voor de ganse
wereld is en dat Jezus ook de heidenen naar het heil wil leiden (A. Adam, Das
Kirchenjahr mitfeiern). Matteüs
is bij dit portret van de aanbidding van Jezus door de wijzen beïnvloed door het
visioen van Jesaja. Matteüs toont
gaarne aan dat Jezus de voorspellingen van het eerste verbond vervult. De profeet Jesaja ziet alle volkeren in
stoet optrekken naar Sion.
Jeruzalem is het centrum.
Alle volkeren trekken erheen.
Jesaja - en Matteüs in een bepaalde mate - denken centripetaal. Jeruzalem en het nabijgelegen Betlehem
maken het centrum uit. Nadien
verandert het en vertrekt de verkondiging over Jezus, de Verrezene, vanuit
Jeruzalem naar de ganse wereld toe.
De magiërs bleven niet bij de
kribbe, maar zijn langs een andere weg naar hun land teruggekeerd.
?De
openbaring van de Heer is de openbaring van Jezus als Messias van Israël,
Zoon van God en Verlosser van de wereld.
Met het doopsel van Jezus in de Jordaan en de bruiloft van Kana viert dit
feest de aanbidding van Jezus door de "wijzen" die uit het oosten kwamen (Mt.
2,1). In deze "wijzen",
vertegenwoordigers van de omringende heidense godsdiensten, ziet het evangelie
de eerstelingen van de volken die de blijde boodschap van het heil door de
menswording aannemen. De komst van
de wijzen naar Jeruzalem om "hulde te brengen aan de koning van de joden" (Mt.
2,2) laat zien dat zij in Israël, in het Messiaanse licht van de ster van David,
Hem zoeken die de koning van de volken zal zijn. Hun komst betekent dat de heidenen Jezus
alleen maar kunnen ontdekken en aanbidden als Zoon van God en Heiland van
de wereld, als zij zich keren naar de Joden en van hen de Messiaanse belofte,
zoals die vervat ligt in het Oude Testament, ontvangen. De openbaring van de Heer toont dat alle
heidenen hun intrede doen in de familie der aartsvaders en de Israelitica
dignitas verwerven? (KKK, 528).
De liturgie van het feest van de Openbaring gebruikt een
tekst uit de brief aan de Efesiërs
om de universaliteit van het heil te verkondigen. De schrijver van deze brief zou niet de
apostel Paulus zijn, maar iemand die het gedachtengoed van Paulus door en door
kent. De brief is geschreven naar
het einde van de eerste eeuw, waarbij de kerk al een universeel gelaat had en de
plaats van de heidenen aanzienlijk was.
Het pionierswerk van Paulus onder de heidenen was vruchtbaar
geweest. Paulus had ingezien dat de
heidenen mochten delen in de beloften aan Abraham gedaan en dat zij tot het
Godsvolk behoorden. Paulus had in zijn brief aan de Romeinen
geschreven: ?De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen
zijn. En nu we zijn kinderen zijn,
zijn we ook zijn erfgenamen, erfgenamen van God. Samen met Christus zijn wij erfenamen;
wij moeten delen in zijn lijden om
met hem te kunnen delen in Gods
luister? (Rom. 8,16-17). Hij
had hetzelfde gezegd tot de Galaten: ?Omdat u Christus toebehoort, bent u
nakomelingen van Abrahm, erfgenamen volgens de belofte? (Gal. 3,29). Of nog: ?U bent nu geen slaven meer,
u bent kinderen van God en als kinderen bent u erfgenamen, door de wil van
God? (Gal. 4,7).
Efese was een welvarende
wereldstad, waar Paulus drie jaar verbleef en waar hij een christengemeenschap
heeft gevormd. ?De kerk van
Efese zou draagster worden van Paulinische, Johanneïsche en Mariale tradities en
een kapitale plaats innemen in het christendom van de late Oudheid? (P.
Schmidt, Inleiding tot Paulus, p. 143). Of er ten tijde van Paulus en bij het
schrijven van deze brief contacten waren tussen Paulinische en Johanneïsche
christenen weten we niet. De
anonieme christen die de auteur is van de Efesiërsbrief en die zich rond de
jaren 85-90 richt tot een groep Klein-Aziatische gemeenten schrijft met
overtuiging dat ook ?de heidenen delen door
Christus Jezus in de erfenis en deel uit maken van hetzelfde lichaam en ook deel
hebben aan de belofte, op grond van het evangelie? (Ef. 3,6).
Matteüs brengt de vertegenwoordigers van de heidenen
bijeen rondom Jezus in de kerstkribbe.
Veel later zal hij alle volkeren samenbrengen wanneer de Mensenzoon hen
de vraag zal stellen of zij hem hebben erkend en gediend in een van de
onaanzienlijksten van zijn broeders en zusters (Mt.
25,40).
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.