avijfde zondag door het jaar A | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Fri, 28 Jan 2011 11:12:24 -0800 (PST) |
Zout der aarde en licht voor de wereld (Mt. 5,13-16)
Jezus maakt geen promotie
voor zout. Hij ontwerpt geen folder
voor een campagne gezondheidsopvoeding.
Deze dringt aan op minder zoutverbruik. Zout is van oudsher geprezen en
gezocht. Pekelzout bewaart het
voedsel, vooral vis en vlees. Zout
geeft smaak aan de dingen. Zout
ontdooit gladde wegen.
De toehoorders verstonden het beeld van het zout als een
prikkel in hun missionaire opdracht.
Jezus sprak daarnaast over het licht. Hij verduidelijkte dit beeld met dit van
een stad op een berg, die niet onopgemerkt kan blijven en van verre is te
zien. Hij voegde er het beeld aan
toe van een lamp op de kandelaar.
Jezus bedoelde niet de zon, maar een licht in een ruimte, zo geplaatst
dat het de voorwerpen beschijnt.
Een kleine lichtbron volstaat om aan een ruimte een andere vulling te
geven.
Wat een opdracht zout te zijn voor de aarde en licht te
zijn voor de wereld! Bij Matteüs
volgt dit Jezus? woord onmiddellijk op de zaligsprekingen. Als volk van de zaligsprekingen kunnen
we zout en licht zijn.
Misschien komen deze beelden opdringerig over alsof wij
beter zijn dan anderen. Ze kunnen
nuttig zijn als een wervende slogan bij een bijeenkomst en zij kunnen een
enthousiast zendingswoord stofferen, waarbij de deelnemers de wereld intrekken
met een beetje zout en een kaarsjein de hand. Maar hoe zijn we smaakbrenger in het
leven van elke dag? Waar en hoe
brengen we licht?
?Mensen van nu zijn erg gesteld op hun vrijheid. Het evangelie slaat een mens niet in de
boeien, maar maakt juist vrij. Hoe
is iemand immers vrij om te kiezen als men hem het menu onthoudt? Die hunker naar de eigen vrijheid brengt
met zich mee dat vandaag de apostel nieuwe vormen van verkondiging zal moeten
vinden. Zo zal de hedendaagse
apostel zich veeleer moeten inspannen om goed te getuigen dan om te
overtuigen. Bovendien primeert de
levenswijze van de apostel vaak op het woord dat hij spreekt. Hij weet dat zijn woorden moeten stoelen
op woordloze uitstraling. Er
bestaat immers een ?verkondiging door uitstraling? zoals een kachel doet
door haar warmte en een kaars door
haar licht. Onze tijdgenoten raken
ook beter overtuigd door eerder te horen spreken over mogen dan over
?moeten?? (Kardinaal Danneels, Een blijde boodschap, Kerstbrochure,
2006).
Jezus laat horen dat zout zijn smaak kan verliezen. Dit is op zich moeilijk. Zo lang de chemische samenstelling
blijft, behoudt het zout zijn kracht, tenzij het door vochtigheid aangetast
wordt en niet meer bruikbaar. Licht
geeft licht, tenzij je dit op de slechte plaats zet, onder de tafel in plaats
van erop. Het lijkt erop dat in het
Westen het christendom zijn glans heeft verloren en zijn kracht kwijt is. ?Hoe overleeft het christendom de 21°
eeuw??, vraagt Herman Van Rompuy in zijn boek Op zoek naar
wijsheid. De wereld gaat zijn
gang zonder geloof en Kerk. Hebben
ze uitgediend? Dit kan niet. Christenen mogen niet ophouden smaak te
geven en licht te brengen. Zoals
het zout pas smaak geeft als het met de spijzen wordt vermengd en zoals de
donkerte maar wordt verdreven als er licht binnenkomt, zo zoekt de christen
contact met zijn tijd.
?Eerst en vooral moeten
de Kerk en de christenen meer houden van hun tijd en hun wereld. Il
faut épouser son temps.
Willen
we de richting van de wereld beïnvloeden, dan moeten we er nog meer deel van
uitmaken en er ons zeker niet uit terugtrekken als een sekte. De Kerk moet de enorme verworvenheden
van de moderniteit waardoor mensen vrijer, gezonder en welvarender kunnen leven,
sterker omarmen. Dat is geen
kwestie van tactiek, maar van overtuiging.
Dan pas kan zij ook een antwoord geven op de impasse waarop onze
beschaving afstormt. Als elk immers
de gevangene wordt van zichzelf, dan is hij eerst geestelijk arm en daarna
geestelijk dood. Alleen de andere
kan uiteindelijk zin geven aan je bestaan.
Mensen geven zin aan elkaar.
Wie niet leeft in de andere, raakt verlamd. Hij geeft het leven niet door en neemt
zelfs geen economische initiatieven.
Die gerichtheid op de andere tempert de hebzucht, de afgunst, de ontrouw
en stimuleert het engagement, het vertrouwen, de vergeving, de verzoening, de
hoop. De andere om de andere
liefhebben, er verantwoordelijkheid voor opnemen en ervoor zorgen is het
antwoord op de wanhoop?
(Op. cit. p. 51-52). Een
christen staat tegendraads op een Ik-cultuur. Het vervangt ?Ik? door ?Jij? en door
?Wij?.
De christen staat in de wereld vanuit een vertrouwen in
God, die langs Jezus voor deze wereld heeft gekozen en er zelf slachtoffer in
werd. Zijn geloof veronderstelt
?eenvoud van het hart?, ja ?een zekere naïviteit?. In een hyperconcurrentiële samenleving
met de ontluistering van mensen en opvattingen is nochtans veel heimwee en
verlangen naar authenticiteit.
?Het geloof maakt blij.
Weten dat we kinderen Gods zijn, dat het ?goede? doen het leven zinvol
kan maken, dat er een lotsbestemming is over de dood heen. Bescheidenheid en nederigheid zijn wel
op hun plaats. Maar het geloof
schept en-thou-siasme (God in ons).
In die zin is het christendom bevrijdend? (Herman Van Rompuy, p.
53). Het negeert het leven
niet, maar beaamt het. ?Wie in
elke mens iets bijzonders, of liever, iemand bijzonder ziet in het universum,
kan zich een echte humanist noemen en een echte gelovige? (Ib., p
54). Zijn we vanuit die overtuiging
zout voor de aarde en licht voor de wereld?
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.