zesde zondag door het jaar A | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sat, 5 Feb 2011 02:42:40 -0800 (PST) |
Tot vervulling brengen (Mt. 5,17)
Jezus was een Jood en wel een wetgetrouw Jood. We mogen bijgevolg de verzen van Mt.
5,17-19 uit de Bergrede niet overslaan, al behoren ze tot de moeilijkste van het
evangelie (U. Luz, Das Evangelium nach Matthäus, I, p. 308). Matteüs gebruikt ze om de hoofdbrok van
de Bergrede in te leiden. Vrij
vertaald zeggen die verzen het volgende: ?Ik ben gekomen om jullie de
boodschap van het rijk van de hemel te brengen, en om jullie te leren hoe je er
kan binnentreden. Daarom ben ik
gekomen om Wet en Profeten te vervullen.
Waar Wet en Profeten vervuld worden, daar realiseert zich Gods heerschappij, want daar wordt zijn
wil gedaan. Welnu, om Wet en
Profeten werkelijk te vervullen moet jullie streven naar gerechtigheid nog
verder gaan dan de wetsvervulling die de Farizeeën en de schriftgeleerden al
nastreven? (P. Schmidt, Ongehoord, p.
118).
Matteüs geeft in de Bergrede een spanning weer. Zijn gemeenteleden kwamen uit het
jodendom en als getrouwe Joden waren ze voor het nauwgezet onderhouden van de
Wet. Maar kan je wel alles zo
nauwgezet opvolgen tot in de kleinste voorschriften? En is het goed dat de christenen uit het
heidendom elementen uit de Joodse Wet weglaten zoals reinheidsvoorschriften en
de besnijdenis? Jezus was geen enge
letterknecht. ?Absolute
letterlijkheid is onbereikbaar en overigens niet wenselijk? (Ib., p.
116). Verplicht het leven soms niet
de weg in te korten en hoeken af te ronden? Matteüs heeft geenszins de bedoeling Oud
en Nieuw tegenover elkaar te stellen.
Voor hem is doorheen het eerste en het tweede verbond Christus aan het
werk. Jezus neemt de Wet over en
radicaliseert ze. Zijn gezag blijkt
in twee uitspraken: ?Ik ben niet gekomen om op te heffen maar om tot
vervulling te brengen? (Mt. 5, 17) en in de meervoudige herhaling van ?En
Ik zeg zelfs? (Mt. 5,20.22.28).
Matteüs plaatst de verzen
over het nauwgezet trouw onderhouden van de Wet voorop en dit vooraleer zes
antithesen te ontwikkelen. Deze
antithesen lijken de wetsvoorschriften van de Joden en de inzichten van Jezus
tegenover elkaar te stellen. De
benaming antithesen is niet zo gelukkig.
Jezus wil niet zozeer tegenstellingen oproepen als wel voorbeelden
aanreiken die de Wet naar haar wortels voeren. Jezus is de nieuwe Mozes, die de oude
geenszins verdringt.
De Wet dient voor het leven
en bevordert de gerechtigheid. Kijk
daarvoor niet naar hen die deze maar halvelings toepassen of ze naar eigen
voordeel ombuigen. Volg de weg van
de liefde, die Jezus heeft beleefd.
Waag je, zegt Jezus, op de weg van de mateloosheid van de liefde. De perikoop gespreid over twee zondagen
eindigt bij de zin: ?Wees onverdeeld goed, zoals God onverdeeld goed is.?
(Mt. 5,48).
Peter Schmidt vermijdt in zijn sterk boek over de
Bergrede het woord antithese te gebruiken.
Het is Jezus niet om doen om zich af te zetten tegen de Wet. Hij wil tot de diepte gaan. Matteüs geeft zes voorbeelden. Deze betreffen het plegen van moorden,
overspel, echtscheiding, valse eden en beloften, de houding bij vergelding en
als zesde voorbeeld de omgang met de vijanden. Wij zijn dicht bij de geboden uit de
decaloog.
Pleeg geen moord.
De leerling van Jezus moet verder gaan dan de juridische reikwijdte van
een voorschrift. Hij moet naar de
wortel van het verbod zoeken. We
moeten beseffen waar het onrecht begint.
Waar begint moord? Waar
begint eigenlijk ontrouw? Een
verandering grijpt al plaats in de innerlijkheid van de mens (Ib., p.
136). Beheers je onterechte toorn;
zorg voor innerlijke trouw van het hart, voor innerlijke betrouwbaarheid en
waarachtigheid; ban uit je hart de haat voor de vijand. ?De bergrede reikt een ingesteldheid
aan? (Ib., p. 140). Wij
zouden meer gediend zijn met stimulerende principes dan met een toename aan
verstikkende regelgevingen. Jezus
nodigt uit tot volkomen waarachtigheid.
Wie kan dit aan? Is dit
mogelijk in het harde zakenleven en in het complexe net en web van menselijke
verhoudingen? De Bergrede heeft een
utopisch karakter. Ze geeft geen
recepten en rechtsregels. Ze brengt
ons dichter bij iemand die de Bergrede beleeft. ?Het lijkt me niet te ver gezocht om
aan te nemen dat Matteüs met de Bergrede ook de onderliggende bedoeling heeft
een soort portret van Jezus te schilderen.
Want wie heeft de zaligsprekingen zelf beleefd? Wie heeft Wet en Profeten
vervuld en wie is verder gegaan dan de gerechtigheid van Farizeeën en
schriftgeleerden? Wie was tot in de
uiterste consequentie waarachtig en betrouwbaar? Zelfs indien dit niet bewust de
bedoeling van de auteur was, dan blijft het toch legitiem er een beeld van Jezus
in te lezen. Als men de oproep in
dat perspectief verstaat, kan men zelfs deze vraag stellen: Is het niet omdat
Jezus?ja altijd ja was en zijn neen altijd neen, en hij de mogelijke gevolgen
daarvan niet heeft ontvlucht, dat hij in een dodelijke tang is geraakt en
gekruisigd is?? (Ib. p. 164).
In de Bergrede ontmoeten we Jezus. In zijn Jezusboek gebruikt paus
Benedictus een bedenking van de Joodse rabbijn Neusner. Met een open houding gaat deze rabbijn
met Jezus mee door de Schriften, maar zal hem uiteindelijk niet volgen en bij
Israël blijven. Wat vindt hij van
Jezus en waarom volgt hij hem uiteindelijk niet? Omdat Jezus zichzelf in de plaats van de
Wet gesteld heeft. ?Heeft Jezus
iets van de Wet weggelaten?? wordt hem gevraagd. Eigenlijk niet. Heeft hij er wat aan toegevoegd? Ook niet. Wat dan? Hij heeft zichzelf in de plaats van de
Wet gezet (J. Ratzinger, Jezus van Nazareth, dl.1, p. 115). Om Wet en profeten te vervullen en om de
Bergrede te beleven zijn we uitgenodigd Jezus te volgen op de weg van trouw en
liefde die hij is gegaan.
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.