derde zondag veertigdagentijd A | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sat, 19 Mar 2011 07:39:24 -0700 (PDT) |
“Heer, geef mij van dat water” (Joh. 4,15) In de Brusselse Marollen dicht bij de kerk
van de Miniemen ligt het smal hellend straatje van de Samaritaanse. Daar was
vroeger een waterput, overdekt met de gebeeldhouwde groep van Jezus en de
Sameritaanse. Tijdens het Franse bewind werd de straat omgedoopt in Rue de la
Prudence en verdween de beeldengroep. In Parijs staat dicht bij het
metrostation Pont Neuf het grote warenhuis la Samaritaine. Daar stond ooit een
waterpomp versierd met de Samaritaanse vrouw, die aan Jezus te drinken geeft.
In de binnenstad van het Zwitserse Fribourg kan de voorbijganger de fontein van
de Samaritaanse zien in een gelijknamig straat. De fontein is 450 jaar oud.
Op de zuil erboven heeft Niklaus von Flue een plaats, maar valt vooral de
uitbeelding op van Jezus met de Samaritaanse bij de Jacobsput. Het ontmoetingstafereel bij de Jacobsput is een geliefd Bijbels
tafereel. Wanneer na het concilie van Trente de preekstoel in de kerken zijn
plaats kreeg, zorgden kunstenaars vaak voor een uitbeelding in steen of hout
van Jezus en de Samaritaanse. De verkondiging van het woord beoogt immers de
dorst van de toehoorder te laven en fris levendig water aan te bieden (!). Ignace Sullivai, directeur van Missio India, schonk voor de kapel in
Caritas/Melle een batik met de afbeelding van de Samaritaase en haar kruik. Waarom is dit verhaal zo geliefd? Water is van levensbelang voor mens,
plant en dier. Bronnen en waterputten zijn referentiepunten in het landschap.
Het boren van waterputten is een onmisbare schakel in het ontwikkelingswerk.
Bron en waterput zijn in de bijbel ontmoetingsplaatsen. Dit is al zo in de
tijd van de patriarchen. Een engel vond Hagar, de verstotene, bij een
waterbron in de woestijn (Gen. 16,7). Rebekka wordt bij een waterput
aangesproken door een dienaar van Abraham (Gen. 24,10-32). Eveneens bij een
waterput ontmoet Jakob zijn toekomstige vrouw Rachel, de dochter van Laban
(Gen. 29, 1-11). Mozes vluchtte na de doodslag op een Egyptenaar naar Midjan
en ging bij een bron zitten (Ex. 2,15), waar hij de dochters van Jitro en zijn
toekomstige vrouw Sippora ontmoette. Tijdens de exodus zorgt Mozes om het
brakke water zoet en drinkbaar te maken. Hij slaat later water uit de rots
(Ex. 17,6). Water krijgt er een geestelijke betekenis en verwijst naar de
Tora. Deze is als een bron die steeds water geeft. Het verhaal is een meditatie over de levensdorst. Drie leerlingen
verlangden van hun leermeester hulp bij zelfkennis. Deze bracht ze bij een
waterput. Hij wond een touw rondom de eerste leerling en liet hem neer in de
put. Nauwelijks is deze over de rand of hij schreeuwt en roept om opgetrokken
te worden: “Ik heb angst.” De tweede reageerde op dezelfde
manier. De derde zei echter: “Laat me maar naar beneden. Als ik roep
en ween, trek me niet op. Pas als je voelt dat het touw niet meer spant
en losser wordt, dan mag je me terug ophalen.” En het lukte.
Afdalen naar de diepte van jezelf geeft angst. Maar daar vind je jezelf en kom
je bij de waarheid over jezelf. . Dit oude symbool steekt in het verhaal van
Jezus en de Samaritaanse (Heinz
Behrends, Pinkstermaandag 04. 06. 2001 www. Göttinger Predigten in Internet) Het verhaal is sympathiek omdat Jezus er taboes in overschrijdt. Een
rabbi spreekt niet met een vrouw en Samaritanen onderhouden geen contact met
Joden. Deze remmen vallen weg omdat Jezus de concrete mens ziet, met haar
verleden, haar zorgen, haar vragen, haar toekomst. Jezus is vermoeid en afgemat. Stappen in de zon was lastig geweest.
Hij leunt bij het muurtje of de afsluting van de bron. Zijn vermoeidheid
verdwijnt wanneer hij de nood van iemand merkt en met deze persoon in gesprek
treedt. Bij vermoedheid nog attent zijn. Het wordt een gesprek met dubbele
bodem, dat uiteindelijk komt bij de echtheid van de liefde en de ontmoeting met
de Messias. Een achterdochtige Samaritaanse vrouw wordt van vragenstelster tot
verkondigster en getuige. Zij ontdekt in zich de bron van levend water, haar
door Jezus geschonken en ze leidt haar stadsgenoten naar Jezus. Naast deze flisten uit het verhaal van de Samaritaanse bij de waterput
zijn nog andere uitspraken te noteren. Jezus zegt dat “de redding
uit de Joden komt” (Joh. 4,22). De liturgie viert op 9 augustus
het feest van Edith Stein, medepatrones van Europa, Joodse vrouw en
karmelietes. Ze gebruikt op dit feest deze passage uit het evangelie over de
Joden (Joh. 4,20-23). Op de vraag waar wij God kunnen aanbidden, antwoordt Jezus dat wij God
overal kunnen ontmoeten in geest en waarheid. Hij relativeert daardoor
bedevaartplaatsen. “Als u wist wat
God wil geven” (Joh. 4,10). Zijn gave is de Geest,
die als een bron in ons kan opborrelen (Rom. 5,5) en die Jezus ons toewenst.
Met de Samaritaanse en met de doopleerlingen bidden we om levend water. Met alle christenen danken wij door Christus de Vader, de bron van alle
heiligheid. “Hij had de Samaritaanse reeds de gave van het geloof
geschonken toen Hij haar om water vroeg; en zó groot was zijn dorst naar haar
geloof dat Hij het vuur van de liefde in haar deed branden.” Dat
zijn Geest in ons mag leven en dat wij samen met de Samaritaans getuigen van
Gods gaven. Antoine Rubbens Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal Aandacht :
De informatie in dit bericht of in de
bijlagen ervan is enkel bedoeld voor de persoon of de entiteit tot wie het
bericht is gericht, en kan vertrouwelijke of persoonlijke zaken bevatten. Het
bekijken, doorzenden, verspreiden of ander gebruik van, of het actie ondernemen
vertrouwend of gebaseerd op deze informatie door andere personen of entiteiten
dan diegene voor wie ze bestemd was, is verboden. Als u dit bericht
verkeerdelijk hebt ontvangen, gelieve dan de afzender te contacteren en het
bericht van eender welk systeem te verwijderen, alsook eventuele kopies
ervan.
|
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.