Palmzondag
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbenspccaritas.be)
Date: Sat, 9 Apr 2011 00:22:15 -0700 (PDT)

Hij heeft zichzelf ontledigd (Fil. 2,7)

 

Hij had geen mijter en geen tiara.

Hij had geen troon en zocht er geen.

Hij had geen Mercedes en geen bonussen.

Hij kwam op een ontleende of opgeëiste ezel Jeruzalem binnen.

Hij kreeg er enkele dagen later geselslagen en een doornenkroon.

Op Goede Vrijdag droeg hij de kruisbalk naar Golgotha.

Hij had leerlingen, maar die waren toen op de vlucht.

Enkele jaren later hebben volgelingen van deze gekruisigde man zijn leven samengevat in een hymne.

Zij zagen in Hem een dubbele beweging, een van ontlediging en een van verheffing, deze van een slaaf en die van een heer.

Paulus heeft deze hymne overgenomen in zijn brief aan de Filippenzen.

Hij heeft ze overgeleverd als een kernstuk van ons geloof.

We krijgen deze aloude hymne als toegang tot de Goede Week.

Ze trekt ons mee in die beweging om Jezus te belijden als Heer en Hem te volgen in zijn dienstwerk.

Monniken hebben deze hymne op muziek gezet en ze gezongen in hun abdijen: « Christus factus est pro nobis obediens usque ad mortem, mortem autem crucis.  Propter quod et Deus exaltavit illum et dedit illi nomem, quod est super omne nomen. » 

 

We horen in de tonen van deze Gregoriaanse parel het afdalen van Jezus in de diepte en zijn opstijgen naar de Vader.  Zijn ontlediging leidde tot zijn verheffing.  “Christus is gehoorzaam geworden tot de dood; tot de dood aan het kruis.  Daarom heeft God hem hoog verheven en hem een naam gegeven boven ieder naam” (Fil. 2,8-9).

 

Die oude hymne raakt het wezen van Jezus en drukt zijn diepste motivatie uit.  Zijn leven beweegt van boven naar beneden, van God naar de mens.  Langs het dienstwerk van een slaaf tot en met de dood leidt Jezus ons het leven binnen.  Jezus zelf heeft het zo pakkend uitgebeeld in zijn onvergetelijk gebaar op Witte Donderdag.  Hij legde toen zijn bovenkleed af, omgorde zich met een linnen doek en begon de voeten van zijn leerlingen te wassen (Joh. 13, 4-5).  Hij stelde dit gebaar “in het bewustzijn dat de Vader hem alles in had gegeven en dat hij van God was uitgegaan en naar God terugkeerde” (Joh. 13,3).

 

Jezus handelt vanuit deemoed.  Romano Guardini schrijft daarover in zijn boek De Heer: “De deemoed vindt zijn oorsprong niet in de mens.  Zijn weg gaat niet van beneden naar boven, doch daalt uit de hoogte neer.  De deemoed vindt zijn oorsprong niet in de mens.  Zijn weg gaat niet van beneden naar boven, doch daalt uit de hoogte neer.  De houding van de kleine, die zich voor de grotere buigt, is niet deemoedig, maar eerlijk; deemoedig wordt pas de grote, die zich voor de kleine buigt.  In de ogen van een dergelijk mens heeft het kleine een geheimzinnige waardigheid.  Dat hij deze waardigheid ziet, haar opheft en zich voor haar buigt, is deemoed.  De deemoed ontspringt in God en richt zich tot het schepsel.  Dit is een groot mysterie.  De Menswording is de deemoed die eraan ten grondslag ligt (Fil. 2,5-10).  Eerst van daaruit kan de deemoed in de mens bestaan” (Op. cit., p. 463).

 

De deemoed van Jezus heeft haar oorsprong in zijn waardigheid en grootheid.  De Duitse priester denker reageert tegen het gevaar om Jezus te herleiden tot iemand die ons een voorbeeld geeft.  Wij verminken de heilige gestalte van Jezus door de mening dat Hij voortdurend ‘voorbeelden heeft gegeven.  “Natuurlijk, zo vervolgt Guardini, heeft Hij voorbeelden gegeven, - Hij was het voorbeeld zonder meer.  Doch de gestalte van de Heer verliest alle oorspronkelijkheid, wanneer men haar voortdurend in een paedagogische houding ziet.  Daardoor krijgt zijn zuivere beeld een zekere onnatuurlijkheid en tenslotte ook een zekere onwaarheid.  Neen, Christus heeft onder zijn leerlingen geleefd en van keer tot keer gedaan wat van het ogenblik uit juist was, zonder uitdrukkelijk aan het ‘voorbeeld’ te denken.  Maar juist doordat Hij er niet aan dacht, werd het tot voorbeeld, omdat het echt was, juist, wezenlijk.  Het voorbeeldelijke van de Heer ligt daarin, dat in Hem het christelijk leven begint.  Hij grondvest de mogelijkheid Christen te zijn, toont aan wat dit betekent en schenkt er de kracht toe.  Navolging betekent echter niet Hem ‘nadoen’ – welke onnatuurlijke en aanmatigende gevolgen zou dat hebben! – doch in Hem leven en van zijn Geest uit van uur tot uur het goede doen” (Op. cit., p. 463).

 

Veel mensen zijn onder de indruk gekomen van de film van Xavier Beauvois Des hommes et des dieux over de gemeenschap van Tibhirine.  In de nacht van 26 op 27 maart 1996 zijn ze opgepakt in hun abdij en twee maanden later vermoord.  Ze leven verder door dit pakkend getuigenis van gemeenschap, van gebed en van solidariteit vooral met moslims in het Atlasgebergte waar hun abdij was opgericht. 

 

In hun leven en sterven spreekt degene die zich niet vastklampte aan eigen eer.  Tegenover heersers die hun volk onderdrukken en tegenover leiders die hun macht misbruiken, kent Jezus een belangrijke plaats toe aan wie anderen dienen.  Hij wijst naar de Mensenzoon, die Jeruzalem binnengaat en die “niet gekomen is om te gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen” (Mt. 20,25-28).

 

Zijn Naam doet ons herleven.  Hij is onze hoop, hier en voorgoed (ZJ 369).

 

Antoine Rubbens

 


  Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal


Aandacht :
 
De informatie in dit bericht of in de bijlagen ervan is enkel bedoeld voor de persoon of de entiteit tot wie het bericht is gericht, en kan vertrouwelijke of persoonlijke zaken bevatten. Het bekijken, doorzenden, verspreiden of ander gebruik van, of het actie ondernemen vertrouwend of gebaseerd op deze informatie door andere personen of entiteiten dan diegene voor wie ze bestemd was, is verboden. Als u dit bericht verkeerdelijk hebt ontvangen, gelieve dan de afzender te contacteren en het bericht van eender welk systeem te verwijderen, alsook eventuele kopies ervan.

Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.