zeventiende zondag A
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbenspccaritas.be)
Date: Sat, 16 Jul 2011 00:42:30 -0700 (PDT)

In alles bevordert Hij het heil voor wie Hem liefhebben (Rom. 8,28)

 

Wij weten dat God in alles het heil bevordert van die Hem liefhebben, van hen die volgens zijn raadsbesluit geroepen zijn.”  Dit is de vertrouwde tekst volgens het zondagslectionarium.  In de NBV is de vertaling lichtjes anders: “Wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.”

 

Voor wie God liefhebben komt alles ten goede.  Of ook nog: Voor hen, van wie God houdt, komt alles ten goede.  Hoe zou ik kunnen twijfelen aan de juistheid van wat hier wordt gezegd? 

 

En toch.  Er gebeuren slechte dingen zowel voor mensen die van God houden als voor mensen, die beweren dat ze met hem geen rekening houden.  Natuurrampen, zo frequent in de voorbije jaren (Haïti, Pakistan, Japan); miljoenen slachtoffers van oorlogen; de dagelijkse lijst van ongevallen en ongelukken en aanslagen (Afghanistan, Mumbai); de vele zieken en de moreel gekwelde mensen door onenigheid en onvrede.  Elke dag kunnen we de vragen uit het boek Job aanhalen, ze hertalen en aanvullen. 

 

Geven we niet een slecht beeld van God, door te beweren dat alles zomaar volgens zijn raadsbesluit verloopt?  Is God een super-pc, waarin alles bepaald is en vooraf beschreven is hoe alles zal verlopen?  Is het niet beter God te ontmoeten als de God van de belofte, die de mens zegent en oproept om te groeien?  Gods beloften gedaan aan Abraham krijgen hun meest geslaagde uitdrukking in Jezus.  Jezus bleef doorheen alles Gods welbeminde Zoon, al is hij door het lijden gegaan dat mensen hem hebben aangegaan. 

 

Gods belofte betekent niet dat wij van het lijden gespaard blijven.  In Jezus heeft Hij getoond dat Hij zijn Zoon niet in de steek liet.  In het boek Job belijdt de lijdende en zwaar beproefde man Job: “Ik geloof dat God mijn Redder leeft.”  Alle schrijvers van het Nieuwe Testament beamen dat Christus door het lijden en de dood is gegaan en door zijn Vader is opgewekt.  Daar is de grondslag van de hoop, die christenen kenmerkt en van dewelke Paulus in de Romeinenbrief getuigt.  Door Christus delen wij in de redding. 

 

Paulus heeft hiermee een aantal kostbare schakels aaneengeregen voor de kraal van zijn geloofsbelijdenis.  Jezus Christus is de eerstgeborene van ons allen.  In hem zijn we voorbestemd, geroepen, gerechtvaardigd.  In hem wacht ons de verheerlijking.

 

Was Paulus een pessimist of een optimist?  Hij fundeerde in ieder geval zijn hoop op Christus en niet op een al of niet van nature optimistische kijk op de dingen.   Hij raakt met zijn uitspraak het sprankelletje hoop dat in elke mens verborgen zit.  Bij de zovele redenen die we kunnen aanhalen om op te geven overheerst het fundamenteel vertrouwen om voort te doen en te willen leven.  De pessimisten hebben gelijk, maar het zijn de optimisten die de wereld veranderen.

 

Pessimistische en optimistische visies doorkruisen elkaar.  Hoe loopt het af met de wereld?  Gaan we erop vooruit of achteruit?  Komt bij elke vooruitgang niet een nieuwe bedreiging opsteken?  Teilhard de Chardin (1881-1955) was zeker een groot optimist.  Hij zag de wereld op weg naar grotere liefde en meer menswording.  Ook de negatieve dingen van oorlogen dragen bij tot het goede. 

 

Naar gelang onze gezindheid vinden we wellicht voorbeelden om te staven dat alles toch goed komt.  Wat eens een tegenslag was, kan een stap geweest zijn tot een nieuw begin.  Een mislukking kan een uitdaging worden.  Maar er zijn ook mensen die eraan ten onder gaan en tegenover wie we ons totaal onmachtig voelen.

 

In zijn autobiografie De getemde tijger verwijst Tony Anthony naar de inzichten van Paulus bij Rom. 8, 28  God leidt alles ten goede.  Hij gebruikt daarvoor volgend verhaaltje.  Eén man overleefde een schipbreuk.  Hij komt op een eiland, dat helemaal verlaten is.  Hij voelt zich in een hopeloze situatie, door God verlaten.  Het enige wat hij kan doen is een hut bouwen om zich tegen de weersomstandigheden te verdedigen.  Op een dag was hij voedsel gaan zoeken en ziet bij zijn terugkeer zijn hut in brand tengevolge van verzengende middagzon.  Hoe kan God zoiets toestaan, vraagt hij wanhopig.  ‘s Nachts lag hij onder een boom en had het kou.  De volgende dag wekken reddingswerkers hem.  “Hoe hebben jullie mij kunnen vinden?”, vraagt hij.  “We zagen de rooksignalen” zeiden ze.

 

Hij voegt er een tweede verhaaltje aan toe om te bevestigen dat als je jouwe vertrouwen in Jezus Christus stelt, je niet verslagen zal worden.  Door elke situatie is God een goed werk voor jou aan het doen.

 

Er was eens een jongen die met zijn vlieger aan het spelen was.  Het was een mistige dag en zijn grootvader kwam bij hem en zei; ‘Wat ben ja aan het doen?’  De jongen antwoordde: ‘Ik ben aan het vliegeren.’  De grootvader plaagde hem: ‘Ik zie geen vlieger daarboven.’ De jongen keek omhoog en kon hem ook niet zien.  Hij dacht daar even over na en zei dan: ‘Maar ik weet dat hij daar is.  Ik kan hem aan het touw voelen trekken.” (Getemde tijger, p. 234).

 

Antoine Rubbens

 


  Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal


Aandacht :
 
De informatie in dit bericht of in de bijlagen ervan is enkel bedoeld voor de persoon of de entiteit tot wie het bericht is gericht, en kan vertrouwelijke of persoonlijke zaken bevatten. Het bekijken, doorzenden, verspreiden of ander gebruik van, of het actie ondernemen vertrouwend of gebaseerd op deze informatie door andere personen of entiteiten dan diegene voor wie ze bestemd was, is verboden. Als u dit bericht verkeerdelijk hebt ontvangen, gelieve dan de afzender te contacteren en het bericht van eender welk systeem te verwijderen, alsook eventuele kopies ervan.

  • (no other messages in thread)

Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.