Bezinning bij / surfen
naar:
‘Ik heb geen tijd – Daar heb ik nu geen tijd voor.’
Dat, zusters en broeders, zijn twee heel populaire zinnetjes. Want
mensen, wij, hebben geen tijd. Geen tijd voor onszelf, voor elkaar
en voor God. En waarom hebben we geen tijd? Omdat wij, omdat mensen
– het zo druk hebben. We hossen van het een naar het ander, moeten
dit nog doen en dat nog doen, en de boodschappen wachten, en het
werk en de kinderen en de kleinkinderen en die vergadering en de
televisie, de tuin, de file … vul zelf maar in. Soms heb ik de
indruk dat wij, dat mensen als ratten ronddraaien in een molentje
zonder einde.
Was tijdsgebrek misschien
de reden waarom de genodigden in de parabel niet naar het
bruiloftsfeest konden komen? Waarschijnlijk niet, want ze waren
beslist al maanden van tevoren uitgenodigd. Ze hadden dus kunnen
plannen. Maar misschien hadden ze het in al hun drukte vergeten te
noteren in hun toch al overvolle agenda, en hadden ze dus effectief
geen tijd. Hoe dan ook, ze komen niet, ze gaan naar hun akker of
naar hun zaken, en sommigen vergrijpen zich zelfs aan de dienaren
van de koning. Ik denk dat we daar met zijn allen vol onbegrip
zitten naar te luisteren. Allee, dat doe je toch niet, mensen die je
komen uitnodigen vermoorden. Wellicht hebben we evenmin begrip voor
de koning, die op zijn beurt de moordenaars laat ombrengen en hun
stad in brand laat steken. Merkwaardige reacties zijn dat, maar als
we even om ons heen kijken, zien we dat er ook vandaag veel zinloos
geweld is, en dat volgens sommigen een belediging alleen met geweld
kan worden uitgewist. Die koning was zwaar beledigd, dus zijn eer
moest gewroken worden.
Tot daar het verhaal
zoals het zich zou kunnen afspelen, maar belangrijker is wat het ons
wil vertellen. En dat is dat God ieder van ons uitnodigt op zijn
feestmaal. Dat feestmaal, dat is het Rijk van God, dus het rijk van
liefde, vrede, gerechtigheid en vreugde. Als de genodigden niet
willen ingaan op de uitnodiging, stuurt de koning zijn dienaren de
straat op. Die brengen iedereen mee die ze ontmoeten, slechten zowel
als goeden – zo staat het letterlijk in de tekst. Wellicht reageren
we opnieuw met enig onbegrip, want waarom mogen ook de slechten naar
het feest komen?
Maar eigenlijk klinkt ons
dat heel bekend in de oren. Je kent het wel: “Ik doe zo mijn best,
ik probeer een goede christen te zijn, maar ik krijg er niets voor
in de plaats. Integendeel, als er iemand ongeluk heeft met zijn
gezondheid, met zijn gezin, zijn werk en noem maar op, dan ben ik
het. En zij die er maar op los leven, zij die zich niets aantrekken
van God en gebod, zij hebben alle geluk.’ Het is een klacht die we
allen kennen, en misschien leeft hij ook in onszelf. We zijn
gelovig, we doen ons best, en we krijgen er niets voor in de plaats.
Zusters en broeders, zo
werkt het niet. God laat de zon voor iedereen schijnen, en de regen
die de aarde vruchtbaar maakt, houdt niet op aan de akker van de
ongelovige. Immers, God nodigt iedereen uit op zijn gastmaal, en
iedereen is vrij daar wel of niet op in te gaan. Wij hebben ervoor
gekozen de uitnodiging te aanvaarden en we hebben zelfs de passende
feestkledij aangetrokken. Welnu, ik denk dat in die keuze ook de
zogenaamde beloning ligt. We kiezen namelijk voor een leven waarin
liefde en vrede centraal staan, waarin aandacht voor de medemens
vanzelfsprekend is, waarin geen plaats is voor haat en nijd, en
waarin wanhoop geen kans krijgt. Ik denk dat dit leven ons gewoon
gelukkig maakt, veel gelukkiger dan een leven waarin liefde, vrede
en vreugde geen kans krijgen.
Laten we dus maar blijven
ingaan op de uitnodiging voor Gods feestmaal, en laten we er
vandaag, op deze nationale ziekendag, eens aan denken dat we zelf
bij tijd en stond zo’n feestmaal kunnen aanrichten voor de zieken
onder ons. Een feestmaal dat niets meer hoeft te zijn dan een
bezoekje, een opbeurend woord, een luisterend oor, een hartelijke
blik, een bloemetje, een schouderklop. Aandacht dus.
Zusters en broeders,
waarop wachten we om naar Gods feestmaal te trekken en zelf een
feestmaal te zijn voor elkaar en voor onze medemensen?
Amen.
Download deze preek in
Microsoft Word
formaat |