bij A 28 | <– Date –> <– Thread –> |
From: Mieke De Jonghe (mdejonghe![]() |
|
Date: Sat, 8 Oct 2011 13:31:24 -0700 (PDT) |
Het Rijk der Hemelen, dat is niet een plek en niet een
tijdsperiode.
Het Rijk der Hemelen is iets voor overal en
altijd. Het is vooral iets waaraan moet gewerkt
worden? Dag in, dag uit, krijgen we daar gelegenheden
voor en we zijn vrij om op de uitnodigingen in te gaan of
niet. Verhalenderwijs heeft Jezus het over een feest waarvoor
de gastheer de ene verontschuldiging na de andere te horen
krijgt. Als dat niet frustrerend is! Hij verruimt dan de groep van genodigden en ja hoor, er
komt volk. Gasten van allerlei pluimage allicht, en ze zijn allen
welkom. Behalve wie niet de gepaste kledij
draagt. Naar een belangrijk feest gaan, is geen
tussendoortje: je bereidt je erop voor en de gastheer zal dat merken van zodra je
aankomt. God is die gastheer, de gevierde is zijn
Zoon. In afwachting van 'het grote
feestmaal' krijgen we vele kansen om onze bereidheid tot deelname te
tonen. Dat doen we niet hals over
kop, we mogen wat tijd nemen om herkenbaar voorbereid op te
dagen. Een feestelijk kleed is maar een uitwendig
teken, maar door alles heen ziet
God of je in je hart plaats hebt gemaakt voor
Hem. Ik las in een duidingstekst* een kernachtige bedenking over al de excuses van de
genodigden: "Ze kwamen niet. Niet omdat ze geen honger hadden. Omdat ze vol waren van
zichzelf." * Ward Bruyninckx (federatie
St.-Andries-St.-Michiels-Brugge) - tekst verspreid via de
Prekengroep 2010 - 2011 - A 28 |
Attachment:
46 = 2011 10 09 = A28.doc
Description: MS-Word document
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.