preek Mailing List: homilie

[paul ghyssaert (p.ghyssaert]

A 33^e zondag door het jaar - De gelijkenis van de talenten

 

Eens was Matteüs (de evangelist) bij mensen. Mensen die in Jezus geloofden. Je weet hoe dat gaat bij mensen? Ze vertellen elkaar wat er gebeurd is in de voorbije week of wat hen zoal bezighoudt.

?Weet je waar ik de laatste tijd steeds aan moet denken?? zei Matteüs. ?Aan een verhaal dat Jezus niet lang voor zijn heengaan aan zijn leerlingen vertelde. Het ging over zeer waardevolle munten, over talenten.?

Sommige mensen kenden het verhaal: een verhaal waarin talenten een beeld zijn voor de positieve dingen die mensen bezitten, zoals dienstbaarheid, vertrouwen, zorgzaam omgaan met mensen, liefde, ? Allemaal waarden die mensen bezitten.

Maar er waren ook mensen die het verhaal niet kenden. ?Vertel ons dat verhaal, Matteüs!?

?Ik heb het opgeschreven,? zei Matteüs. ?Hoor maar.?

?Er was eens een landheer die op reis zou gaan naar verre streken. Voor zijn vertrek riep hij zijn drie dienaren bij zich. ?Ik vertrouw jullie mijn land toe,? zei hij. ?Het is een mooi land, vruchtbare grond, maar als je niet uitkijkt, groeit ook het onkruid. Zullen jullie goed voor alles zorgen?? Dat beloofden ze.

Ja dat gaat nu eenmaal zo in het leven. Er is altijd wel onkruid te vinden: dingen die negatief zijn zoals egoïsme, onverdraagzaamheid, verspilzucht.

 

De landheer gaf vijf talenten aan de eerste dienaar, de tweede kreeg er twee, de derde dienaar ontving één talent. De eerste dienaar kreeg dus meer dan de tweede, en de tweede weer meer dan de derde. Want het is ongelijk verdeeld in de wereld, de één kan meer dan een ander, en die ander weer meer dan een derde. Maar wat iederéén kan, is goed je best doen en er voor zorgen dat je er, met de talenten die aan jou zijn toevertrouwd, iets moois van maakt.

De landheer vertrok. De eerste dienaar ging meteen aan de slag. Hij kocht voor vijf talenten zaaigoed en een hark en een schoffel en een grote gieter, en toen het koren was gemaaid, kreeg hij er tien talenten voor. De tweede dienaar wist ook van aanpakken, met zijn twee talenten kocht ook hij zaaigoed en gereedschap, en toen het koren was gemaaid, kreeg hij er vier talenten voor. De derde dienaar, die één talent ontvangen had, dacht: ?Ach, wat heb ik met die landheer te maken, het is zijn grond, niet de mijne. Ik ga me voor hem niet uitsloven, het enige wat ik zal doen is ervoor zorgen dat geen dief dat geld kan stelen. Ik graaf een gat in de aarde en daar stop ik dat talent in. Wanneer de landheer terugkeert, kan hij het weer netjes terugkrijgen.?

 

Na enige tijd kwam de landheer terug en hij liet zijn drie dienaren komen. ?Wat hebben jullie tijdens mijn afwezigheid gedaan??

De eerste dienaar zei: ?Heer, u hebt mij vijf talenten toevertrouwd, zie, ik heb er vijf talenten bijverdiend.? ?Dat is mooi,? zei de landheer. ?Jij hebt de talenten die ik je gaf verdubbeld, ik geef vandaag een groot feest, ik wil dat jij ook komt, je bent van harte uitgenodigd.?

De tweede dienaar zei: ?Heer, u hebt mij twee talenten toevertrouwd, zie, ik heb er twee talenten bijverdiend.? ?Dat is mooi,? zei de landheer. ?Jij hebt de talenten die ik je gaf eveneens verdubbeld, ook jij bent van harte uitgenodigd voor mijn grote feest.?

De derde dienaar zei: ?Heer, u gaat naar verre streken en u laat mij voor uw bezit zorgen. Maar word ik daar beter van? Ik heb er dan ook niets mee gedaan, met dat ene talent dat u mij gaf, ik heb het zolang in de grond gestopt, voor alle zekerheid. Hier hebt u het terug.?

De landheer werd boos. ?Heb je dan niet gezien hoe mooi het land is, hoe mooi de mensen zijn. Ik heb je dat alles toevertrouwd, opdat mensen vruchtbaar worden in het leven. Vind jij het dan helemaal niet erg wanneer het onkruid harder groeit dan het koren? Vind je het dan helemaal niet erg dat je geen aandacht hebt voor mensen die het moeilijk hebben?

Was dat alles wat je deed met het talent dat ik je gaf: het als een dood ding in de grond stoppen? Het minste wat je had kunnen doen, was dat talent op de bank zetten, dan had ik er nog rente van gekregen. Jij bent niet welkom op mijn feest, ik wil je nooit meer zien.?

?Begrijp je,? zei Matteüs tegen de mensen, ?waarom ik de laatste tijd steeds aan deze gelijkenis moet denken?? ?Ja, dat begrijpen we,? zegden de mensen, ?het is echt een verhaal voor ons nu Jezus niet meer zichtbaar onder ons.

 

Maar begrijpen wij het verhaal?

We leven in een wereld waar mensen aan ons zijn toevertrouwd. Mensen zijn niet je bezit. Ze zijn je gegeven, ook al vind je niet iedereen even leuk. We hebben ook elk talenten gekregen: een talent van goedheid, een talent van bekommerd zijn om je man/vrouw of je kind/kleinkind, een talent van luisteren en meeleven wat een buur of een kennis overkomt, een talent om aandacht te schenken aan mensen die het niet zo gemakkelijk hebben in het leven, ?

Hoeveel talenten je bezit, is niet belangrijk. Als je er maar wat mee doet! Of stop je je talenten in de grond? Daar heeft niemand wat aan en jijzelf ook niet!

Heb je gehoord hoe de vrouw in de eerste lezing omgaat met haar talenten? Talenten verstop je niet! Je gebruikt ze voor mensen, opdat zij iets mogen ontdekken van de vreugde die er in het leven kan zijn.  

Gebruiken we dus maar onze talenten en we hebben er allemaal. De wereld kan er alleen maar mooier van worden. Of zoals Jezus het gezegd heeft: Gods rijk is hier en nu al bezig vorm te krijgen: daar waar mensen hun talenten gebruiken voor anderen.  

 

Geïnspireerd op het verhaal in de kinderbijbel van Nico ter Linden.

Paul Ghyssaert

 

Attachment: A 33e zondag door het jaar.doc
Description: MS-Word document