tweede zondag van de advent | <– Date –> <– Thread –> |
From: Miguel Dehondt (miguel.dehondt![]() |
|
Date: Wed, 30 Nov 2011 15:28:07 -0800 (PST) |
Lieve mensen, het beeld in beide lezingen van vandaag is hetzelfde.
Het gaat over een weg banen, paden recht maken, hindernissen wegnemen voor de
komst van de Heer. Als die weg er is dan houdt niets de komst van die Heer
tegen. Jesaja en Johannes zijn echte profeten: ze mogen aankondigen voor wie
men de weg baant en alles klaar maakt. Johannes heeft het over iemand die
groter is dan hem; Jesaja heeft het over niemand minder dan God zelf maar dan
in zijn zachtste en meest zorgende vorm: dat van een herder die met zachte hand
zijn kudde weidt. Voor mensen van die tijd een heel klaar en duidelijk beeld.
Nee, er staat niet dat Hij komt als despoot of strenge koning en toch is zijn
heerschappij sterk en overduidelijk. De toekomst is aan de zachte krachten. Johannes
en Jesaja mogen dan wel gezagvolle en invloedrijke persoonlijkheden geweest
zijn, ik kan me toch niet van de indruk ontdoen dat hun profetie toendertijd op
de nodige scepsis en wantrouwen zal onthaald zijn. Mensen zijn immers van
nature meer geneigd om te vertrouwen op macht en sterke kracht, op bezit en
wapens. Meteen komen we bij de eerste en in mijn ogen grootste hindernis die op
de weg moet worden geruimd: het wantrouwen tegenover wat aangekondigd wordt
omdat men in zijn vertrouwen veel te vaak bedrogen is. Het Joodse volk kreeg
die boodschap te horen midden in de ballingschap, op een moment dus dat
iedereen twijfelde aan God zelf met zijn mooie naam : “Ik zal er zijn”,
ja waar was Hij op dat moment ? Johannes mag een sterke figuur aankondigen maar
hij vermoedt wellicht al waar het zal eindigen ook voor zichzelf. En wij, ja,
waar staan wij als gelovigen voor het moment ? We hebben het gevoel bedrogen te
zijn en in de zak gezet langs alle kanten. We maken de implosie mee van een Kerk
waarvan we dachten dat ze op alles een antwoord kon geven, van de wieg tot het
graf. Heel dat gelovige kader, die gemeenschap waarin we ons thuis voelden, het
valt weg of is verdampt. Maar hetzelfde geldt voor onze politieke en
maatschappelijke instituten, ons bankwezen. Er lijken geen zekerheden meer.
Enkele dagen geleden hoorde ik Slavoj Zizek, een Sloveense filosoof en
eigenlijk een moderne profeet met de stijl van Johannes de Doper de vinger op
de wonde leggen: hoed u voor ideologieën zoals het kapitalisme. We zitten erin
gevangen. Het belooft alles maar slaagt er niet in te geven wat het verkondigt.
In plaats van vrijheid brengt het slavernij. Het laat de mens die zich bedrogen
voelt alleen maar achter met een diep wantrouwen tegenover alles en iedereen.
Hoe hard en vernietigend dit ook mag klinken ten aanzien van onze tijdsgeest,
toch gaf het mij geen leeg en negatief gevoel. Want eindelijk eens iemand die in
het denken probeert een uitweg te zoeken naar waar we zijn vastgelopen.
‘Uitweg’, een mooi woord: een weg er uit; op zijn manier probeert
hij een nieuwe weg te banen doorheen of uit de woestijn. Er klinkt een
verlangen door naar een nieuwe maatschappij met meer gelijkheid ook al is dat mij
voorlopig niet helemaal duidelijk hoe hij dat ziet of ziet te realiseren. Ook
al kan ik hem niet op alle vlakken volgen hij geeft mensen toch het gevoel: we
zijn niet verloren, er is nog toekomst. Laat het nu net datgene zijn wat we met
de Advent proberen duidelijk te maken. Welzijnszorg maakt ons duidelijk dat
armoede maar ook de weg en toekomst, hoop bieden geen kinderspel is. Ik lees
nog eens Jesaja, denk aan het wantrouwen dat zo’n hindernis op onze weg
is naar Kerstmis en vraag me af waarin toch wel die troost lag voor het volk
van Israël. Juist, in die vertrouwvolle belofte gelegen in Gods naam: ‘ik
zal er zijn’. Als wij daar nu eens werk van zouden kunnen maken hier en
nu voor elkaar en die naam zouden kunnen waarmaken. Baan-brekend, hindernis-wegnemend
toch ?! Als ouders kunnen laten voelen aan hun kinderen: wees niet bang, ik ben
er en zal er altijd zijn. Kinderen aan hun behoeftige bejaarde ouders: we
zullen er zijn voor jullie. Als partner, vriend, collega: ik ben en zal er zijn
voor jou. Zeg ik nu revolutionaire dingen ? Nee toch ? Alleen laten we niet
ontmoedigd geraken. Vertrouwen is een lange weg met vallen en opstaan, vraag
het maar aan onze regeringsonderhandelaars… |
-
Tweede zondag van de advent homilie, November 30 2009
- tweede zondag van de advent Miguel Dehondt, November 30 2011
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.