tiende zondag door het jaar B | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sun, 3 Jun 2012 11:03:03 -0700 (PDT) |
Waar zijt gij?
(Gen. 3,9) Verhalen uit verre tijden, misschien uit
de tijd waarin de dieren spraken, maar allezins uit een tijd, waarin God reeds
aanwezig was. In twaalf hoofdstukken brengt het boek Genesis verhalen over het
begin. We noemen ze de oergeschiedenis. Ze begint met een hymne. Deze komt
uit een priesterschrift. Meestal is dit saai of toch niet? Hun eerste
bladzijde is er een over zeven dagen, die zijn gevuld met het scheppingswerk
van God. Een opsomming en toch niet eentonig, geschreven met zin voor poezie
en lofgezang. Eén groot refrein: “God zag dat het goed was.” Het
klinkt als in het zonnelied van Franciscus. Het is een hoopvolle kijk op de
wereld, want deze is verbonden met God. De visie op God als schepper brengt
een eenheid in het universum. We lezen deze bladzijde in de paasnacht. Pasen
is de achtste dag, waarin we de eerste schepping herdenken en de nieuwe
schepping in Christus vieren. God komt aan het woord. Maar pas in
zijn relatie met de mensen gebruikt hij de belangrijke persoonlijke
voornaamwoorden: wij, ik, gij (Gen. 1, 26.28). “Ik geef jullie alle
zaaddragende planten en alle vruchtbomen op aarde dat zal jullie voedsel zijn”
(Gen. 1,29). Hij spreekt Adam, de mens, aan met ‘gij’, wanneer hij
hem in de tuin plaatst en hem alles toevertrouwt. Hij stelt hem daar voor
grenzen, waardoor deze juist zijn vertrouwen kan uiten. In de tuin stelt God
zijn eerste vraag aan de mens: “Mens waar ben jij?” Deze
kon toen nog niet antwoorden met Heinrich Boll: “Mensch, wo bist du?
Ich war im Krieg.” Of toch. De mens voelde al de scheuren in
zichzelf en bij zijn medemens. Hij merkt bij zichzelf en de andere de
schamelheid. Hij heeft schuldbesef, maar gebruikt toch mechanismen om de
verantwoordelijkheid op anderen af te schuiven. God wil de mens met deze vraag niet
verpletteren. Hij roept hem tot verantwoordelijkheid. Vanin de
oergeschiedenis verzekert God de mens dat hij met hem zal meegaan, ook buiten
het paradijs. Een mens dankt zijn bestaan aan de Schepper. “Ontvangen
gaat het handelen vooraf. Gewoonlijk vragen wij eerst: ‘Wat moeten
we doen?’ Deze gewone vraag moeten we beantwoorden met een ongewone: ‘Van
wie ontvangen wij iets?’ Dit geeft het onderscheid tussen religie en
moraal. Religie is in eerste instantie een geopende hand om gaven te
ontvangen; pas in tweede instantie een werkzame hand om de ontvangen gaven uit
te delen” (H. Zahrnt, Leben als ob es Gott gibt, p. 23-24). De mens zit vol vragen. Ze leven in elk
mensenhart en zijn te horen in verhalen van andere volkeren. De traditie van
de Jahwist, zoals de tweede bron van het boek Genesis genoemd wordt, kent ze
heel goed. Vanwaar komen de dingen, hoe hangen ze samen? Wat is de plaats van
de mens daarin? Wat heeft hij te doen? Waarom ben ik een wezen van verlangen?
Vanwaar deze zoektocht naar een verloren paradijs? Waarom trekt een andere
mens mij aan? Man en vrouw zijn op elkaar gericht, zo verschillend en toch
volledig gelijk.. Wat verklaart de gang van het hart van de mens? Drie dingen zijn
te wonderlijk voor mij, vier dingen kan
ik niet bevatten: de vlucht van
een arend hoog aan de hemel, het glijden van
een slang over de rots, de vaart van een
schip op volle zee, de weg van een
man naar een meisje (Spreuken, 30,18-19). Maar vanwaar komt het kwaad in de
wereld? Waarom doodt een broer zijn broer? Waarom: is er geweld? Er is
zoveel kwaad dat zelfs God zou twijfelen aan de wereld. Daarmee worstelt het
verhaal van Noach over de grote vloed en over de regenboog van belofte. Van waar komt het lijden? Waarom mag ik
niet alles wat ik kan en waarom bestaan wet en geboden? Hoe komt het dat er
grenzen zijn, die ik niet kan ontsluiten? Wat bij scherven? Hoe leven met
ontnuchtering? Van waar komt de schuld? Je lost ze niet op met te zeggen:
pieker niet over het verleden. “Mijn kwaad staat me steeds voor ogen”
(ps. 51). Waar sta ik met mijn schuld en tegenover wie? Kan ik die
afschuiven? Komt het kwaad van buiten mij? Zijn Adam en Eva beide onschuldig
en is het kwaad iets dat hun beiden overtreft en buiten hen, bij een slang kan
worden gelegd? God bevraagt de mens en blijft om hem
bekommerd. Ook buiten het paradijs laat hij de mens niet alleen. Adam en Eva
verlieten het paradijs. “We blijven samen”, zei Eva.
“We keren terug naar de tuin.” En ze legde haar arm op Adam
en keek hem liefdevol aan. “Is die tuin er nog?”, vroeg
Adam verwonderd. “Ja zeker”, zei Eva. “Hoe kan
jij dat weten”, replikeerde Adam een beetje nijdig. “Man,
van waar komen de wijnranken, die jou heb gebracht en vanwaar zou ik de knol
van de vuurlelie gehaald hebben en vanwaar, denk je, heb ik die schone,
fonkelende steen?” Adam vroeg haar vanwaar ze dat alles had
gehaald? Waarop Eva antwoordde: “De engelen hebben dit mij van over
de muur toegeworpen? Als we er komen, roep ik de engelen en zij zullen voor
mij de poort openen.” Adam schudde voorzichtig zijn hoofd terwijl
een verre wat duistere herinnering over hem kwam. “En dan juist aan
jou hebben ze dit gegeven!!!” En terwijl hij dit zei begon hij te
lachen, luid en hartelijk, voor de eerste keer sinds lange tijd. (Marie Luise
Kaschnitz, geciteerd bij H. Zahrnt, Westlich von Eden p. 40). Buiten
het paradijs blijft het de mens gegund om te zingen en te genieten. Antoine Rubbens Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal Aandacht :
De informatie in dit bericht of in de
bijlagen ervan is enkel bedoeld voor de persoon of de entiteit tot wie het
bericht is gericht, en kan vertrouwelijke of persoonlijke zaken bevatten. Het
bekijken, doorzenden, verspreiden of ander gebruik van, of het actie ondernemen
vertrouwend of gebaseerd op deze informatie door andere personen of entiteiten
dan diegene voor wie ze bestemd was, is verboden. Als u dit bericht
verkeerdelijk hebt ontvangen, gelieve dan de afzender te contacteren en het
bericht van eender welk systeem te verwijderen, alsook eventuele kopies
ervan.
|
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.