Derde Adventszondag C | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sat, 8 Dec 2012 00:39:18 -0800 (PST) |
Verheug u en wees blij, Jeruzalem (Sef. 3,14) Vreugde
kent variaties en gradaties. Ze
begint van zodra dat wat vreugde brengt in het vooruitzicht wordt gesteld. Ze
groeit naarmate die dag naderbij komt. Ze
is volkomen wanneer de bron van vreugde in ons midden is. Vreugde
om wat eens zal komen.. Vreugde
wanneer het aankomt, Vreugde
wanneer het verlangde er echt is. Vreugde
van verliefden, blijdschap bij hun verloving, jubel bij hun huwelijk, dank
wanneer de wederzijdse trouw tot het einde is volgehouden. Vreugde
van de advent, omdat heil en genade ons is toegezegd. Vreugde
van kerstmis wanneer de Heer in ons midden is. Vreugde
wanneer zijn aanwezigheid in ons groeit. De
derde adventszondag is door deze drievoudige vreugde gekenmerkt. De drie
lezingen schetsen elk een etappe van deze vreugde. De
profeet Sefanja kondigt aan dat de donkere dagen, die Jeruzalem heeft gekend,
weldra voorbij zijn. Verheug u om het heil dat komen zal. Johannes
ijverde voor een samenleving van gerechtigheid en kondigt in de woestijn en bij
de Jordaan aan het volk de Blijde Boodschap aan. Hij doet het met strenge
veeleisende woorden en opdrachten, maar als blije vriend van de Bruidegom (Joh.
3,29). Paulus
liet Jezus in zijn leven binnen. Wie zich echt op Jezus richt, wordt een nieuw
mens. Zo iemand is voor altijd blij. Paulus spreekt over vreugde om wat de
Heer al gedaan heeft en omdat hij zal wederkeren. De Geest schenkt goede
vruchten: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw,
zachtmoedigheid en ingetogenheid (Gal. 5,22). Met
zijn oproep tot vreugde heeft Paulus aan deze derde adventszondag een naam
gegeven, de zondag van Gaudete. In tijden dat christenen aan magerzucht
lijden en in depressies terecht komen, mogen de tonen van vreugde alweer de
bovenhand krijgen. We hebben elke dag redenen om vanuit Christus een ode aan
de vreugde te brengen. De
liturgie betrekt deze zondag een profeet uit het eerste testament bij deze
oproep tot vreugde. De traditie heeft een messiaanse verwachting gelezen in
teksten van deze man, die optreedt rond 630 vóór Christus ten tijde van koning
Josias. Sefanja is een tijdgenoot van Jeremia. Zijn naam betekent ‘God
bewaart.’ ”Het is Gods draagkracht die het volk bewaart in
de turbulente momenten van het leven” (Godsspraak, p. 12). Sefanja
hoort bij de zogenaamde twaalf kleine profeten. Klein, dit is in
tegenstelling met profeten van wie veel woorden zijn bewaard. In het leesjaar
C komen zeven van hen aan het woord in de oudtestamentische lezing. De vierde
adventszondag is Michea er. Zijn naam is een afkorting van Michaël: ”Wie
is als God?” Maleachi
is er elk jaar op het feest van de opdracht van de Heer (Lichtmis). Zijn naam
geeft het specifieke van zijn profetische roeping aan. Zijn naam betekent
‘mijn boodschapper’. In dit leesjaar C komt hij nog
tweemaal in de vieringen met een waarschuwende woord. Wij horen hem op de 31°
en 33° zondag. Wie
eveneens elk jaar aan het woord komt, is de profeet Joël. “Scheur je
hart en niet je kleren”, zegt hij op Aswoensdag. Op de vooravond van
Pinksteren laat Joël ons elk jaar delen in zijn visioen over de Geest die de
Heer uitstort over alle mensen (Joel, 3, 1-5). Joël’s naam betekent:
“JHWH is God.” Zacharia
meldt zich op de 12° zondag. Zacharia betekent ‘de Heer herinnert’.
Het boek naar zijn naam telt 14 hoofdstukken. De hoofdstukken 9-14 zijn van
een andere auteur, de deutero-Zacharias. Bij de intocht van Jezus in Jeruzalem
herinneren de evangelisten zich dat deze profeet een koning voorspelde, die
nederig en rechtvaardig, gezeten op een ezel, de stad zou binnenrijden (Zach.
9, 9-10). Dat
Amos bij de groep van de ‘grote’ kleine profeten hoort is allicht
door velen gekend. De campagnes van Welzijnszorg en Broederlijk
Delen hebben hem gepromoot omwille van zijn scherp protest tegen het
sociaal onrecht. “De Heer buldert vanuit Sion”, zegt Amos.
Amos is een afkorting van een Hebreeuws woord ‘amasyah’. Dit
betekent ‘God heeft gedragen’. We horen Amos op de 25° en
de 26° zondag van dit leesjaar C. Tenslotte
horen we op de 27° zondag een profeet met de wondere naam Habakuk. Deze naam
is waarschijnlijk afkomstig uit Assyrië en zou te maken hebben met een soort
tuinkruid. Ook moeilijke tijden weet hij te kruiden met hoop: “Al
bloeit dan de vijgenboom niet en draagt de wijnstok geen vrucht meer; Al
stelt de olijfoogst teleur en geven de akkers geen voedsel; Al
is er geen schaap meer in de kooi en staat er geen rund bij de voederbak; Toch
zal ik mij in de Heer verheugen en juichen om God, die mij redt. Ja,
God de Heer is mijn kracht”
(Hab, 3,17-19). Tussen
oktober 2006 en november 2007 toerde de bijbel door Vlaanderen. Gans de
Schrift werd in een jaar gelezen. Het bisdom Antwerpen kreeg o.a. de kleine
profeten toegewezen. Een resultaat is ondermeer de uitgave van het boek Godsspraak,
geschreven door Bart Paepen, Martin Otten en Rudi Mannaerts. Profeten
hebben een ondankbare taak. Ze zien hoe het volk vaak ver weg is van zijn
God. Ze willen het volk terugbrengen. Hun taak is eerder moeilijk. Wat ze
uiteindelijk doen is wijzen op Gods trouw. Keren
we terug naar Sefanja. De hoopvolle, zalvende woorden van Jesaja op de derde
adventszondag staan in contrast met de vele dreigende woorden van die profeet.
Hij zag in zijn tijd veel verkeerde dingen. Hij laat daarover dreigende
woorden horen. Hij heeft het over de dag van Gods wraak en Gods jaloezie,
zodat hij aan de verre oorsprong staat van het donderend schriklied Dies
Irae, Hij voorspelt dat God alles zal vernietigen omwille van de hoogmoed
van de mens. De mens moet volgens deze bewogen ziener zijn hoogmoed, zijn
god-gelijk-willen-zijn, zijn leven zonder funderende oergrond afleggen en
ombuigen in ootmoed. “Dan laat ik, zegt de Heer, binnen uw muren
alleen nog een nederig, bescheiden volk over, dat zijn toevlucht zoekt bij de
Heer” (Sef. 3,12). De profeet ziet een kleine rest. Daaruit komt
Jezus. Deze wordt weliswaar niet geboren binnen de muren van Jeruzalem. Hij
wordt de hoeksteen van een nieuw gebouw. Zijdelings
van de Antwerpse Sint-Pauluskerk, een vroegere kerk van de orde van de
predikheren, lieten de broers Van Ketwigh, dominicanen van deze kerk, een
beeldentuin oprichten over het lijden, sterven en verrijzen van Jezus. In die
Calvarie- en verrijzenistuin lieten de predikheren zowel de vier grote als de
twaalf kleine profeten aantreden. Sefanja staat er afgebeeld met vier
lantaarns. Een ervan draagt hij aan zijn linkerpink. In elke raampje van de
lantaarns staat een brandend kaarsje gegrift. De lantaarn verwijst naar een
vers bij Sefanja: “Dan doorzoek ik Jeruzalem met lampen, straf ik hen
die zich aan wijn te buiten gaan en denken: De HEER doet geen goed en geen
kwaad” (Sef. 1, 12). Sefanja
houdt met beide handen voor zijn middel een schriftrol met de tekst
“VERBEYT MY IN DEN DACH MYNDER VERRYSENISSE” (Sef. 3,8). De NBV
vertaalt dit vers anders: “Wacht maar op de dag dat ik mijn buiten kom
halen.” Sefanja maant ons tot waakzaamheid en vreugde. Met hem
houden we in deze Advent onze lamp brandend en kiezen we voor vreugde. met vriendelijke groet, Antoine Rubbens aalmoezenier PC Caritas Caritasstraat 76 9090 Melle tel. 09 210 68 57 Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal Aandacht :
De informatie in dit bericht of in de
bijlagen ervan is enkel bedoeld voor de persoon of de entiteit tot wie het
bericht is gericht, en kan vertrouwelijke of persoonlijke zaken bevatten. Het
bekijken, doorzenden, verspreiden of ander gebruik van, of het actie ondernemen
vertrouwend of gebaseerd op deze informatie door andere personen of entiteiten
dan diegene voor wie ze bestemd was, is verboden. Als u dit bericht
verkeerdelijk hebt ontvangen, gelieve dan de afzender te contacteren en het
bericht van eender welk systeem te verwijderen, alsook eventuele kopies
ervan.
|
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.