Credo | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Wed, 9 Jan 2013 00:25:00 -0800 (PST) |
Een bezinning, geschreven in het kader van het Jaar van het
Geloof. Ze verscheen in het tweemaandelijks tijdschrift Banneux N.D.
Boodschap voor alle naties, jan-febr. 2013 . Bij God mag ik
geborgen zijn Bij mijn familie kijk ik op maandagavond
naar het Nederlandse programma Spoorloos. Mannen en vrouwen willen
weten wie hun vader en moeder is. De reporters zetten zich fantastisch in
om deze te vinden. Ze ondernemen daarvoor zelfs heel verre reizen.
Een DNA-onderzoek neemt zo nodig de laatste twijfel weg om de biologische vader
te kennen. Ik heb nooit getwijfeld dat mijn papa, die overleed
toen ik twaalf jaar oud was, en mijn mama, die overleed toen ik 47 was, mijn
biologische vader en moeder waren. Zo heb ik zelf geen enkel behoefte om
het DNA van God te kennen om in Hem te blijven geloven. Niet elkeen krijgt het geloof van huis uit
mee. Ook als we het daar krijgen, moeten we het persoonlijk beamen en
verdiepen. Lange tijd hebben we gedacht dat elkeen in God gelooft.
Nu nog kunnen we zeggen dat het meerderdeel van de mensen in God geloven.
De wereldgodsdiensten bevestigen dit. We mogen toch het groeiend gewicht
van het atheïsme niet onderschatten. In zijn interessant boek, De Kern van het
Geloof, waarvan de eerste uitgave dateert van 1970, liet Jozef Ratzinger,
paus Benedictus XVI, opmerken dat zoals de niet-gelovige de gelovige uitdaagt,
ook omgekeerd het geloof het ongeloof bevraagt. We zijn niet ongevoelig
voor de vraag: “Wat bedoelen wij als we God zeggen? “ Prof.
Ignace Verhack schreef daarover een boek en sprak erover in het Christen Forum
Hasselt. Zeg me toch hoe je heet (Gen. 33,30) Ons geloof heeft zijn wortels in de
joods-christelijke traditie (Gen. 12,1). Joden, moslims, christenen
noemen zich kinderen van Abraham. Zij nemen aan dat deze omwille van een
roeping zijn land heeft verlaten en zich aan die Roepende Stem heeft
toevertrouwd. Vanuit de bijbel benaderen wij God als een persoon, zeker
als een Gij. Hij is niet een persoon die lijfelijk naast mij een plaats
inneemt en op een stoel zit. Met woorden van de psalmist richten we ons
tot God, soms om Hem onze kwaadheid uit te schreeuwen, vaak om onze zorgen uit
te drukken, maar vooral om Hem te danken, die zorgt voor zijn volk en die de
wereld draagt. In de bijbel ontdekken we de verbondenheid die God
aanbiedt. Hij is een liefdevolle, maar ook eisende God. “Er bestaat wel iets”,
zeggen een aantal. Ze maken deel uit van de groep van het
‘ietsisme’. Dat ‘iets’ is een soort kracht.
Zelf vind ik het moeilijk om te bidden tot een ding, tot een
‘het’. In het bidden richten wij ons tot een
‘Gij’. Lotte Stein was zeer gelovig. Ze was van joodse
afkomst en zij gebruikte volgende gelijkenis: “Zelfs mijn beste vriend
kan onmogelijk altijd onmiddellijk paraat staan. Hij kan maar de ene
telefoon na de andere beantwoorden. God hoort me altijd en aanvaardt
elkeen.” We mogen en kunnen allemaal tot Hem bidden, al stijgen de
gebeden langs verschillende kanten naar de hemel. Ze bereiken Hem zeker
als mensen bidden opdat zijn wil door ons en door anderen mag gedaan
worden. “Onze Vader in de hemel zal de heilige Geest geven aan
wie hem erom vragen” (Lc. 11, 13). Joden kregen de eerbied mee voor Gods
heilige naam. “Ik ben die er zijn zal” (Ex.
3,14). Toch is Hij de onuitsprekelijke. “God is onbekend,
ook voor de serafijnen rond zijn troon” (M Bellet, Niemand heeft God
ooit gezien). Wij mogen nooit denken dat wij God op zak kunnen
steken. Wij blijven stamelen en vragen: “Hoe is uw naam, waar
zijt Gij te vinden?” (ZJ. 566). Wie mij ziet, ziet de Vader (Joh. 14,9) Wij geloven nooit alleen. We doen het
allereerst met Jezus en met hen die in Jezus geloofden toen en nu. Omdat
Jezus God aanspreekt als ‘Vader’, durven we dat ook. Jezus is
zo verbonden met zijn Vader dat hij in God is en God in hem. Jezus was en
blijft Gods gelaat onder ons. Door deze aanspraak op zijn innige
verbondenheid met zijn Vader kreeg Jezus tegenstand. Daarom zijn
volgelingen van Jezus aangevallen. Verontwaardigde mensen stopten hun
oren als Stefanus zei dat hij de hemel open zag en de Mensenzoon staande aan
Gods rechterhand (Hnd. 7,56). In de eenheid van de heilige Geest Jezus is door de Geest gezalfd. Lucas
onderstreept dit heel sterk in zijn evangelie. De Geest, die Jezus
bezielde, bezielt de kerk en de wereld. God is zowel de verre als de
nabije. Hij komt tot in het hart van de mens. “Wij hebben
de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn en hem te aanroepen met
‘Abba, Vader” ( Rom. 8,16). We belijden God als
drie-in-een. De moslims hebben veel moeite met deze belijdenis van de
christenen. God is geen eenzame God. In Hem is familie. Hij
is gemeenschap en Hij schept gemeenschap. Dit raakt het diepe mysterie
van de Kerk, die komt uit de Drie-eenheid. Als de Kerk bidt, vooral
in het eucharistisch gebed, richt zij zich tot de Vader door Jezus in de
eenheid van de heilige Geest. Ons denken over God heeft invloed op ons
handelen. De éne God bevrijdt ons van afgoden die verknechten. Door
God te bevestigen, erkennen we tevens de waarde van elke mens. Zeggen dat
God een en verscheiden is, dat geeft zin aan relatie. Het helpt om verscheidenheid
te erkennen en gemeenschap te bevorderen. In Oostenrijk staan veel
Drievuldigheidszuilen. In onze streken hebben kunstenaars de genadestoel
uitgebeeld: de Vader met zijn gekruisigde Jezus en met het symbool van de
Geest. De orthodoxe kerken vereren schitterende iconen. Een heel
bekende is deze van Rublev. Het tafereel roept het bezoek op van
drie mannen bij Abraham en Sara (Gen. 18,1-5). Alle drie zitten ze aan
tafel, de voorkant van de tafel is open. Zij zijn de gastheren, wij mogen
bij hen thuis komen. Wij kunnen, met dit beeld voor ogen, bidden en
belijden dat “Gij God zijt, eeuwig, waarachtig en getrouw, Gij drie
personen, even goddelijk voor ons en even groot, o heilige Drievuldigheid”
(prefatie, feest Heilige Drievuldigheid). In het werkatelier te Cazis van de Zwitserse
dominicanes, Zuster Caritas Müller, zag ik een mooie keramiek. Ze noemt
het de ‘barmhartige Drie-eenheid’. In het midden ligt een
mens. Rondom hem: de Vader die hem optilt, de Zoon die hem de voeten
wast, de Geest die leven inblaast. Barmherzige Dreifaltigkeit We blijven nog even in Zwitserland. In
de Allerheiligenkerk te Basel - een moderne kerk - staat het beeld van Notre
Dame de la Trinité, Onze Lieve Vrouw van de Drie-eenheid. Het is gemaakt
door Albert Schilling in 1958 en toont Maria als ‘geestelijk vat’,
zittend met het kind Jezus in het midden en boven haar Gods hand en Gods
duif. Maria nodigt ons uit om samen met haar God te verheerlijken (Lc.
1,46). In God mag ik geborgen zijn. Bij de
Vader, de Zoon en de Geest is onze thuis. Antoine Rubbens
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal Aandacht :
De informatie in dit bericht of in de
bijlagen ervan is enkel bedoeld voor de persoon of de entiteit tot wie het
bericht is gericht, en kan vertrouwelijke of persoonlijke zaken bevatten. Het
bekijken, doorzenden, verspreiden of ander gebruik van, of het actie ondernemen
vertrouwend of gebaseerd op deze informatie door andere personen of entiteiten
dan diegene voor wie ze bestemd was, is verboden. Als u dit bericht
verkeerdelijk hebt ontvangen, gelieve dan de afzender te contacteren en het
bericht van eender welk systeem te verwijderen, alsook eventuele kopies
ervan.
|
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.