Negende zondag door het jaar C | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Fri, 24 May 2013 22:50:18 -0700 (PDT) |
Een man met een groot geloof en liefde (Lc. 7,9) De
honderdman in Kafarnaüm komt zelf niet ten tonele en toch beheerst hij het
ganse verhaal. Hij is aanwezig in de twee delegaties die hij naar Jezus
stuurt. Hij is aanwezig in zijn liefde en zijn zorg voor zijn doodzieke
knecht, die door Jezus zal genezen worden. Hij is vooral aanwezig door zijn
groot geloof in Jezus. Jezus prijst de man die hij niet ziet. Hij geneest de
knecht, zelfs van op afstand, van verre, zonder een woord uit te spreken. Hij
geneest zonder in het huis van de honderdman binnen te treden. De honderdman
wou dit vermijden om Jezus niet in opspraak te brengen met de voorschrift van
de reiniging, dat verbood het huis van heidenen binnen te gaan. Jezus is
groter dan de profeten, wier voorbeeld hem inspireert. Ten tijde van Elisa
kwam Naäman vanuit Syrië naar de profeet Elisa toe. De melaatse genas in het
water van de Jordaan, maar hij moest zeven dagen na elkaar erin baden. Jezus
geneest van verre. Hij toont met dit teken vooral aan dat hij het geloof van
een vrome heiden erkent en waardeert. Door zich onwaardig te verklaren om
Jezus in zijn huis te ontvangen, wordt deze man juist waardig om de goedheid
van Jezus te ervaren. Die honderdman kende zijn plaats. Hij had gezag, maar
stond zelf onder gezag. Hij erkende hiermee het gezag van Jezus, die zelf
onder het gezag staat van zijn hemelse Vader. Lucas
schenkt veel aandacht aan deze honderdman. Deze was een man met sympathie voor
het Joodse geloof zonder zelf besneden te zijn. Hij was geen jood en had toch
voor hen een synagoge gebouwd. Zo waren er meerderen bij de heidenen, die
sympathiseerden met de Joodse religie, omwille van het monotheïsme en die
eerbied hadden voor de ethiek van de Wet. Ze zochten echter niet zich te laten
besnijden. Het waren Godvrezende. Lucas was wellicht ook zo iemand geweest.
Hij richt zich tot mensen uit die groep. Het eerste christendom krijgt bij hen
een gunstig respons. Aan de honderdman uit Kafarnaüm verbinden we deze uit
Caesarea (Hnd. 10). Cornelius ontbiedt in die garnizoensstad Petrus om zich
door hem te laten dopen. Lucas is een oecumenische evangelist. Hij
marginaliseert de heidenen niet tegenover joden en tegenover de eerste christengemeenschap.
Iemand van wie wij het op eerste zicht niet verwachten, kan een groter geloof
hebben en van meer liefde getuigen dan wie beweert tot een Joodse of een
christelijke gemeente te behoren. Lucas
zegt aan zijn lezers van toen en nu dat niet de lichamelijke aanwezigheid van
Jezus en zijn onmiddellijke nabijheid in de tijd tellen, maar onze openheid en
ontvankelijkheid, onze liefde en ons geloof in de Heer. Jezus is uit het
Jodendom en hij verlegt de grenzen. Dit breekt helemaal door wanneer hij sterft
en zijn Geest over de jonge gemeenschap komt. Het is merkwaardig dat in het
evangelie van Lucas een Romeinse centurio het eerst zijn stem verheft na de
dood van Jezus. Hij loofde God met de woorden: “Werkelijk deze mens
was een rechtvaardige” (Lc. 23,47). Deze man was wellicht iemand met
sympathie voor de Joodse godsdienst zoals de officier uit Kafarnaüm en
Cornelius in Caesarea. Tijdens
het tweede Vaticaans concilie hebben de bisschoppen de verhouding besproken van
de christenen tegenover niet christelijke godsdiensten. Zij verklaarden
ondermeer: “De katholieke Kerk wijst niets af van wat er aan waars en
heiligs is in deze godsdiensten. Met oprechte eerbied beschouwt zij die vormen
van handelen en leven, die normen en leerstelsels, die wel in vele opzichten
afwijken van hetgeen zijzelf gelooft en voorhoudt, maar toch niet zelden een
straal weerkaatsen van de Waarheid, die alle mensen verlicht. Zijzelf echter
verkondigt zonder ophouden en moet steeds blijven verkondigen de Christus,
"de weg, de waarheid en het leven" (Joh. 14, 6), in wie de mensen de
volheid vinden van het godsdienstig leven en in wie God alles met zich heeft
verzoend” (Nostra Aetate). De verklaring over de niet-christelijke
godsdiensten is een van de meest waardevolle teksten van Vaticanum II, heel in
het bijzonder voor de verhouding met de joden.. Wij
leven in een multiculturele en multireligieuze samenleving. Klik op internet
om na te gaan hoeveel verschillende nationaliteiten in je dorp en stad leven.
In België is het aantal moslims boven de zes procent. Het Brussels gewest
heeft de grootste concentratie moslims. In Brussel stad is 34% islamitisch, in
Antwerpen stad bijna 17 %, in Luik 14%. (Gegevens van 2005 bij Toon Van
Bijnen, Wegen tot ontmoeting. Interreligieus). Socioloog Jan Hertogen
publiceert recentere cijfers, gebaseerd op de effectieve vreemdelingencijfers
van januari 2011 Over
de moslims verklaarden de concilievaders het volgende: “De Kerk
beschouwt met hoogachtig de Moslims, die de éne, levende en uit zichzelf
bestaande, barmhartige en almachtige God aanbidden, de Schepper van hemel en
aarde, die gesproken heeft tot de mensen. Zij trachten zich met heel hun hart
ook aan zijn verborgen raadsbesluiten te onderwerpen, zoals Abraham, op wie het
Islamitisch geloof zich zo graag beroept, zich aan God onderwierp. Hoewel zij
Jezus niet als God erkennen, vereren zij Hem toch als profeet, en zij eren zijn
maagdelijke Moeder Maria, die zij soms zelfs met godsvrucht aanroepen.
Bovendien verwachten zij de dag van het oordeel, waarop God de mensen zal doen
verrijzen en hun zal vergelden naar werken. Daarom staat een hoogstaand
zedelijk leven bij hen zeer in achting en vereren zij God, vooral door gebed,
aalmoezen en vasten” (Nostra Aetate). “Mogen
ook in de loop der eeuwen tussen Christenen en Moslims veel onenigheid en
vijandschap zijn voorgekomen, de heilige Synode spoort thans allen aan het
verleden te vergeten, zich ernstig toe te leggen op wederzijds begrip, en
gemeenschappelijk de sociale rechtvaardigheid, de zedelijke waarden, de vrede
en de vrijheid te verdedigen en te bevorderen in het belang van alle mensen”
(Nostra Aetate). Paus
Johannes Paulus II heeft in 1986 vertegenwoordigers van de grote godsdiensten
uitgenodigd naar Assisi, de stad van Franciscus, voor een vredesgebed. Ter
herdenking van dit gebeuren had in hetzelfde Assisi in 2011 een samenkomst
plaats op uitnodiging van paus Benedictus XVI. De paus heeft
vertegenwoordigers van wijsgerige stromingen mede uitgenodigd. Hoe
staan we tegenover de religie van onze buren? Wat nemen we over van de
centurio uit Kafarnaüm? Wij denken aan hem, wanneer wij de communie ontvangen
en met zijn woorden bidden: “Heer, ik ben niet waardig dat gij tot mij
komt” (cfr. Mt. 8,8). De
schroom van de centurio schept een passende houding bij elk spreken over God en
bij elk gebed dat wij alleen of met anderen tot Hem richten. Wij beseffen dat
wij vanuit om het even welke godsdienst nederig tegenover God staan. We zijn
geen bezitters van God, maar bedelaars die naar Hem toegaan. In zijn boek en
pleidooi Wegen ter ontmoeting publiceert de steeds ijverig missionaris
van Steyl Toon van Bijnen een gebed uit Egypte, dat het Genootschap van de
Religieuze Broederschap bij iedere samenkomst bidt. God, het is tot U dat wij ons richten, U bent het op wie wij vertrouwen, En wij smeken U, o God, ieder van ons Wij vragen U, onze Heer, met groot aandragen Antoine Rubbens Met
vriendelijke groeten, Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal Aandacht :
De informatie in dit bericht of in de
bijlagen ervan is enkel bedoeld voor de persoon of de entiteit tot wie het
bericht is gericht, en kan vertrouwelijke of persoonlijke zaken bevatten. Het
bekijken, doorzenden, verspreiden of ander gebruik van, of het actie ondernemen
vertrouwend of gebaseerd op deze informatie door andere personen of entiteiten
dan diegene voor wie ze bestemd was, is verboden. Als u dit bericht
verkeerdelijk hebt ontvangen, gelieve dan de afzender te contacteren en het
bericht van eender welk systeem te verwijderen, alsook eventuele kopies
ervan.
|
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.