zestiende zondag C
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbenspccaritas.be)
Date: Fri, 12 Jul 2013 09:33:20 -0700 (PDT)

Langs Santiago naar het gastvrije huis van Martha en Maria.

25 Juli is het feest van Sint Jacobus en op 21 juli is er de troonwissel in België.

Salvum fac regem nostrum. Heer, zegen wie verantwoordelijkheid dragen in dit land.

 

Om u te sterken voor uw verdere reis (Gen. 18,5)

 

Ave hospes!  Non solum janua sed et cor domini mei patet tibiGegroet, lieve gast.  Niet alleen de deur maar het hart van mijn meester staat voor u open.”  Dit mooi zinnetje staat geschreven op een hotelletje in de buurt van Spello en is allicht nog op andere plekken te vinden.  De Franciscaanse voettocht vanuit Narni naar Assisi ging door dit stadje.  Pater Jos en zijn compagnons hadden in de buurt voor de groep een plek gevonden, waar de slaapzak kon uitgerold en de pelgrims rust konden vinden.

 

Gastvrijheid, ze is niet dood.  Families openen hun deuren voor familieleden, voor vrienden en misschien nu en dan ook voor een vreemde.  Een vreemde binnenlaten is een risico.  Er zijn misbruiken en er zijn voorbeelden van geschonden vertrouwen.  “De beschaving zette een stap vooruit, de dag dat een vreemdeling van vijand gast is geworden, de dag waarop de menselijke gemeenschap is ontstaan” (cfr. Jean Danielou).

 

In de bijbel wordt gastvrijheid geprezen.  Vergeet niet dat je zelf eens vreemdeling waart in Egypte.  “Ook gij moet de vreemdeling uw liefde bewijzen, want zelf zijt gij vreemdeling geweest in Egypte” (Deut 10, 19).  Wij mogen vooral hem niet vergeten die heeft gezegd: “Ik was vreemdeling en gij hebt mij opgenomen” (Mt. 25,35).

 

Abraham en Sara onthalen drie mannen in de tent (Gen. 18,1-10).  Martha ontving Jezus in haar woning en zet zich in om hem en allicht met hem zijn leerlingen goed te ontvangen.  Zij moet wegens haar drukte hiervoor wel een kleine berisping incasseren.  Zij heeft het aan andere overgelaten om haar verdediging op te nemen.  Zoals in deze tekst van Julia Dorr:

 

Martha Ja, Herr! - Doch einige müssen dienen!

Nicht alle können ruhigen Herzens abseits sitzen,

Auch nicht zu Deinen geliebten Füssen,

Eingehüllt in süsse Andacht.

Ja, Herr – doch einige müssen tragen!

Die Bürde des Tages,

Seine Mühe und Hitze,

Während zu Deinen Füssen andere sinnen und beten.

 

Ja, Herr! –  Doch auch Du

Musst auf Erden versorgt sein!

Ich bringe das Brot und den Wein

Dir, einem göttlichemn Gast- dies sei mein Beten (Julia C. Dorr).

 

De dichteres neemt het op voor Martha.  Er moeten immers toch mensen zijn die de last van de dag dragen, zijn hitte en zijn moeite terwijl anderen rustig kunnen confereren, mediteren en aan de voeten van de Heer mogen zitten.

 

Ja, Heer, ook jij waart op de hulp van anderen aangewezen.  Er waren mensen die voor jou zorgden en brood en wijn aanbrachten (Lc. 8,1-3).

 

Moderne voorzieningen langs de weg aan sociale prijzen zijn hedendaagse vormen van gastvrijheid.  Elke dag zijn mensen als pelgrim onderweg.  Ze beschikken over gsm en bankkaart maar blijven dankbaar voor wat de weg  hen biedt.  Op 8 augustus 2010 vertrokken Willy en Luc twee West-Vlamingen naar Santiago vanuit Sint Jacobskapelle in Diksmuide.  Luk publiceerde naderhand zijn journaal.  Hij besluit zijn verhaal met dit slotwoord:

 

“Iets meer dan drie maanden was ik ‘onderweg’.  Dit is het woord dat best weergeeft welke betekenis deze tocht voor mij heeft.  Elke dag voel ik mij op weg naar het onbekende.  Dat zal zo blijven tot de laatste dag van mijn leven. Het doel Santiago de Compostela en het latere Finisterre blijken weer tussenstappen in de blijvende zoektocht in mijn leven.

 

Toch heb ik nooit voorheen zo goed gevoeld waar het allemaal op aan komt.  Rusteloos verder gaan, elke dag opnieuw.  Het onbekende tegemoet gaan en telkens weer geraakt worden door de schoonheid van de natuur en mensen.  Wat ben ik dankbar dat ik helemaal te voet door Frankrijk en Spanje ben getrokken.  De eigenheid van elke streek, de evolutie in de natuur, de natuurlijke rijkdom van elk gebied.  Elk pad of elke weg brengt je weer naar nieuwe onnoemlijke schoonheid.

 

Naast de natuur, overheerst bij mij in elk geval het menselijk contact.  Willy heeft me uitgenodigd om deze tocht te maken. We hebben mekaar veel beter leren kennen en we hebben het samen goed gesteld.  De grootsheid van deze pelgrimstocht ligt echter in de ontmoetingen onderweg.  Niet te vatten hoe elke dag opnieuw mensen onze weg kruisten die het goed voor hadden met ons.  De vele gezinnen in Frankrijk die zich inspanden om ons zo gastvrij een thuis te geven.  De eerst wantrouwige blikken die vlug werden vervangen door … je kan hier slapen, je kan hier eten, je krijgt een lunchpakket en we zetten je weer af bij de start, heb je nog wat drank nodig.. Ongelooflijk!

 

In Spanje ligt het anders.  Het gestructureerde van de albergues, het niet moeten op zoek gaan naar een slaapplaats, maar ook hier niets dan lof voor de opvang van die vele pelgrims.

 

Daarnaast heb je de ontmoetingen met de pelgrims zelf.  Voor mij zijn dat de onvoorziene schatten van de camino.  Vooral Emile en Marie-Hélène, Pol en Sae zijn zomaar op onze weg terecht gekomen, maar ze hebben onze tocht voor ons kleur en betekenis gegeven.  Onbegrijpelijk hoe je in de kortste keren zo verbonden kunt geraken met anderen onderweg.  Dee vier zijn zeker degene die bij mij het meest indruk hebben nagelaten, maar de tientallen anderen waar ik nu ook nog mails van krijg van over de hele wereld.  Deze Multi culturele rijkdom, die schat kunnen ze mij nooit meer afpakken.

 

De camino is ook een zoektocht in het eigen innerlijk leven.  Vanaf de start in Sint-Jacobskapelle heb ik mijn familieband heel goed gevoeld.  Elke dag en elke kilometer versterkte het gevoel dag ik enorm gelukkig ben met mijn vrouw, mijn kinderen en hun partner, de kleinkinderen.  Vreemd, maar ze waren nooit dichter bij me alhoewel ik nog nooit zo ver en zo lang van hen verwijderd was.  Het is heel duidelijk dat ik niet zonder jullie kan!

 

Ook de zoektocht naar mijn geloof en mijn innerlijke waarden kregen hier voortdurend kansen.  Via de dagspreuk was er een aanzet om mezelf in vraag te stellen.  Maar ook de mensen die met mij in gedachten mee stapten, zorgden voor voldoende spirituele diepgang.  Vooral de dagen waar ik echt fysiek heb afgezien, kwamen de diepste vragen naar boven.  Ook de typisch religieuze momenten tijdens de vieringen in de kathedraal of in de kleinste kerkjes raakten me vaak heel diep.  Soms was er ook wat verbittering zoals bij Crux de Ferro of in Santiago als het toerisme de oorspronkelijke bedoeling overtreft. (p. 238)

 

Aan alle mensen die twijfelen aan hun toekomst zeg ik, trek je stapschoenen aan en volg de camino!

 

Aan alle mensen die de wereld willen veranderen of die zichzelf willen veranderen zeg ik, trek je stapschoenen aan en volg de camino!

 

Aan alle mensen die het moeilijk hebben, die zich vermoeid of uitgeput voelen zeg ik, trek je stapschoenen aan en volg de camino!

 

Aan allen die zich eenzaam voelen zeg ik, trek je stapschoenen aan en volg de camino!

 

Aan allen die op zoek gaan naar hun geloof zeg ik, trek je stapschoenen aan en volg de camino!

 

Aan allen die de schoonheid van onze moeder willen ontdekken zeg ik trek je stapschoenen aan en volg de camino!

 

Aan allen die zich ingedommeld voelen en weer nieuwe uitdagingen nodig hebben zeg ik, trek je stapschoenen aan en volg de camino!

 

Aan allen die mensen van goede wil willen ontmoeten zeg ik, trek je stapschoenen aan en volg de camino!

 

Aan alle die deze bedevaart plannen, zeg ik, buen camino! (Luk Pauwels, Hola… Buen Camino).

 

Maar op de weg naar Santiago kan de pelgrim de man worden door rovers overvallen zoals Johan uit Koekelare meemaakte.  In april moest hij zijn tocht onderbreken omwille van een diefstal. Hilde mailde daarover:

Johan en Tony,  een vijftigjarige pelgrim uit Londen waar Johan een tweetal dagen mee samen wandelde, zijn deze nacht bestolen.  Ze overnachtten in een zaal van de gemeente Pons, gratis ter beschikking gesteld door de burgemeester van het dorp aan pelgrims. Beiden hadden hun rugzak in lockers (= afgesloten kastjes) gelegd die door hen werd afgesloten. Johan had als extra beveiliging een tweede zwaar maalslot aangebracht. 

 

Deze morgen bij het ontwaken, zagen ze de inbraak.  Geen van beiden hoorde iets  (gelukkig maar !),  de lockers stonden open,  de rugzakken gestolen.  De politie is van oordeel dat het om een professionele dievenbende gaat gezien het zwaar maalslot van Johan was doorgekraakt.

 

Tony is alles kwijt.  Hij had zijn blackberry, papieren, geld eveneens in zijn rugzak gestopt.  Johan had zijn papieren, geld, bankkaart, gsm, dagboek, fototoestel in een tweede kastje met cijferslot gestoken.  Zijn rugzak is gestolen waarin zijn kledij, regenvest, cape, wandelstok, wandelschoenen... staken.

 

En daar sta je dan.  Vol ongeloof, woede, onmacht...  We hebben de beslissing genomen dat Johan terug naar huis komt, nieuwe rugzak aanschaft en wandelschoenen gaat kopen.  Deze dient hij zo vlug als mogelijk in te stappen zodat hij zijn pelgrimstocht kan verder zetten.” 

 

Het tweede deel van zijn tocht naar Santiago is goed verlopen. Johan kwam er aan op 14 juni en had vanuit Mont Saint Michel tot Santiago 1520 km te voet afgelegd.

 

Voor wie het verre stappen niet meer lukt, die kan met Anton van Wilderode mijmeren:

 

De poolnacht zag ik en het Zuiderkruis

En zoveel torensteden ver van huis.

Nu vind ik alles wat ik wil bewaren

In mijn nabijheid somtijds bij mij thuis

(Decreton-Van Wilderode).:

 

Voor ons allen, voor stappers, kilometervreters, kluizenaars, thuisblijvers geldt wat de Zweedse diplomaat Dag Hammerskjöld (1905-1961, een man met een mystiek hart, bondig samenvatte: De verste reis is de weg naar binnen.”

 

Louis Massignon (1883-1962) heeft veel over gastvrijheid nagedacht, omdat hij haar in moeilijke tijden mocht ervaren.  “Al zegt men dat er acht werken van barmhartigheid zijn, ten diepste bestaat er slechts één, de heilige gastvrijheid die geloof schenkt aan de gast, aan die geheimzinnige vreemdeling, aan die onbekende die God zelf is, zoals Hij, ontwapenend, zich kwetsbaar aan ons wil overleveren.”  Het citaat is te vinden bij B. Standaert, Het alfabet van een monnik onder het woord Gastvrijheid, p. 77).

 

God is de gastheer, die op onze tocht naar hem toe nu reeds bij ons komt wonen.  Wij begroeten zijn Geest als de zachte, zoete gastheer.  O dulcis hospes animae, dulce refrigerium, in labore requies, in aestu temperies, in fletu solatium. da perenne gaudium.  Zachte gastheer van de ziel, zoete troost, rust bij het werk, verfrissing bij hitte, vertroosting bij verdriet, schenk de eeuwige vreugde.

 

Antoine Rubbens

 

 

Met vriendelijke groeten,

Antoine Rubbens
Aalmoezenier
Psychiatrisch Centrum Caritas vzw

tel. 09 210 68 57

cid:image001.png@01CE7F2B.663AE4A0
www.pccaritas.be

 


  Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal


Aandacht :
 
De informatie in dit bericht of in de bijlagen ervan is enkel bedoeld voor de persoon of de entiteit tot wie het bericht is gericht, en kan vertrouwelijke of persoonlijke zaken bevatten. Het bekijken, doorzenden, verspreiden of ander gebruik van, of het actie ondernemen vertrouwend of gebaseerd op deze informatie door andere personen of entiteiten dan diegene voor wie ze bestemd was, is verboden. Als u dit bericht verkeerdelijk hebt ontvangen, gelieve dan de afzender te contacteren en het bericht van eender welk systeem te verwijderen, alsook eventuele kopies ervan.

  • (no other messages in thread)

Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.