C 20 18 augustus 2013 Met Jeremia voor ogen | <– Date –> <– Thread –> |
From: Jan Lerouge (janlerouge![]() |
|
Date: Tue, 13 Aug 2013 02:42:59 -0700 (PDT) |
Homilie op de 20e zondag
door het jaar C 17 en 18 augustus 2013 Verleden week riep Jezus ons in het
evangelie van Lucas ons op waakzaam te zijn. Vandaag lezen we het vervolg, waar
Jezus de twaalf apostelen waarschuwt dat zijn boodschap door velen zal afgewezen
worden en sterke tegenkanting en verdeeldheid zal veroorzaken.
Voor Jezus? komst waren de profeten
in het Oude testament reeds een teken van tegenspraak. Sommige werden de mond gesnoerd of zelfs
gedood. Dat was het lot van
Jeremia, zoals we het zojuist hoorden in de eerste lezing. De eerste christenen zagen in de
lotgevallen van de profeet Jeremia een voorafbeelding van wat er met Jezus zou
gebeuren. Wat toen met Jeremia gebeurde, gebeurde ook met Jezus en gebeurt ook
nog vandaag in onze wereld. Laten we vandaag dan ook even nader kennis maken met
die profeet Jeremia, een voorloper van Jezus. Jeremia is profeet van Jahwe in de
streek van Juda en de hoofdstad Jeruzalem ongeveer 600 voor Christus. Hij leeft
in een woelige tijd. Vele mensen denken dan vooral aan zichzelf, aan hun eigen
lijfbehoud, aan hun eigen profijt. Van hoog tot laag, de politieke, economische
en militaire elite inbegrepen, leven ze zonder rekening te houden met het woord
van God. Dit woord van God komt nu tot de
profeet Jeremia. Hij is een intelligent man, met een klare kijk op het leven.
Hij is een bevlogen spreker en een sterke persoonlijkheid. Hij wordt geroepen om
Gods woordvoerder te zijn. Daar is hij helemaal niet blij of
vereerd mee. Integendeel. Hij zou het liefst van al die roeping aan Jahwe
teruggeven. Hij is een onwillige profeet die vaak in discussie gaat met God over
de boodschap die God hem toevertrouwt. Hij weet dat hij zich veel ellende en
miserie op de hals zal halen als hij Gods opdracht realiseert. Maar uiteindelijk
zal hij zijn eigen wil telkens ondergeschikt maken aan het woord van Jahwe.
Jahwe waarschuwt hem: de mensen
zullen niet naar u willen luisteren, ze zullen tegen u zijn, maar Ik, Jahwe zal
u beschermen. Jeremia verkondigt niet zichzelf. Als
een refrein in het boek Jeremia klinken de woorden ?Het woord des Heren kwam tot
mij.? Met krachtige woorden en sterke
beeldspraak klaagt hij aan dat de maatschappij van zijn tijd ziek is aan
corruptie en machtsmisbruik. Dit komt omdat ze God verlaten hebben, Zijn wetten
negeren en hun eigen gang gaan. Jeremia verwijt het Joodse volk dat ze het
verbond op de berg Sinai eenzijdig verbroken
hebben. En meteen beginnen de problemen voor
de profeet. De inwoners van Anatot,
zijn geboorteplaats dreigen hem te doden als hij niet ophoudt met zijn
prediking. Maar God houdt zijn belofte, waarschuwt en beschermt zijn
profeet. Het toneel van zijn leven verschuift
dan naar de hoofdstad Jeruzalem. Hij trekt er de tempel binnen en verkondigt de
boodschap van Jahwe. Maar daar wordt hij opgesloten en in het blok gezet.
Even lijkt het tij te keren als een
nieuwe koning aan de macht komt.
Maar als hij en zijn entourage dezelfde goddeloze weg bewandelen als hun
voorgangers en de naam van God misbruiken om hun eigen plannen te realiseren,
worden de politieke en religieuze leiders door Jahwe bij monde van de profeet
Jeremia streng berispt. De klare taal van de profeet kost hem
bijna een tweede keer het leven. De priesters en de andere profeten beschuldigen
hem en willen de profeet Jeremia ter doodbrengen. Maar de hoffunctionaris Achikam kan hem
redden. Ondertussen krijgt de profeet
beroepsverbod. Hij mag niet langer in de tempel komen, hij wordt monddood
gemaakt en mag niet langer spreker in het openbaar. Maar Jeremia is vindingrijk.
Hij noteert zijn boodschap, of preciezer: de boodschap van God, in een boekrol en laat die voorlezen door zijn
secretaris Baruch. En zelfs als de koning die boekrol verbrandt, blijft Jeremia
niet bij de pakken zitten. Hij dicteert een nieuwe boekrol aan zijn secretaris
Baruch. Jeremia blijft het woord van Jahwe
spreken, te pas en te onpas. Nu zijn het edelen die hem uit de weg willen
ruimen. Dit hoorden we in de eerste lezing. Maar ook nu zal Jahwe zijn profeet
redden. Deze keer is het Ebed Melek, een Ethiopiër, een vreemdeling dus, die
Jeremia zal redden. Hetzelfde lot heeft Jezus ondergaan
omdat Hij tegen het zere been van de mensen durfde schoppen. Door zijn eigen volk afgewezen en
verworpen en ter dood veroordeeld maar door God gered en verheven. Of zoals de
apostel Paulus het zegt in de tweede lezing: ?Zie naar Jezus, de aanvoerder en
voltooier van ons geloof. In plaats van de vreugde die Hem
toekwam Heeft Hij een kruis op zich genomen
en heeft hij de schande niet geteld. Nu zit Hij aan de rechterzijde van
Gods troon.? Zusters en broeders, het voorbeeld
van Jeremia, van M.L. King, van Oscar Romero en van die vele minder gekende
woordvoerders van God, dit mag voor ons een bemoediging zijn, vandaag en al de
dagen van ons leven.
Amen. |
Attachment:
20e zondag door het jaar C 18 augustus 2013.docx
Description: MS-Word 2007 document
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.