preek Mailing List: Re: 25e zondag door het jaar C

[Romain Debbaut (romain.debbaut]

L.S.

 

Hierbij de homilie van volgend weekend.

 

Hartelijk,

 

R.D.

 

 

 

Cyclus  C  25e zondag door het jaar

 

Ÿ  Amos 8, 4-7

Ÿ  Lucas 16, 1-13

 

Zusters en broeders,

Weet je wat een rentmeester is? Dat is iemand die de goederen van iemand anders beheert. Hij doet dat volledig zelfstandig, en hij moet er alleen maar voor zorgen dat die goederen niet in waarde dalen. Een rentmeester bestaat ook vandaag nog, maar nu heeft hij vooral met vastgoed, eigendom, pacht en meer van die dingen te maken. In de tijd van Jezus had hij te maken met heel de eigendom van de mens die hem in dienst heeft genomen, en de rentmeester over wie Jezus vertelt, doet dat blijkbaar niet goed, want hij verkwist wat hem is toegekend. Met andere woorden, hij geeft veel te veel uit, hij smijt het geld over de balken, zodat de eigenaar vreest dat zijn goederen minder waard aan het worden zijn. Daarom gaat hij hem ontslaan. Maar de rentmeester weet zijn toekomst veilig te stellen: hij roept de mensen met schuld bij zich, en scheldt hun een groot deel van die schuld kwijt. De rijke heer prijst hem daarvoor. ‘Je hebt dat heel goed gedaan’, zegt hij.

 

En nu vragen we ons waarschijnlijk af: Hoe kan die heer dat nu goed vinden? De rentmeester heeft hem toch serieus bestolen? Maar hier vergissen we ons. Die rentmeester mag immers zelfstandig omgaan met die eigendom. Hij mag dus ook uitlenen wat hij wil, en daarop intrest vragen voor de eigenaar én voor zichzelf, zoveel hij maar wil. Wanneer hij nu die schuld kwijtscheldt, is dat dus zijn deel van de intrest dat hij laat vallen. De heer verliest niets, en daarom kan hij hem prijzen. ‘Je hebt goed voor je toekomst gezorgd’, zegt hij, ‘die mensen zullen zeker voor jou willen zorgen.’ Het is ook in die zin dat we Jezus’ raadgeving moeten verstaan. ‘Maak u vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon, opdat zij u in de eeuwige tenten opnemen’, zegt Hij. En mammon, dat is een Aramees woord voor geld en rijkdom die als een afgod worden omhelst. ‘Laat die mammon geen geldduivel worden’, zegt Jezus, ‘maar gebruik wat je te veel hebt om mensen in nood te helpen.’ Zoals die rentmeester dat gedaan heeft.

 

Zusters en broeders, misschien zijn we er ons niet van bewust, maar een rentmeester zijn we zelf ook. Rentmeester van de vrouw of de man met wie we leven, van onze kinderen en kleinkinderen, van onze familie, ons werk, onze collega’s, onze buren, onze parochie en ga maar door. Want die man of die vrouw enzovoort zijn geen bezit van ons. We zijn daar geen eigenaar van, ze zijn ons alleen maar toevertrouwd. We moeten dus goed zorg voor hen dragen, zoals die rentmeester voor het goed van die rijke man moest zorgen, want dat goed is niet zijn bezit, alleen maar zijn zorg.

 

En dan moeten we ons afvragen: zijn we altijd goede rentmeesters voor ons gezin, onze kinderen, onze medemensen, onze parochie, de armen? Voor alles wat, en iedereen die ons in bruikleen is gegeven? Zoeken we echt het beste voor ons gezin, of zoeken we dat vooral voor onszelf? Kunnen onze medemensen op ons rekenen? Hebben we door dat onze parochie, onze Kerk niet van ons is, maar van de Heer onze God? Dat we ook in dat opzicht rentmeesters zijn? En de natuur, de aarde: behandelen we die als wat ons is toevertrouwd, of zeggen we: Ik haal er alleen maar uit waar ikzelf iets aan heb, waar ik rijk van word, en de rest kan me niet schelen. Ik ben hier toch niet voor eeuwig, en hoe het na mij is, kan me me niets schelen.

 

Zusters en broeders, misschien is het goed dat we nog eens luisteren naar wat Amos in de eerste lezing zegt over mensen die alleen voor zichzelf en voor hun eigen voordeel willen leven. ‘Hoor toe’, zegt hij, ‘gij die de armen kwaad berokkent en de misdeelden wilt uitroeien. Gij die alleen maar aan kopen en verkopen met veel winst kunt denken. Gij die bedriegt waar ge kunt. Nooit zal de Heer God uw daden vergeten.’

 

Wel, laten we dus vooral proberen goede rentmeesters te zijn, die vol liefde en zorg instaan voor wie en voor wat ons werd toevertrouwd. Amen