preek bij de 15e zondag door het jaar | <– Date –> <– Thread –> |
From: Dehondt, Miguel (Miguel.Dehondt![]() |
|
Date: Fri, 11 Jul 2014 09:20:56 -0700 (PDT) |
Preek bij de 15e zondag door het jaar (a-cyclus) Lieve mensen, we zouden eens moeten tellen hoeveel woorden we dagelijks uitspreken of horen, we zouden versteld staan: wellicht genoeg om elke dag ’n boek te vullen. Zelfs in een viering zoals deze is het aantal woorden dat klinkt, gigantisch. En dan
hebben we het nog niet over de lichaamstaal die soms meer zegt dan woorden. Nu, welke woorden blijven er hangen ? Welke raken je ? Woorden, uitspraken hebben soms veel weg van voedsel dat je tot je neemt: je kunt ze gretig opslokken wanneer je hongert, hunkert
naar een woord, of juist intens overwegen zoals je een glas wijn proeft. Je kunt er heerlijk van nagenieten, of ze kunnen op je maag liggen. Zoals smaken verschillen, zo hebben woorden ook een verschillend effect op mensen en wat door de één gesmaakt wordt,
kan door een ander als te zuur of te zoet, te melig of te gekruid beschouwd worden. Eucharistie vieren is maaltijd houden, ook met woorden. Ik hoop dat de verschillende gangen lekker zijn, dat er iets tussen zit dat naar je tand is en dat het geheel verteerbaar
is, en dat na het slotgebed, de dessert, je honger naar geestelijk voedsel bevredigd mag zijn. Ik hoop in ieder geval dat je niet ‘overpoeft’ bent, zoals we dat zeggen, het is goed als het smaakt naar meer. Nu, je kunt het maar voorzetten, presenteren, met
het vertrouwen van Jesaja in de eerste lezing dat het woord nooit zonder effect blijft. Dat het altijd, zoals voedsel, iets doet in mensen, en dus niet onverrichterzake blijft.
Ik stel mijn vraag opnieuw: welk woord heeft jou geraakt ? Hier en nu, in deze viering of misschien ooit, lang geleden, maar heeft het zozeer wortel geschoten dat je er nu nog van leeft en het je nu nog naar hier voert. Je moet jezelf dat
echt ’n keer afvragen als oefening of reflectie. Je kunt het hebben met een woord uit de Schrift (vb. Joh. 10, 10), een flart uit een lied (Heer, onze Heer, hoe zijt gij aanwezig), zelfs een beeld (want dat is ook taal) (vb. De Schreeuw, Edvard Munch). Maar
waarom ben je erdoor geraakt geworden ? Misschien waren jij of de omstandigheden goed om zich te nestelen en vrucht te dragen, zoals in de parabel die we horen vandaag. Wat opvalt is dat het zaaien meestal een kwistig en gul proces is. God zaait zijn woord
voortdurend en met open hand, ’t kan niet op. Er gaat veel verloren, maar het vertrouwen is er dat er goede grond is waarin wat zaadjes vrucht zullen dragen. Ook wij zijn, zonder het wellicht vaak te beseffen, zaaiers. Er is zoveel dat we zeggen, meegeven
op ’t vlak van geloof en waarden, vaak onbewust. Ik moest denken aan die zoon die deze week bij het sterfbed van zijn vader zat. Hij vertelde hoe vader ’t leven van een medearbeider gered had maar zelf kwetsuren opliep met blijvende handicap. “Kijk”, zo zei
zijn zoon, “ik ken geen schoner mens als hij; en ook ik, ik heb ‘geleefd’ maar alleen dankzij vader ben ik hier nog. Zonder hem zou ik hier niet meer zijn. Ik ben hem toch zo dankbaar.” Alhoewel vader in ‘n coma leek, vermoedde ik dat hij toch meeluisterde.
In ieder geval werd hij rustig onder die woorden. Ik was blij dat hij de vruchten kon plukken van wat hij gezaaid had. Zal die vader ooit een standbeeld krijgen? Ik denk het niet. Maar ik was blij dat hij dit eerbetoon nog kon meemaken, hij die wellicht zoals
elke ouder wel zal getwijfeld hebben of hij goed bezig was met zijn kinderen en of hij daarin niet gefaald had. Eind goed, al goed.
Lieve mensen, laat dit verhaal een hart onder de riem zijn voor al wie twijfelt aan zijn of haar “zaaicapaciteiten”. ’t Belangrijkste is dat we niet opgeven, maar blijven voortdoen, vertrouwvol. Eén zaadje is voldoende om 30, 60, 100-voudig
vrucht voort te brengen. Eén laatste verhaal, opnieuw uit het huis om dit te staven. “Is de ziekte vlug gegaan ?”, vroeg ik aan de dochter van een stervende moeder. “We kunnen er nog altijd niet bij… Vorige maand heeft ze nog aardappelen gepland; ik zie haar
nog staan gebogen ze één voor één in de grond steken. Ze zal ze nooit kunnen uitdoen.” Nee, dat is waar. Maar geldt dat niet voor veel van wat we doen ? Ik hoop dat ik ook zo’n levenswil zal hebben. Wellicht wist ze dat het oogsten voor een ander zou zijn;
maar dat belette haar niet om te planten en voort te doen met al haar krachten. Hoe zei Adriaan Roland Holst het ook weer ? “Ik zal de halmen niet meer zien, noch binden ooit de volle schoven, maar doe mij in den oogst geloven waarvoor ik dien -.” Miguel Dehondt |
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.