30° zondag
From: Heidi Deceuninck (Heidi.Deceunincksjki.be)
Date: Fri, 23 Oct 2015 01:14:37 -0700 (PDT)

Wie is die Bartimeüs aan de rand v/d weg dan nog in Jericho, met een ruïne-muur?

De man zat

Het is typisch dat mensen aan de rand: Ze zitten.

Lager… tussen omstaanders maar… véél lager.

Maar dat voel je niet als je rechtstaat…

In een artikel schreef een begeleider over een zwaar gehandicapte vrouw die ondanks alle slecht nieuws dat ze kreeg, graag leefde.

‘…Onmacht die overal is.

Leven met een zware handicap waar je voelt

hoe gebrekkig een gesprek verloopt,

hoe je steeds ergens boven haar staat

-in houding, beweeglijkheid en spraakvaardigheid-.

En toch ondanks alle onrecht -door het leven-  haar aangedaan, lééft zij graag.

En nu opnieuw slecht nieuws. Hoeveel ‘moed’ kan/ moet een mens hebben?

…Een reis hoeft niet ver te zijn.

Bij je ‘naaste’ ontdek je een hele ander wereld,

een werkelijkheid die je niet voor mogelijk houdt.

Voor haar het gewone leven,

dat geleefd wordt met meer ‘goesting’ dan iemand kan vermoeden, on-voor-stel-baar.

Het is zo moeilijk om dicht bij mensen aan de rand te komen

fysiek lukt wel- je bent daar- maar met je hart?!

Je merkt het bij de omstaanders.

Ze zijn daar en lijken grof en toch ze zijn niet echt tegen.

Hij mag daar zitten maar… moet zijn mond maar houden.

Het overkomt ons op gezette tijden allemaal wel eens.

  • een rouwbezoek: even uitstellen,
  • Iemand met een toekomst -zonder hoop- maar wel met leven nog te gaan,

een man die niet/nooit luisteren wil, eeuwige drank/geldproblemen/ … (er is geen zeggen aan),

een niet geslaagd leven (37 x verteld),

een zus die verkeerd trouwt en toch bij die man blijft,

Wat moet je op den duur nog zeggen?

Even de andere kant op kijken (nu even niet ) maw: ‘Hou je mond’ 

OK. We zeggen het niet letterlijk, maar doen toch een beetje zo.

We zijn zelf machteloos en weten niet wat we moeten doen.

We zijn er, zij het afwezig. (ptn zeggen: ze komen wel maar ik kan niet bij het terecht)

Het hart zit verstrikt in onmacht.

Maar -en dat is toch hoopvol- de mensen zwegen hem niet dood.

Hij moest enkel zijn mond houden.

Dat is een belangrijk verschil.

Hij mocht er zijn,

maar hen niet steeds met die ondragelijke onmacht belasten.

Het was voor hen ook genoeg, hun onmacht tov. Hem was ook moeilijk om dragen.

Ze wisten niet hoe hem hoop te geven.

En als Jezus hoop en toekomst wijst,

dan slaat het snel om: ‘allé hup, ga nu…’ ‘ Vooruit, sta op..’

Geen wisselvalligheid

maar hoop … aan beide kanten.

De mensen staan rond en achter hem.

Niet één maar velen.

De wereld oogt menselijk.

Een stuk minder zwart-wit dan op het eerste zicht lijkt.

Want ook de mensen willen iets -ook voor Bartimeüs-.

Ze waren er samen en állen willen geloven,

in Jezus en in anderen,

Ze zien, kijken en ook even niet, horen en reageren,

‘allé, je kan het! en het klinkt nog door:

Een verpleegster, de man van tri-ac, een oud-collega, de bakkersvrouw, een dokter, zomaar iemand op je levensweg..

Soms worden we moedeloos bij de onmacht

maar bij een klein lichtpuntje van hoop

supporteren we mee

met wie daar staat

aan de rand van de weg naar Jericho,

die kleine stadje omringd door ruïne-muren.

 

 

Heidi Deceuninck

Ziekenhuispastor Sint-Jozefskliniek

051/334142

heidi.deceuninck [at] sjki.be

 

  • (no other messages in thread)

Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.