Zusters en broeders,
Vandaag, op deze laatste zondag van het huidig kerkelijk jaar, vieren we Christus, Koning van het heelal. Volgende zondag begint dus het nieuw
kerkelijk jaar.
Jezus is dus Koning van het heelal, dus van het al. En wat horen we in het evangelie? Pilatus vraagt aan Jezus of Hij de koning van de joden is.
Hij wil er niet aan denken dat Jezus ‘ja’ zou antwoorden op die vraag, want hij, en niemand anders, is de heerser over Israël.
Daarvoor werd hij aangesteld door de Romeinse keizer, en hij zal niet dulden dat iemand daar ook maar één moment aan twijfelt. We kennen
het antwoord van Jezus: ‘Mijn koningschap is niet van deze wereld’, zegt Hij, en Hij voegt daaraan toe dat Hij inderdaad Koning is, en dat
Hij alleen op de wereld gekomen is om te getuigen van de waarheid. ‘Iedereen die uit is op waarheid, luistert naar mijn stem,’ zegt Hij
ook. Het is een antwoord dat Pilatus doet nadenken. ‘Wat is waarheid?’ vraagt hij, en misschien denkt hij dat hij met die Jezus toch
op zijn hoede moet zijn. Ook wij zouden ons best afvragen wat Jezus met die waarheid bedoelt.
Het antwoord op die vraag geeft Hij zelf wanneer Hij zegt dat zijn koningschap niet van deze wereld is. Als wij aan koningen denken, dan denken we
aan mannen, soms ook vrouwen, die in het verleden uit waren op macht, op heerschappij, op verovering, op onderdrukking. Dat was het doel van hun
bestaan, en ze gingen niets uit de weg om dat doel te bereiken. Zo waren koningen en keizers vroeger, zo waren ook de vreselijke heersers van de 20e
eeuw Mao, Hitler en Stalin, en zo zijn sommige heersers vandaag: presidenten die geen burgeroorlog uit de weg gaan om levenslang aan de macht te
blijven, islamitische heersers die in naam van Allah de afschuwelijkste wreedheden begaan om definitief hun eigen macht te vestigen. Zo is het
koningschap van deze wereld, maar zo is het koningschap van Jezus helemaal niet, integendeel.
Zoals altijd moeten we ons daarbij afvragen waar wijzelf staan. Nee, we zijn geen koningen en geen presidenten, maar we weten wel wat macht is.
Want macht blijkt tot het wezen zelf van de mens te behoren, dus ook tot ons. Macht van groot over klein, van ouders over kinderen en van kinderen
over oude ouders, van leerkrachten over leerlingen en van leerlingen onder elkaar. Macht van werkgevers over werknemers, van verkozenen over niet
verkozenen, van politici over inwoners van een dorp, een stad, een land. Macht in alle denkbare vormen en van alle denkbare mensen. Macht die niet
automatisch slecht is, integendeel, want heel dikwijls is ze de ziel van verantwoordelijkheid. Als niemand nog zou doen wat die macht, dus die
verantwoordelijkheid, hem of haar oplegt, zou er niets meer gebeuren: geen opvoeding, geen hulp, geen veiligheid, geen werk, geen bescherming.
Niets.
Wanneer Jezus zegt: ‘Mijn koningschap is niet van deze wereld’, heeft Hij het dus niet over de macht, de verantwoordelijkheid als
dusdanig, maar over het misbruik van de macht. Want ook Hijzelf gebruikt de macht die Hij heeft door zijn woorden en daden. En zijn macht, dat is zijn
hulp aan armen, zieken, melaatsen, uitgestotenen, mensen in nood. Op die macht, op die hulpvaardigheid is zijn koningschap gebouwd. Want Jezus is geen
koning van dwang en geweld, van onderdrukking en uitbuiting, maar een Koning van liefde en vrede, van hulpvaardigheid en vergeving. Zo ziet zijn
Koninkrijk eruit, zo ziet het Koninkrijk van God, zo ziet het Rijk der hemelen eruit.
Zusters en broeders, in de eerste lezing vertelt de profeet Daniël een merkwaardig verhaal. Hij zegt: ‘In mijn nachtelijk visioen zag ik
met de wolken van de hemel iemand aankomen die op een mens geleek.’ En die iemand krijgt alle heerschappij, alle pracht en koninklijke macht, en
zijn koninkrijk gaat nooit ten onder.
Iemand die op een mens geleek … zo iemand is Jezus, Hij die is de Zoon van God die als mens onder de mensen heeft geleefd. Hij wiens
koningschap niet van deze wereld is, maar die de Koning is van het heelal. Dat is wat we vandaag vieren. Niet het einde van het liturgisch jaar, maar
het verlangen naar de toekomst, en die toekomst is het Koninkrijk van God, het Rijk van liefde, vrede en gerechtigheid. Laten we al onze macht, al
onze verantwoordelijkheid gebruiken om mee te bouwen aan dat Rijk, door te leven naar Jezus’ woorden en daden. Amen.
Download dit document in Word-formaat