preek bij de 2e zondag in de vasten
From: Dehondt, Miguel (Miguel.Dehondtyperman.net)
Date: Fri, 19 Feb 2016 12:14:44 -0800 (PST)

Vooraf dit: in het ziekenhuis volgen we niet direct het thema van Broederlijk Delen maar het heeft ons wel geïnspireerd om 40 dagen lang te groeien van gebonden naar verbonden. Dit wordt gevisualiseerd in een figuur die 6x (volgens de weken) vastgebonden is en elke week van één band bevrijd wordt om te ontdekken wat verbondenheid kan betekenen wanneer men kan loslaten waaraan men gebonden is. Aan de andere kant van de ruimte staan twee figuren hand in hand die verbondenheid symboliseren. Met Pasen zullen de drie figuren samen staan.

 

 

Lieve mensen,

“Mevrouw, we zijn hier voor het askruisje”, zeg ik terwijl ik samen met een vrijwilligster de kamers van het ziekenhuis afloop. Wanneer de vrouw die ingedoken in haar zetel zit, het hoofd opricht, zie ik dat ze aan het wenen is. “Oei, we komen op een slecht moment zeker ?” “Ik heb zopas van de dokter gehoord dat ik niet lang meer te leven heb, een kwestie van weken, hoe zou jij je voelen ?” “Mevrouw, dat is verschrikkelijk nieuws. Mogen we even bij u zitten ? Vertel ’n keer.” Ze doet haar hele verhaal. “Dit is heel hard aangekomen; ’t liep allemaal zo goed en nu plots dit. Mijn wereld stort in. Kijk, ik zie het echt niet meer zitten. Ze mogen me direct een spuitje geven.” Ze is hevig emotioneel, ik laat haar praten; ’t kan alleen maar opluchten. Intussen denk ik hoe ik het askruisje zal geven; aan het draaien op haar stoel vermoed ik dat de vrijwilligster hetzelfde denkt. Plots, alsof ze uit een verdoving ontwaakt, kijkend naar het potje met as in mijn handen, zegt ze: “Allé, geef me maar een askruisje, binnenkort zal ik net zoals de inhoud van je potje zijn.” Ik wil haar nu allesbehalve zo’n kruisje geven. Wat kan het leven toch hard zijn. Omdat ze aandringt doe ik het toch zeggend: “Stof zijt gij, maar tot leven ben je geroepen.” Ik zeg dat laatste al jaren i.p.v. ‘tot stof keer je terug’, als om niemand te kwetsen. Nu, klinkt het als een wens, een zegen.

Haar doodswens neem ik niet kwalijk. Dat slechte nieuws heeft haar even alle perspectief ontnomen. Het overkwam ook Abram in de eerste lezing, alles achtergelaten voor wie en voor wat, een kinderloos bestaan, op den tjool, zonder toekomst ? En dan die leerlingen van Jezus. Het verhaal van de verheerlijking komt net na een eerste lijdenvoorspelling: “’t zal niet goed aflopen met Mij”, zegt Jezus, “en al wie Mij volgt, zal een kruis moeten dragen.” Bij het beklimmen van die berg Tabor zullen ze wellicht aan niets anders hebben kunnen denken.

Lieve mensen, het zijn enkele voorbeelden waarbij men kan vastzitten in zichzelf, in zijn eigen IK. We moeten daarbij niet direct denken aan zelfzucht of egoïsme, nee, er zijn dingen die kunnen maken dat je terug kruipt in je eigen IK, je veilige schulp, dat je je afschermt van alles en iedereen, en niets meer ziet, letterlijk en figuurlijk is er geen perspectief. Soms kun je zelfs gevangen zitten in je eigen IK: je hebt iets verkeerds gedaan, een domme uitspraak, iemand geraakt, gekwetst, bedrogen… en je geweten geeft oprispingen. Je haat jezelf om wie je maar bent. Je blootgeven zou alleen maar de zaak verergeren. Vergeving daar moet je niet op rekenen…Je hebt jezelf compleet vastgereden, zonder perspectief of uitweg. Het mooie boekje ont-ferm U van Wannes Cappelle gaat over die thematiek. De hoofdfiguur heeft gelogen en hoe langer hoe meer rijdt hij zichzelf vast. Wanneer hij het aan de verkeerde opbiecht komt er geen bevrijding maar alleen maar verergering van de toestand. Een zielig hoopje mens blijft achter vol zelfmedelijden en zelfs dat laatste wordt hem verweten als egoïsme. Vol heimwee denkt hij terug aan de tijd dat hij met zijn vader aan de biechtstoel zat, bang voor God en de pastoor om wat hij had mispeuterd, maar vader ging mee. Waar is vader gebleven ? En waar is die God van toen die alles vergaf ? Ja, we zijn verantwoordelijk voor alles wat we doen/laten én verkeerd doen maar wie geeft ons toekomst, perspectief, hoop wanneer we gevangen zitten in ons eigen IK ? Wie maakt van het IK een WIJ, SAMEN ? 

In beide schriftverhalen van vandaag neemt God het initiatief. Nogal spectaculair overigens, als moet iedereen klaar en duidelijk overtuigd worden dat God een God van het verbond is en dat Hij trouw is, groot en barmhartig in zijn zorg. Ik-zal er-zijn op z’n best. Maar al die IK-ken in de beide verhalen worden een WIJ-samen en dat opent onvermoede perspectieven. Mozes sluit een verbond met God en krijgt onnoemelijk veel nakomelingen; de apostelen zien hoe Jezus op één lijn staat met Mozes en Elia en hoe alles, zelfs het lijden, Gods trouw niet klein krijgt. En bent u niet nieuwsgierig om te weten hoe het is afgelopen met die mevrouw van dat askruisje ? Het slechte nieuws is gebleven maar haar perspectief is nu: er maximaal voor te gaan… leven zolang als ze kan voor haar man, kinderen en kleinkinderen; of wat had je anders gedacht ? Dankzij hen doet ze voort. “Stof zijt gij… tot leven ben je geroepen.”

 

Miguel Dehondt

Attachment: 16-02-20 Preek 2e zondag in de vasten.docx
Description: 16-02-20 Preek 2e zondag in de vasten.docx

  • (no other messages in thread)

Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.