Zusters en broeders,
Vorige week hoorden we de parabel van de zaaier, vandaag vertelt Jezus drie parabels: een over het goede zaad en het onkruid, een het mosterdzaadje
en een over de gist in het deeg. Zeker in de eerste van die parabels is het duidelijk dat het gaat om de strijd tussen goed en kwaad. De goede boer
mag de zuiverste tarwe zaaien die er bestaat, wanneer zijn boosaardige vijand nadien onkruid tussen zijn tarwe zaait, kan hij een zuivere oogst
vergeten.
Het lijkt een hard verhaal, maar het is niets anders dan een beeld van de werkelijkheid. Want het perfecte goede bestaat niet. Misschien bestaat
het wél, maar het komt niet voor, niet in onszelf, niet in de wereld, niet in gelijk welke menselijke waarde en menselijk streven. Altijd
krijgt het goede te maken met wat niet goed is. Dus kan de wereld niet ingedeeld worden in twee groepen: die van de goeden en die van de slechten. Wie
zijn wij trouwens om te oordelen? Wie van ons is zo perfect dat hij of zij geen enkel gebrek en geen enkele tekortkoming kent?
Dat is ook wat Jezus uitdrukkelijk zegt in het evangelie: dat we niet zouden oordelen. Zijn verhaal gaat immers niet echt over tarwe en onkruid.
Welke landbouwer zou trouwens het onkruid weelderig laten tieren in zijn graan? Maar Jezus heeft het daar niet over, maar over het Koninkrijk van de
hemel, en dat is een Rijk van liefde, vrede en gerechtigheid, van nederigheid, goedheid en barmhartigheid. Om dat Koninkrijk te verkondigen en voor te
leven is Hij als mens onder de mensen gekomen. Hij kende daarbij veel tegenstand, Hij werd zelfs vermoord, maar oordelen, veroordelen en bestraffen
deed Hij niet, want Hij is de Zoon van God, ‘naast wie er geen andere God is die zorg draagt voor alles’, zegt Wijsheid in de eerste
lezing. En Wijsheid zegt ook over de Heer onze God: ‘Gij kunt uw macht tonen wanneer Gij maar wilt’, maar dat doet God niet, want bij Hem
heerst geen overmoed en geen hoogmoed, maar liefde, rechtvaardigheid, zachtheid en goedertierenheid. Zo is God, zo is Jezus.
En hoe zijn wij? ‘Naast U is er geen andere God’, zegt Wijsheid, maar leven wij echt in dat geloof? Of worden wij verblind door andere
goden? De goden van onze tijd. De vedetten die zich verkopen voor waanzinnig veel geld. De ondernemers die alleen uit zijn op winst, en die niet of
nauwelijks reageren tegen kinderarbeid en uitbuiting. De politici die zich in veel Afrikaanse landen, maar ook in Rusland, Turkije, Venezuela en
in nog zoveel andere landen levenslang vastklampen aan macht en bezit, en die zonder aarzelen mensen uitschakelen die opkomen voor gerechtigheid en
vrijheid. Gaan wij zulke wegen? De wegen van onuitroeibaar onkruid? Laten wij ons misschien overwoekeren door onkruid van egoïsme, bezitsdrang,
onverschilligheid, zelfverheerlijking?
Of laten wij het zaad van Gods Koninkrijk uitgroeien tot een vruchtbare oogst, door mee te werken met onze Kerk, door uit te komen voor ons geloof,
door te leven naar de woorden en daden van Jezus? Mag ons leven ook uitgroeien tot een boom waarin verloren vogels hun nest kunnen bouwen? Kunnen
mensen in nood echt op ons rekenen? Zijn wij bereid om te helpen, te steunen, te luisteren, liefde en warmte te geven?
Zusters en broeders, laten we ons afvragen waar wij staan in de parabels die Jezus vandaag vertelt. Proberen wij vruchtbare tarwe te zijn, en ook
een stevige boom van liefde, vrede en barmhartigheid, of trekken we het ons allemaal niet aan, en gaan we onze eigen weg, ook al gaat die helemaal in
tegen de wegen van het Koninkrijk van God? Is God de Heer echt onze enige God, of aanbidden wij ook andere goden die alleen met onszelf te maken
hebben? Laten we een goede keuze maken. Laten we dus proberen echt mee te werken aan het Koninkrijk van de Heer onze God. Dat heerlijke Rijk van
liefde, vrede en gerechtigheid. Amen.
Download dit document in Word-formaat