tiende zondag door het jaar C | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Thu, 27 May 2010 11:23:04 -0700 (PDT) |
?Ik zeg je: sta op? (Lc. 7,14)
Lucas heeft naast de parallellen met Marcus en Matteüs
vijf eigen wonderverhalen. Deze
vijf zijn de opwekking van een dode in Naïm (Lc. 7,11-17), de genezing op een
sabbat van een vrouw met gebogen rug (Lc. 13,10-17), de genezing, alweer op een
sabbat, van een waterzuchtige (Lc 14,1-6) en de genezing van tien melaatsen (Lc.
17,11-19). Het vijfde wonderverhaal
is dat van de genezing van de knecht van de hogepriester (Lc. 22,50-51). Lucas is de enige om dit laatste te
vermelden. Jezus neemt elke nood
aan, zelfs deze van een tegenstander.
Die knecht is zelf offer van geweld. Hij is een mens die lijdt en geholpen
moet worden.
Al deze wonderverhalen hebben verband met lijden. ?Pijn is pijn en elkeen voelt de
zijne,? zegt de volksmond.
Wanneer we de gevoelens opschrijven in verband met lijden in ons leven en
deze vergelijken met de gevoelens van andere mensen krijgen we toch
gemeenschappelijke trekken. Lijden
ontstaat wegens een gemis. Het
wordt ervaren als iets gewelddadigs en onrechtvaardigs dat ons overvalt. Het is pijnlijk en brengt in ons leven
een scheiding tussen een periode van vóór de tijd dat een bepaald lijden me
overviel en de periode erna. Het
lijden brengt een breuk teweeg. Een
breuk met mijn omgeving en de maatschappij, zoals bij verlies van werk, bij
verplichte emigratie. Het is een
breuk met ons lichaam bij ziekte, bij een amputatie, bij het
verouderingsproces. Lijden raakt
ons hart en gemoed, zeker bij een relatiebreuk, bij het verlies van een
familielid, een vriend.
Op elk van deze domeinen is de lijdende mens geschonden
in zijn integriteit. Mij is een
stuk van mezelf afgenomen. Een
lijdende mens staat voor de opdracht daarmee om te gaan en een nieuw evenwicht
te vinden. Een lange weg van
aanvaarding, die gaat over meerdere fases.
Het lijden moeten we persoonlijk verwerken. Wij zijn niettemin dankbaar als
medemensen meevoelen en meeleven, wanneer zij het lijden helpen dragen en
verminderen. Jezus heeft een hart
voor lijdende mensen en heeft er vele ontmoet.
Lucas roept het pijnlijk tafereel op van een moeder die
de lijkstoet volgt van haar zoon.
Ze is weduwe. Ze heeft al
een keer die pijn van scheiding doorgemaakt. Nu treft haar een tweede scheiding, deze
van haar zoon die ze verliest.
Wanneer een kind vóór zijn ouders sterft, raakt dit mensen heel
diep. De voorziene volgorde dat
ouderen de volgende generatie voorgaan in de dood, valt in duigen. In Naïm is de jonge overledene de zoon
van een weduwe. Dit verhoogt de
pijn, omdat weduwen vereenzaamd en eerder onbemiddeld in het leven stonden en
staan. De pijn van een vader die
zijn zoon verliest is niet minder.
De foto van de Palestijn uit Gaza met zijn dood geschoten kind heeft
velen getroffen, zoals de dood van elk mensenkind om het even in welk land ons
raakt.
In Naïm valt op dat Jezus uit eigen beweging, zonder erom
gevraagd te zijn, zich bekommert om de bedroefde en beproefde weduwe. Bewogen door medelijden gaat hij naar de
lijkstoet.
Lukas geeft met dit verhaal een krachtig teken. Hij noemt Jezus hier voor het eerst ?de
Heer?. Hij zal verder in zijn
evangelie de benaming ?Kurios? vaak gebruiken. Het is een feestelijke term. Hij wijst op de Jezus van Pasen. Christus, de Kurios, is fundament van
onze verrijzenis. De lezers van
Lucas denken bij dit verhaal aan het optreden van Elia, die in Sarepta de zoon
opwekte van een weduwe (1 Kon. 17,8-14)
Lucas legt een band tussen Jezus en Elia. Die moest komen om de dag van de Messias
aan te kondigen. Maar waar Elia
tweemaal God had moeten smeken om het leven terug te geven aan de overledene,
daar doet Jezus het gezagvoller.
Met het bevel ?Sta op? wekt hij de dode. Naïm is een voorsmaak van Pasen. Het verhaal heeft banden met dit van de
opwekking van de twaalfjarige dochter van Jaïrus en dat van de oudere man
Lazarus. Elke keer straalt Jezus
medelijden uit en elke keer is de boodschap van de verrijzenis dichtbij. Sint Augustinus zegt ?Aan de overkant
van de dood wacht ons het huis van de paasgemeenschap met de Verrezen Heer.?
Jezus geeft de zoon terug aan zijn moeder, al eist hij op
andere plaatsen dat kinderen breken met hun ouders (Lc. 14,26). Zo onderhoudt Lucas een aantal
paradoxen, die Jezus kenmerken.
Mensen vinden mekaar terug.
In een psychiatrisch centrum ben ik dikwijls geraakt door de pijn van
familieleden, hun onmacht en hun zorg.
Naast de dood zijn zoveel andere vormen van sterven: afsterven van
gevoelens, kwetsuren van liefde, de aanwezigheid van angst en twijfel. Doden gaan leven. Dood is niet alleen het fysiek sterven,
maar is ook scheiding allerhande, breuken in relaties. Wanneer mensen mekaar terugvinden,
gebeurt verrijzenis. Dan is er
reden tot vreugde en kunnen de gelovigen zingen: ?De Heer is genade. Hij heeft zijn volk
bezocht.?
Lucas bracht in dit tafereel van Naïm twee stoeten samen:
de menigte die met Jezus optrekt en deze die de rouwstoet volgt. De stoet van het leven en deze van de
dood. De eerste haalt het op de
tweede, zodat allen kunnen jubelen om Gods aanwezigheid. De opwekking in Naïm reikt de stof aan
waardoor Jezus later aan de leerlingen van Johannes de Doper kan antwoorden:
?Doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd.? (Lc.
7,22).
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
-
tiende zondag door het jaar C Antoine Rubbens, May 27 2010
- tiende zondag door het jaar C Antoine Rubbens, May 31 2013
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.