Negentiende zondag door het jaar C | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Thu, 29 Jul 2010 06:37:10 -0700 (PDT) |
Kleine kudde (Lc. 12,32)
Al waren ze met duizenden rondom hem (Lc.12,1), toch
wijst Jezus erop dat zijn leerlingen maar een kleine kudde zijn. ?Vrees niet?, zegt hij. Hij zelf is de herder van de kleine
kudde.
Een tijd lang hebben we gedacht dat wij geen kleine kudde
waren. We haalden er de tellingen
bij over doopsels, huwelijken en begrafenissen. En als het percentage misgangers daalde,
hadden we het over het socio-culturele christendom en zijn impact langs scholen,
hospitalen en bewegingen.
Heden hebben we geen cijfers nodig om te beseffen dat de
kerk een kleine groep is geworden, dat de tijd van de zogeheten christenheid
voorbij is. We leven in een
seculiere, liberale samenleving (J. De Kesel, Omwille van zijn naam. Een
tegendraads pleidooi voor de
kerk). Dit heeft zijn
voordelen. Het geeft een stuk
onbevangenheid in een maatschappij te leven waar vele opinies naast elkaar
bestaan. Maar het kan in ons eigen
hart invreten en twijfel oproepen naar God en de zin van onze
inzet.
De kleine kudde in ons land, zeker in de grootstad, zoekt
zich anders te organiseren. Ze
staat naar de toekomst voor zware beslissingen. ?Vrees niet?, zegt Jezus. Dit is geen oproep tot roekeloosheid;
evenmin een om zich gezellig terug te plooien achter veilige muren. Een bescheiden, maar vastberaden
opstelling.
Op zich is een kleine kudde geen garantie van Gods
aanwezigheid. De kleine kudde, ze
moet trouw blijven, ze moet waakzaam zijn en van mildheid en mededeelzaamheid
getuigen. Ze mag de
verantwoordelijkheid niet afschudden over wat haar is
toevertrouwd.
Jezus raadt zijn leerlingen aan te kiezen voor de juiste
schatten en het hart daarop te richten.
Kies een goede schat en vorm zo je hart. Lucas wijst de rijkdom niet af, maar hij
prijst vooral de vrijgevigheid aan.
Hij is bewust van sociale ongerechtigheid en van de noodzaak onrecht goed
te maken. Voor hem steekt het kwaad
niet in de goederen op zich, maar in het hart dat er ze zich aan
vastklampt. We kunnen geen twee
heren dienen. Wie zich tot God
keert, keert zich in een zelfde beweging af van rijkdom. Lucas ontwikkelt nochtans geen
communistisch programma. Hij legt
niet aan elkeen de gelofte van armoede op.
Wat hij wil, in naam van zijn Heer, is dat wij door onze bezittingen ter
beschikking te stellen aan onze innerlijke onthechting gestalte geven en een
caritas aanmoedigen die het tekort van elkeen lenigt (Fr. Bovon, Saint Lucas
II, p. 279-281).
Jezus wenst dat zijn kleine groep het uithoudt in de
tijd. Dat zij waakzaam blijft. De lendenen omgord; dit beeld herinnert
aan de joodse paasnacht bij de Uittocht.
De brandende lampen brengen ons in het gezelschap van de tien
bruidsmeisjes, waarvan vijf geen voorzorgen hadden genomen. Wees klaar voor de komst van de Heer,
voor de volheid van de tijd (Gal. 4,4).
Lucas heeft het over waakzaamheid ten allen tijde. De komst van de Heer kan
uitblijven. Daarom spreekt Lucas
over een tweede en een derde nachtwake.
In de ballade van de
zonderlinge zielen stappen velen op die op hun eigen manier de woorden van Jezus
hebben toegepast. Vincent van Gogh
(1853-1890) is een van zulke. Hij
wou predikant worden ? niet om de kronkelwegen van de theologie te doorgronden,
maar om ?arme schepsels vrede te geven met hun bestaan.? ?Hij wou dat de meeste aandacht in
het leven naar de liefde zou gaan, naar het medeleven met de arme en verstoten
medemens en niet naar de uiterlijke vormen van religiositeit. De godsdienst had zich volgens van Gogh
al veel te lang ingekapseld in oude vormen die voorbijgingen aan de eeuwige
waarheid van het evangelie. Zelf
wou hij het anders doen. De
inspanningen om te studeren voor predikant kon hij niet opbrengen, maar in de
Borinage, waar hij in 1879 heen werd gezonden voor evangelisatiewerk, meende hij
Christus op de meest absolute manier te kunnen volgen. van Gogh leefde er, samen met de arme
mijnwerkersfamilies, in volslagen armoede.
Maar zijn onconventionele en drastische invulling van het apostolaat,
zijn deernis en menselijkheid werden niet begrepen en men besloot dat hij niet
geschikt was voor deze taak. Het
was in de nasleep van zijn ?mislukking? als evangelist dat van Gogh besloot
schilder te worden. Dat was in zijn
ogen ?een andere weg om God te bereiken en voor God te getuigen?. In zijn tekeningen en schilderijen kon
hij immers datgene weergeven ?waar het leven overheen was gegaan.? Niet de fatsoenlijke of mondaine wereld
interesseerden hem, maar de onopgesmukte werkelijkheid van de boer en de
arbeider, het ongeluk van de prostituée, de gang van de seizoenen, de
poëzie van de natuur. Hij wou zoals
Fransman Jean-François Millet een schilder op klompen worden.? (Tertio 10.06.09 over het boek van
Anton Wessels, Het Evangelie volgens Vincent van
Gogh).
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.