achtste zondag door het jaar A | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sat, 19 Feb 2011 11:54:04 -0800 (PST) |
Het evaluatieformulier van Paulus (1 Kor.
4,1-5)
Is Paulus bezig met human
resources, personeelsmanagement, functioneringsgesprekken? Hij is in zijn brief aan de Korintiërs
in ieder geval bezorgd om de twisten binnen de gemeente. Hij hekelt rivaliteit in de gemeente en
is heel duidelijk gekant tegen persoonsverheerlijking.
De boodschap staat bij hem
op het voorplan en niet de boodschappers.
Zij staan in haar dienst.
?Zo zal men ons aanzien als dienaars van Jezus en beheerders van Gods
geheimen.? Voor Paulus staan de
apostelen en zij die verkondigen in dienst van Jezus. Hij zelf noemt zich dienaar van de Heer
en draagt zorg om Gods geheimen te verkondigen vooral aan de heidenen. Hij heeft in de eerste hoofdstukken van
zijn brief uitgelegd wat deze geheimen inhouden. God heeft zijn kracht getoond in Jezus
en in het kruis. Christus is onze
wijsheid, door wie wij rechtvaardig en heilig zijn
en door wie wij werden verlost (1 Kor. 1,30). Om dit te verstaan moeten wij ons laten
leiden door Gods Geest. De God van
het Verbond schenkt ons zijn liefde en maakt ons vrij. Dit mogen we verkondigen. Het gaat bij Paulus niet om menselijke
wijsheid.
Voor Paulus is trouw de belangrijkste eigenschap van de
verkondiger. Het is de enige
vereiste die Paulus in een contract zou vermelden: ?trouw en loyaliteit?.
Paulus maakt zich niet te veel zorgen over
evaluaties. Hij laat er zich niet
aan gelegen. Wat zeggen de mensen
over hem? Komt zijn boodschap
over? Je wordt een sukkelaar als je
voortdurend wil weten wat anderen over jou denken en je van maand tot maand moet
afwachten wat opiniepeilingen aangeven.
Hij houdt zich niet bezig met het meten van de satisfactie bij zijn
toehoorders. Nochtans is dit een
van de dingen die moeten gebeuren bij evaluatie van activiteiten, zeker in
bedrijven. Welk is ons
marktaandeel? Zijn de cliënten
tevreden? Zijn kerken ontslagen van
zulke vragen? Moeten ze niet meer
doen om hun volk te behouden?
Moeten ze niet onderzoeken waarom mensen haar verlaten en op haar service
geen beroep meer doen?
Dit wil niet zeggen dat Paulus als betrouwbare beheerder
van zichzelf tevreden is. Hij zal
zijn gewetensonderzoek doen, zoals dit aangewezen is voor elkeen van ons. Ben ik trouw in datgene waartoe de Heer
mij oproept? De Heer zal niet
vragen of ik Paulus of Apollos ben geweest. Hij zal vragen of ik op de plaats waar
ik stond trouw ben geweest en daar iets van Gods liefde heb
doorgegeven.
Paulus plaatst zich onder het oordeel van God. Een jonge seminarist, wat eigengereid,
had het over pastorale methodes in een gesprek met zijn oude pastoor, die zich
nogal veilig in zijn huis verschool.
Hij wou de oude herder stimuleren tot huisbezoek en contact met de
verenigingen.. Het antwoord van de
pastoor was kort: ?Als God maar van mij content is.? Een te gemakkelijk antwoord. God mag geen alibi zijn. Op alle domeinen is er vraag naar
professionaliteit. Pastores in
zorg- en welzijnsvoorzieningen zoeken hoe ze de essentie van hun pastoraal werk
verwoorden in een managementcontext.
Hoe kunnen ze de betekenis van de Godsrelatie voor een zieke in meetbare
factoren registreren? (Elisabeth, Pastorale zorg, jan.
2010).
Wanneer Paulus zich onder
het oordeel van God stelt, is dit niet om zijn geweten te sussen. ?Ik ben me weliswaar van geen
kwaad bewust, maar dat betekent niet dat mij niets ten laste kan worden
gelegd. Het is de Heer die over mij
oordeelt.? Hij weet dat God hem zal bevragen. Hij neemt niet zijn eigen temperament en
gemoedsrust als Gods barometer. Hij
vertrouwt, zoals hij schreef aan Timoteüs, dat hij de goede strijd heeft
gestreden en tijdens zijn wedloop goed
heeft gelopen (2 Tim. 4,6-8).
Zijn wij in alles trouw
gebleven? Terugblikkend, beseffen
we wat wij hebben verzuimd, uit angst, onbekwaamheid of gemakzucht. Wie van de Heer houdt, erkent dat
hij/zij meer had kunnen doen.
Paulus betrouwt erop dat het goede boven komt en dan het God zal zijn die
ieder de lof geeft die hem toekomt.
Paulus houdt geen pleidooi
voor het statu quo. Daarvoor is hij
veel te beweeglijk. Hij klampt zich
niet vast aan een plaats.
Albert
Rouet, aartsbisschop van Poitiers, dacht aan Paulus bij het beheer van zijn
bisdom (Tertio, 08.12. 2009).
?Allen hebben we gaven van de Geest ontvangen voor het goed van
iedereen.? Hij vindt het een
foutieve benadering van te stellen: ?Er zijn zoveel parochies en (maar)
zoveel priesters.? ?Van de
apostel is een residerend priester gemaakt en de parochie is voor, door en in
functie van hem geconstrueerd. Hij
is aan niemand rekenschap verschuldigd en alles draait rond hem.? De bisschop wou daarvan af en
vroeg de
parochiegemeenschappen minstens vijf mensen te vinden die verantwoordelijkheid
wilden dragen voor de kerntaken van de parochie: catechese, diaconie, liturgie
en beheer. Die mensen werden daarop
aangesteld. ?Ze dachten dat ze
dat niet konden, omdat wij een volk van onmachtigen hebben gevormd: alsof mensen
die in de wereld allerlei verantwoordelijkheid nemen plots sukkelaars worden als
ze in de kerk komen. Ze moesten het
zelf ontdekken. Het was een echte
bekering. De
eerste vraag luidt: willen mensen een gemeenschap en willen ze zich vormen? De priester trekt, net als vroeger de
apostel Paulus, rond van parochie naar parochie. Hij verblijft telkens enkele dagen ter
plaatse. Daardoor symboliseert hij
de missionaire kant van de kerk en roept hij de gemeenschap op niet op zichzelf
terug te plooien. Zo ontstaat een
nieuwe dynamiek.?
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
- (no other messages in thread)
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.