vierde zondag van de veertigdagentijd C | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sat, 2 Mar 2013 01:01:01 -0800 (PST) |
Zo
wij aan Paulus de vraag stellen hoe de nieuwe paus moet zijn, zal hij ons
wellicht antwoorden: hij moet een bedienaar zijn van de verzoening. In zijn
boek over De kern van ons geloof schreef prof. Dr. Jozef Ratzinger:
“Het wezen van de Kerk is niet
organisatie, het is troost bieden door woord en sacrament, en dat doet ze in
goede en kwade dagen. Zij die werkelijk geloven, hechten niet zoveel gewicht
aan de reorganisatie van kerkelijke vormen. Ze leven uit hetgeen de Kerk altijd
is. En als men wil weten wat de Kerk eigenlijk is, dan moet men zich tot hen
wenden. Want de Kerk is meestal niet daar, waar georganiseerd, gereformeerd,
bestuurd wordt, maar ze is in hen, die eenvoudig geloven en in haar het
geschenk van het geloof ontvangen, dat hun tot leven strekt. Alleen zij die
ondervonden hebben, hoe de Kerk de mensen opbeurt, los van alle veranderingen
bij haar bedienaren en in haar vormen, hoe ze hun een thuis biedt en hoop
verschaft, een thuis dat hoop is: weg ten eeuwigen leven – alleen zij die
dat ondervonden hebben, weten wat Kerk is, vroeger en nu. Dat wil niet zeggen
dat men alles bij het oude moet laten en nemen zoals het nu eenmaal is” (Op. cit. p. 290). Laat u met God verzoenen (2 Kor. 5,20) Paulus
voelt zich sterk verantwoordelijk voor de kerk van Korinte. Hij beschouwt zich
als haar vader en moeder. Toch lagen de verhoudingen niet zo gemakkelijk. In
een eerste brief was hij ingegaan op een aantal problemen en spanningen. Of
die opgelost waren na zijn schrijven? Allicht niet, want hij schreef een
tweede brief aan de gemeente. Die brief is verloren gegaan. Hij was door
Paulus geschreven “met een bedrukt en beklemd gemoed en onder veel
tranen” (2 Kor. 2,5). De huidige tweede brief aan de Korentiërs is
wellicht zelf een samenstelling van drie afzonderlijke brieven. In elk van
deze brieven is de problematiek met de gemeente aanwezig. De
mensen uit Korinte waren Paulus niet welgezind omdat een beloofd bezoek van hem
niet had plaats gevonden. Hij bleef in Macedonië hangen en kwam niet naar
Korinte. Ze verwijten hem dat hij geen klaar eenduidig woord heeft, dat hij
misschien zelfs anders denkt dan hij schrijft. Zij beweren dat hij wispelturig
is, een man met twee gezichten, “schuchter in je aanwezigheid,
stoutmoedig op afstand” (2 Kor. 10,1). Zij beschouwen hem als een
apostel van de tweede keus. De relaties zijn vertroebeld. Dit doet Paulus
pijn. Hij voelt zich moe. De zorg om de kerken weegt op hem (2 Kor. 11,16).
Hij vraagt zich af wat zijn inzet heeft uitgehaald. Welke sporen laten we na?
Pastoraal werkende kunnen zich hierin herkennen. Paulus
verdedigt “met verve” in zijn tweede brief aan de Korintiërs zijn
eigen apostelambt (NBV). Hij schreef een gedreven brief, waardoor wij hem
beter leren kennen. Hij geeft het profiel van een evangeliedienaar. Zo
betitelt T.E. van Spanje zijn commentaar op 2 Korintiërs. Mgr. Paul Van den
Berghe, exegeet en Pauluskenner, gaf op een priesterbijeenkomst in Mariakerke
een boeiende visie op het apostolaat van Paulus. Paulus vergelijkt in
hoofdstuk 3 zijn werk met dat wat Mozes voor het volk heeft gedaan. Hij
beschrijft in hoofdstuk 4 en 5 het apostelambt als een voortdurend lijden dat
beloond wordt met een eeuwig leven bij God. De boventoon in het eerste deel
van de brief is de verzoenende houding (NBV). Paulus lijdt er onder wanneer er
spanningen zijn en wenst dat het bij een nieuw bezoek - zijn derde - goed mag
gaan. “Ik ben bang, schrijft hij, voor tweespalt, jaloezie,
woede, gekonkel, kwaadsprekerij, geroddel, arrogantie, wanorde” (2
Kor. 12,20). Hij wil zijn gezag aanwenden om op te bouwen en niet om af te
breken (2 Kor. 13,10). Wat
hij schrijft, is niet abstract. Het is geschraagd door zijn ervaring. Hij
benadert bv. op een prachtige wijze Jezus als degene die het volle Ja is aan de
Vader. Hij weerlegt daarmee dat hij zelf een dubbelzinnige taal zou hanteren
en tegelijk ja en neen zou zeggen. Zij beschuldigen hem dat hij achterbaks is
of onbeslist. Maar zoals bij Christus, is zijn ja een oprecht ja. “Christus
belichaamt het ja. In hem worden alle beloften van God ingelost; en daarom is
het ook door hem dat wij amen zeggen tot Gods eer” ( 2 Kor. 1,20). Door
het apostolaat staat Paulus in dienst van Christus, opdat deze zijn tocht in de
wereld kan voortzetten. Paulus is door Jezus gestuurd als een legaat. Het
apostolaat is kwestie van volmacht. Het is een hoge zaak. Het maakt
deelachtig aan heilsmysterie van Christus (2 Kor. 5,20). De adel van het
apostolaat is dienaar te mogen zijn. Paulus is blij en fier omdat hij met
Christus mag meegaan op de weg van de verkondiging. Hij zoekt niet zijn eigen
roem. “Wil iemand zich op iets beroemen, laat hij zich op de Heer
beroemen” (2 Kor. 10,18). “Niet ons, Heer, niet ons, maar
uw Naam komt de eer toe” (ps. 115). Het
apostolaat vraagt inzet en gezwoeg. De kern ligt in de mystieke verbondenheid
met Christus Jezus, de gestorven en opgewekte Heer. In het apostolaat gaat het
om de verkondiging van Jezus Christus, Gods Zoon (2 Kor. 1,19). Het is gericht
om met onbedekt gezicht de luister van de Heer te aanschouwen (2 Kor. 3,18).
De apostel is betrokken in de zwakheid en hoogheid van Christus. Christenen
delen in zijn gemeenschap en kunnen aldus vruchtbaar zijn. Het
schoonste dat Paulus als apostel kan aanbieden is de verzoening met God. Ook
deze is voor hem niet abstract. Hij heeft ze zelf eerst mogen ontvangen.
Paulus had als vervolger van christenen schuld aan de dood van Stefanus. Hij
had te lang gesteund op de Wet en had geen oog gehad voor de genade. De
ontmoeting met Jezus was voor hem een ommekeer. Hij aanvaardde dat God hem
zijn verzoening aanbood in Jezus. God blijft dit doen. Mensen
kunnen zo gevangen zitten in eigen schuld dat zij niet geloven dat God zijn
verzoening aanbiedt. Bitterheid kan in ons zoveel vergiftigen. Bitterheid is
het ergste geweld dat wij onzelf aandoen. Er
zijn pastorale gesprekken die vreugde schenken, vooral als je de vrede merkt
die in een mens openbloeit. Een priester is gelukkig, als hij in een
biechtgesprek een vergiffenisschenkend woord van de Heer mag uitspreken De
brief van Paulus is een bijdrage aan de verzoening in Korinte. Hij blijft deze
moeilijke gemeente zien, ook al richt hij tot haar soms harde en straffe taal
(hfst. 7). Aan de verzoening waartoe hij oproept, gaat de vergiffenis vooraf,
die hij zelf schenkt (2 Kor. 2,10-11). Wij mogen alle bij Christus in beroep
gaan (2 Kor. 5,10). Jezus brengt ons bij de Vader die zowel de oudste als de
jongste zoon opwacht en hen in zijn huis uitnodigt. Wij
komen opnieuw op adem als de stekende pijn van wrok, haat en schuld wordt
opgeheven. Mag er wel over vergeving en verzoening worden gesproken? In een
bezinning over de Verloren Zoon (Lc. 15,11-32) vraagt Filip Noël waar we
vandaag de schuld kwijt geraken. “Zijn medemensen bereid om
vergiffenis en nieuwe kansen te bieden? Ook al is het onrecht groot. In onze
maatschappij eisen mensen – terecht - gerechtigheid. Wie in de fout
gaat, moet boeten. Recht en rechtvaardigheid zijn basisbeginselen voor een
gezonde democratische samenleving, maar mag er ook plaats zijn voor mededogen
en vergevingsgezindheid? Volgens Jezus wel. Hij geeft verloren mensen nieuwe
kansen, hoe irritant dit ook mag zijn. Jezus kan niet anders want zijn
Godservaring leert hem dat God een uitmate barmhartige vader is die uitkijkt
naar de zondaar die zich bekeert. Want dat laatste is wezenlijk: wie fouten
maakt, moet bereid zijn om zich te bekeren en nieuwe wegen te bewandelen”
(F. Noël, Bijbel en Bezinning 2006 n° 1). De
veertigdagentijd is een tijd van verzoening en genade. Hij biedt ons de gelegenheid in Christus te herademen en ons tot God te
keren om meer dan ooit Gods Heilige Geest te volgen en zo in dienst te staan
van heel de mensheid (Eucharistisch gebed VI). Antoine Rubbens Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal Aandacht :
De informatie in dit bericht of in de
bijlagen ervan is enkel bedoeld voor de persoon of de entiteit tot wie het
bericht is gericht, en kan vertrouwelijke of persoonlijke zaken bevatten. Het
bekijken, doorzenden, verspreiden of ander gebruik van, of het actie ondernemen
vertrouwend of gebaseerd op deze informatie door andere personen of entiteiten
dan diegene voor wie ze bestemd was, is verboden. Als u dit bericht
verkeerdelijk hebt ontvangen, gelieve dan de afzender te contacteren en het
bericht van eender welk systeem te verwijderen, alsook eventuele kopies
ervan.
|
-
vierde zondag van de veertigdagentijd C Antoine Rubbens, March 5 2010
- vierde zondag van de veertigdagentijd C Antoine Rubbens, March 2 2013
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.