vijfde zondag veertigdagentijd C | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Fri, 8 Mar 2013 22:55:39 -0800 (PST) |
Is op de vijfde zondag in de
veertigdagentijd 2013 het conclaaf voorbij en hebben we een paus, die een
kleine jongen was of nog niet geboren, toen Vaticanum II plaats vond? Petrus met zijn broers en zusters Voor plus
zeventigers leidt de herdenking
van Vaticanum II hen terug
naar hun jeugd.
Het tweede Vaticaans concilie had vier sessies en duurde van 1962 tot 1965.
Paus Joannes XXIII (1881-1963) die het samen riep, deed ons bidden tot de Geest
voor een nieuw pinksterfeest. Het concilie zou volgens de paus een levendige en
innige ontmoeting moeten zijn met de verrezen Heer en een gastmaal van genade
en broederlijkheid. Deze paus had door zijn diplomatieke opdrachten in Bulgarije, Turkije
en Griekenland contact gehad met de Kerken in het Oosten. Hij stond open voor
de oecumene. Hij kende dom Lambert Beauduin (1873-1960), stichter van de benedictijnengemeenschap in
Amay, die later werd verplaatst naar Chevetogne. Hij had hem in Amay bezocht. John
W O’Malley, jezuïet en professor in Washington, schreef het boek L’Evénement
Vaticanum II. Het is uit het Engels vertaald en uitgegeven bij
Lessius/Brussel. Hij situeert het concilie in de lange rij van concilies en
stelt het tegenover de inzichten van de 19° eeuw. Hij belicht de eigen, nieuwe
toon en stijl van de conciliedocumenten. Bij
de 2500 uitgenodigde concilievaders zijn de patriarchen en de bisschoppen van
de Oosterse kerken. De paus nodigde “zijn zonen de kardinalen” en
“zijn broeders de patriarchen” uit voor het concilie. Prosper
Poswick (1906-1992), ambassadeur van België bij de Heilige Stoel publiceerde
zijn nota’s van het concilie en zag in de aanpak van paus Joannes een
opening naar de niet met Rome verbonden Kerken (P. Poswick, Un journal du
Concile, p.76). Elke
dag begonnen de zittingen met een eucharistie. Ze werd opgedragen in een van de
vele ritussen. Dit liet de concilievaders de rijke verscheidenheid aanvoelen.
Zij hoorden een aantal keren de krachtige interventies van patriarch Maximos IV
Saigh (1878-1967). Deze leidde een groep van 16 bisschoppen en vier oversten
van religieuze ordes uit de Melkietische Kerk van het Midden-Oosten. Hij sprak
telkens in het Frans tot de concilievaders. Elke keer wees hij er op dat de
Kerk groter is dan haar Latijnse en Romeinse gestalte. In zijn suggesties voor
het concilie had hij reeds in 1959 gereageerd tegen de overdreven centralisatie
en de overweldigende macht en invloed van de Romeinse curie (L’Eglise
melkite au concile. Discours et notes du patriarche Maximos IV et des prélats
au Concile oecuménique Vatican II, Beyrouth, Dar al-Kalima, 1967). Voor
hem zijn de kardinalen, raadgevers van de paus, slechts pastoors van Romeinse
kerken en drukken ze onvoldoende de universaliteit uit van de katholieke Kerk.
Hij pleitte voor een permanente raad, met een beurtrol, van bisschoppen, die
collegiaal met de paus zouden samenwerken in eerbied voor de eigen volmachten
van de bisschop van Rome (John W. O’Malley, (op. cit. 261). De
Nederlandse kardinaal Bernard Alfrink (1900-1987), die tot de voorbereidende
centrale conciliecommissie behoorde, had in aanloop naar het concilie een
pleidooi gehouden voor een soort permanente kroonraad van bisschoppen bij de
paus. Een voorstel dat nog steeds actueel blijft en waar Kardinaal Danneels
naar verwees bij zijn vertrek naar het conclaaf. Een van de grote uitdagingen
waarvoor de Kerk en de nieuwe paus staat, is het behoud van de eenheid in
verscheidenheid. “Daarom moet er een zekere decentralisatie
doorgevoerd worden. De collegialiteit van de bisschoppen, een van de grote
doelstellingen van Vaticanum II, kan nog sterk uitgebreid worden. Denk aan de
synodes, waar nog altijd te weinig echte debatcultuur heerst. Daarom pleit ik,
en niet voor het eerst, voor een soort pauselijke ‘kroonraad’.
Samengesteld uit kardinalen en bisschoppen uit alle continenten waaruit vrijuit
én met kennis van zaken van gedachten kan worden gewisseld over alle
belangrijke thema’s, zonder dat daaraan een uitvoerende macht moet zijn
verbonden. Het probleem van de Curie kent iedereen: dat is een uitvoerend orgaan
en die hebben altijd – en onvermijdelijk - de neiging om (nog) meer macht
naar zich toe te halen. De paus moet die dan ook goed in de hand zien te houden
en daarom misschien vaker zijn mensen bij elkaar roepen. De uitdagingen
waarvoor we staan, zijn immers niet niks. Denk maar aan het relativisme in
Europa: ieder zijn waarheid, dat is niet juist. Denk aan de grote morele en
antropologische vragen over het wezen van de mens waarvoor we staan. Wie is de
mens? En er is ook de imagoschade, veroorzaakt door de pedofilieschandalen,
Vatileaks, de financiële ondoorzichtigheid e.a. We moet dat erkennen en er iets
aan doen. Of een Derde Vaticaans Concilie daarvoor nodig is, is een andere
zaak. Voor mij betekent een eventueel Vaticanum III eerst en vooral de
integrale uitvoering van het Tweede Vaticaans Concilie” (Kardinaal
Danneels, Kerknet 27 febr. 2013). Op een Derde Vaticaans Concilie zal Kerk nog
meer dan nu met haar Oosterse en Westerse long moeten ademen. De
opvolger van Benedictus XVI zal diens contacten met de Orthodoxe en de Oosterse
Kerken verder moeten behartigen en bevorderen. De bisschop van Rome is de
opvolger van Petrus, tot wie Jezus in de lijdensnacht zei: “Simon,
Simon, weet dat Satan jullie voor zich heeft opgeëist om jullie als graan te
zeven. Maar ik heb voor je gebeden opdat je geloof niet zou bezwijken. En als
jij eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken”
(Lc. 22,31-32). Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen (Joh. 8,7) Waartoe
dienen stenen? We kunnen er veel mee doen, ze oprapen, ze opstapelen, er een
muur mee bouwen. We kunnen met stenen gooien. Kleine steentjes kunnen we heel
ver gooien. David doodde met een handig geslingerd steentje de reus Goliath.
Tijdens de intifada is dit hem nagedaan. Werp
geen stenen naar beneden. Een waarschuwing in de bergen om steenlawines te
vermijden. Het
zijn wrede gebruiken die toestaan om mensen te stenigen. Het gebeurde in de
bijbel en het werd toegelaten in een aantal landen waar de sharia geldt. Nog
altijd worden mannen en vrouwen gestenigd, daarbij meer vrouwen dan mannen.
De tegenstanders van Jezus in Jeruzalem dreigden hem te stenigen (Joh. 10,31).
Stefanus is de eerste die als martelaar werd gestenigd (Hnd. 7,58). Saulus was
er bij en keurde dit zelfs goed. Eenmaal bekeerd, moest Paulus vluchten, omdat
men hem en zijn metgezel in Ikonium wou stenigen (Hnd.14,5; 2 Kor. 11,25) In
het beroemde verhaal bij Joh. 8, 1-12 verzet Jezus zich tegen het stenigen van
een vrouw. We
krijgen dit verhaal in de veertigdagentijd. De boodschap van vergeving en
barmhartigheid, die Jezus brengt, is een deel van onze geloofsbelijdenis. Een
christen gelooft dat zonden worden vergeven en hij wordt ermee opgeroepen zelf
barmhartig te zijn. Bij een professie wordt aan de monnik en de moniale
gevraagd wat zij in het klooster zoeken. Ze antwoorden: Gods barmhartigheid. Het
verhaal van Jezus op de Olijfberg is ver buiten kerkelijke grenzen beroemd.
“De woorden van Jezus – ‘Wie zonder zonde is, werpe de
eerste steen’ werden tot universeel cultuurbezit. Samen met de
parabel van de verloren zoon behoort deze passage tot de bekendste symbolen van
Gods barmhartigheid in het evangelie” (P. Schmidt, In de handen
van mensen, p. 67). Pieter Bruegel de Oude schilderde in 1565 Jezus en de
overspelige vrouw. Hij zorgde voor een plastisch ongehoord sterke weergave van
dit Bijbels tafereel. Op het schilderij van Max Beckmann, Christus en de
zondares schrijft Jezus niet in het zand, maar schermt hij de vrouw krachtdadig
af tegen de opdringerige menigte. Hij reageert op religieuze schijnheiligheid,
die onmenselijkheid genereert (Peter Schmidt, op. cit, p. 234). Hoe
reageert de hedendaagse mens op dit verhaal? De aangeklaagde vrouw zou nu
allicht naar de rechter stappen en haar aanklagers beschuldigen van inbreuk op
haar privéleven. De media hebben veel geïnformeerd bij de houding van DSK, de
voorzitter van het IMF ten opzichte van het kamermeisje in het Sofitelhotel in
New York. Commentaar in overvloed van aanklagers en verdedigers. Er werd
geschreven dat vrouwen de scheve schaats van hun man tolereren. Privézaak. In
november 2011 gaf een Franse rechter een vrouw gelijk die haar man aanklaagde
omdat hij geen verkeer meer met haar had. Jezus
opende nauwelijks zijn mond wanneer de aanklagers die vrouw bij Jezus
brachten. Hij vroeg hun alleen maar in eigen hart te kijken. Zo hebben ze
misschien nagedacht over het gedrag van de twee mannen die Suzanne
beschuldigden (Dan. 13). Jezus nodigde ook de vrouw uit in haar eigen hart te
zien. De angst viel van haar weg toen die schriftgeleerden en de Farizeeën
verdwenen. Ze herademde. Jezus zei tot haar: “Heeft niemand u
veroordeeld? Ook ik veroordeel u niet. Ga naar huis en zondig van nu af niet
meer” (Joh. 8,10-11). Kunnen
wij diezelfde woorden herhalen? Er gebeuren dingen die totaal af te keuren
zijn. Het kindermisbruik binnen en buiten de kerk blijft een pijnlijke schok
en schande. Mogen de daders naast hun straf op barmhartigheid rekenen? Anton
De Wit schreef het boek Van klokken en klepels en handelt er over de
schandalen, controverses en innerlijke verdeeldheid binnen de kerk. Hij raakt
notoire gevallen aan van kindermisbruik en durft daarbij de vraag stellen:
“Maar alle mensen die te pas en te onpas met het verhaal van Jezus en
de overspelige vrouw op de proppen komen om de Kerk de maat te nemen qua
barmhartigheid, moeten zichzelf ook de zelfkritische vraag stellen hoe zij
zouden reageren wanneer Jezus ook in dit geval zou zeggen: ‘Wie
zonder zonde is, werpe de eerste steen.’ Hij zou opnieuw aan het
kruis genageld worden door een woeste menigte die zichzelf als beschaafd,
weldenkend en rechtvaardig zien” (Op. cit. p. 26). De
Nederlandse katholieke journalist vraagt aan zijn lezers: “Hoe is het
in de praktijk gesteld met je eigen neiging tot barmhartigheid, wanneer het
geen anonieme Bijbelse boef betreft, maar iemand die jou persoonlijk verdriet
of pijn heeft gedaan? Laten we de barmhartigheid alsjeblieft niet zoetelijker
voorstellen dan zij is: deze vergevingsgezinde naastenliefde is misschien wel
de zwaarste van alle deugden” (Ibid. p. 25). Graag
nog een citaat uit dit boek: “Onze ervaringen en herinneringen zijn
belangrijk, maar ze bergen een gevaar in zich. Ze hebben de neiging harder te
roepen om rechtvaardigheid dan om barmhartigheid. Rechtvaardigheid en
barmhartigheid: twee kernbegrippen van het christendom die allebei belangrijk
zijn, maar die ook per definitie op gespannen voet staan met elkaar.
Rechtvaardigheid is immers, heel simpel gezegd, krijgen wat je verdient.
Barmhartigheid is krijgen wat je niet verdient. Die beide dingen hebben elkaar
nodig. Barmhartigheid die de rechtvaardigheid uit het oog verliest, zakt
uiteindelijk door de eigen slappe knieën. Rechtvaardigheid die de
barmhartigheid uit het oog verliest, wordt bloeddorstig. Rechtvaardigheid en
barmhartigheid mogen dus elkaar nooit opheffen, zij moeten elkaar in evenwicht
houden. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Met
die barmhartigheid is namelijk iet vreemds aan de hand: iedereen is er van
harte voor, tot men het zelf moet opbrengen. Vraag gelovigen én ongelovigen
wat zij het mooiste of belangrijkste vinden aan de prediking van Jezus, en je
krijgt in veel gevallen een antwoord dat neerkomt op barmhartigheid: dat Hij
uitschot, overspeligen, hoeren, sjacheraars en zelfs moordenaars niet alleen
niet veroordeelt, maar zelfs liefheeft”
(Ibid. p. 24-25). Wij
bidden met Kardinaal Albert Decourtray (1923-1994) om de barmhartigheid van
Jezus: Ik zou zo graag … … zo mild zijn als Hij: met de vinger in het zand schrijven in de plaats van mensen met de vinger te wijzen … zo stil zijn als Hij: kunnen leven vanuit een bestendige inwendige rust, een biddende vrede … zo verontwaardigd zijn als Hij: zich daadwerkelijk ergeren aan onrecht en zich geriskeerd inzetten voor zijn diepste overtuiging … zo gegeven zijn als Hij: zonder voorwaarde, zonder voorbehoud, zo gratis als genade, een goddelijke ontmoeting … zo tactvol zijn als Hij: delicaat tegenover de vrouw aan de Jakobsput, fijngevoelig als tegenover Maria Magdalena … zo genezend zijn als Hij: helen en heilzaam zijn voor duizenden mensen, die pijn hebben van binnen en van buiten. Ik zou zo graag zijn 'veel minder christen' maar veel meer 'Christus' een zegen voor de mensen. Antoine
Rubbens Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal Aandacht :
De informatie in dit bericht of in de
bijlagen ervan is enkel bedoeld voor de persoon of de entiteit tot wie het
bericht is gericht, en kan vertrouwelijke of persoonlijke zaken bevatten. Het
bekijken, doorzenden, verspreiden of ander gebruik van, of het actie ondernemen
vertrouwend of gebaseerd op deze informatie door andere personen of entiteiten
dan diegene voor wie ze bestemd was, is verboden. Als u dit bericht
verkeerdelijk hebt ontvangen, gelieve dan de afzender te contacteren en het
bericht van eender welk systeem te verwijderen, alsook eventuele kopies
ervan.
|
-
vijfde zondag veertigdagentijd C Antoine Rubbens, March 12 2010
- vijfde zondag veertigdagentijd C Antoine Rubbens, March 8 2013
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.