Derde paaszondag | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sat, 6 Apr 2013 00:58:31 -0700 (PDT) |
Bij het meer van Tiberias (Joh. 21,1) Het
meer van Tiberias, het lag er ten tijde van Jezus en het ligt er nog. Zijn
oevers zijn meer bebouwd dan toen. De pelgrim naar het land van Jezus bezoekt
er de opgravingen van Kafarnaüm. Hij komt in Tabgha, waar hij kijkt naar de
oude mozaïek, die herinnert aan het verhaal van de broodvermenigvuldiging. Hij
bidt even in de primaatskapel aan de noordelijke oever van het meer waar
volgens het Johannesevangelie de laatste verschijning van Jezus plaats vond. Een
aantal vrienden van Jezus zijn naar Galilea teruggekeerd voor hun werk van
vroeger. Zelfs vanuit hun nieuwe situatie zijn ze toch aangewezen om voor
voedsel te zorgen. Ook na Pasen moeten ze eten en zorgen voor het dagelijks
bestaan. Het viel hen niet mee. Ze hadden niets gevangen tijdens de nacht.
Zij waren teruggekeerd naar hun verleden en ondervinden opnieuw de hardheid van
het bestaan. Werken zonder resultaat. In hun tegenslag komt Jezus hen
tegemoet. Jezus komt naar hen toe, maar ze herkennen hem niet De man aan de
oever gelijkt op de tuinman in de Paasochtend, die een wenende vrouw troost, en
op die vreemdeling, die meegaat met twee gewezen leerlingen uit de compagnie
van Jezus en hun vragen en twijfels beluistert. Bescheiden, niet
overweldigend. Comme un souffle fragile! In
het verhaal krijgen Petrus en Johannes alweer een opvallende rol. Weerspiegelt
dit spanningen met en binnen de groep van Johannes, die hun geliefde meester
willen vooropstellen? Het laatste hoofdstuk van het Johannesevangelie, dat op
een toevoeging lijkt, geeft een kerkelijke toets aan een christologisch
evangelie. In het evangelie van Johannes is Jezus de Openbaarder van de
Vader. Het laatste hoofdstuk wijst er op dat zijn leerlingen en de daarop volgende
generaties zijn werk moeten voortzetten. Alweer
speelt de geliefde leerling een bemiddelende rol. Hij is de eerste die de
Heer herkent. Wie bemint ziet meer. Hij zet Petrus op het spoor om naar Jezus toe te
gaan. Het is Petrus die het net aan land brengt. Een net met 153 vissen.
Velen hebben gespeculeerd over dit cijfer, dat kan duiden op de veelheid van de
volkeren. Het
is een ietwat idyllisch tafereel, dit ontbijt aan het meer, deze mensa Domini,
deze tafel van de Heer. De ontmoeting omvat immers alweer een maaltijd met de
Heer. Hij is gastheer. Hij had het eerste werk gedaan. Het houtskoolvuurtje
brandde en er was al brood en vis. Jezus wordt soms afgebeeld onder het teken
van de vis. Oude muurschilderingen uit de kerk van het Oosten geven taferelen
weer van het Laatste avondmaal, met een grote vis op de schotel. De
geroosterde vis is Christus. “Een
houtskoolvuur met vis erop en brood…” Bisschop Johan Bonny
koos dit citaat uit het evangelie van Johannes (Joh. 21,9) als titel voor de
visietekst voor de werking in het bisdom Antwerpen. Met velen kijkt hij naar
de komende jaren met de ogen van het begin. Het is morgen, het ontbijt staat
klaar en een nieuwe dagtaak wacht. De bisschop ontwikkelt in de visietekst een
aantal gedachten over christen-zijn en Kerk-zijn vandaag. Hij spreidt dit over
zeven hoofdstukken. Hij schrijft in de epiloog: “Van Christus geloven
we dat Hij als het morgenlicht is. Vroeg in de morgen is Hij opgestaan uit de
dood. In dat morgenlicht mogen wij gaan staan. Ook en vooral vandaag. Als
kerkgemeenschap hebben wij iets nieuws om van te leven en om van te getuigen.
Die nieuwheid is niet alleen voor ons bestemd. Het Evangelie is blijde
boodschap voor alle mensen en voor heel de samenleving. Als gemeenschap van
leerlingen mogen wij daartoe bijdragen.” “Trouwens aan het
meer van Tiberias, op een frisse ochtend kort na Pasen, is voor de vissers
alles opnieuw begonnen. Aan de oever van het meer stond de Heer op hen te
wachten en toen ze aan land waren gestapt, zagen ze dat er een houtskoolvuur
was aangelegd, met vis erop en brood ernaast” (Kerknet 21.10.12). Na
het ontbijt volgt het gesprek van Jezus met Petrus. Innig en intens. “Hou
je van mij?” Hij vraagt het drie maal (een verwijzing naar de drie
verloocheningen). Drie keer een zelfde vraag. De liturgie, zeker de Oosterse,
herhaalt graag. Gospedi pomiluj, Kyrie eleison, Sanctus, Sanctus, Sanctus. Pater
Leon De Coninck s.j. zei tijdens een retraite aan seminaristen dat niemand drie
keer traag na elkaar de naam ‘moeder’ kan uitspreken zonder
ontroerd te worden. Drie keer mag Petrus antwoorden: “Ja, ik bemin U.”
Deze liefde is de basis voor de verantwoordelijkheid, die hij krijgt. De
verrezen Jezus vraagt Petrus hem te volgen. Als visser krijgt deze een
herderstaak. Jezus volgen, dit zal lijden teweeg brengen. Dit ligt besloten
in de nogal harde en toch realistische woorden: “Toen je jong was,
deed je zelf je gordel om en ging je waarheen je wilde, maar wanneer je oud
wordt, zal een ander je handen grijpen, je gordel omdoen en je brengen waar je
niet naartoe wilt.” Wie
door ziekte of ouderdom zijn/haar huis moet verlaten en dagelijks ondervindt
dat hij/zij op de hulp van anderen is aangewezen, die herkent zich in dit
woord. Führen, wohin du nicht willst, was de titel van een veel gelezen boek van de Duitse
theoloog en politieker Helmut Gollwitzer. Hij vertelt daarin de harde tijd van
zijn Russische krijgsgevangenschap. Hij koos als titel dit Jezuswoord uit het
Johannesevangelie. Hij bekent daarin dat hij tijdens die zware tijd Gods
nabijheid is blijven aanvoelen. De man bij het brandend houtsvuur is de Heer. De leerlingen beseffen
dit en durven hem toch niet ondervragen. De verrezen Heer overrompelt niet.
Hij is aanwezig, maar er is een schroom en een huiver om dit geloof te
verwoorden. Toen en nu? “Het behoort tot Gods mysterie dat Hij stil,
onopvallend handelt. Dat Hij slechts gaandeweg in de grote geschiedenis van de
mensheid zijn geschiedenis opbouwt. Dat Hij mens wordt en daarbij door zijn
tijdgenoten, door de toonaaangevende krachten in de geschiedenis over het hoofd
kan worden gezien. Dat Hij lijdt en sterft, en als Verrezene alleen bij de
mensheid wil komen door het geloof van degenen aan wie Hij zich toont. Dat hij
altijd weer stil aan de deur van ons hart klopt en ons langszaam ziende maakt
wanneer wij de deur voor Hem openen“ (Paus Benedictus, Jezusboek
II, p. 246-247). Hoe
kunnen we de verrijzenis enigermate verklaren? Ze geschiedt allereerst aan
Jezus en zij bepaalt de geschiedenis. Toch is ze geen feit zoals de geboorte
en de kruisiging van Jezus. Zij is iets totaal nieuw. Paus Benedictus
probeert het te verklaren als een radicale 'mutatiesprong', waarin een nieuwe
dimensie van het leven, van mens-zijn zich openbaart. Deze nieuwe realiteit is het vertrekpunt van de verkondiging. “ De prediking van de apostelen, met haar passie en durf, is inderdaad
ondenkbaar zonder echt contact met het heel nieuwe en onverwachte, dat de
getuigen van buiten af getroffen heeft doordat de opgestane Christus zich
toonde en sprak. Alleen een echt, radicaal nieuw gebeuren kon de prediking van
de apostelen mogelijk maken: die is niet door middel van speculaties of
innerlijke, mystieke ervaringen te verklaren. Ze moet het in haar durf en
nieuwheid hebben van de kracht van iets wat niemand heeft uitgevonden en alle
voorstellingen te boven ging“ (Op. cit.,
p. 246). De liturgie vat dit mysterie van de verrijzenis samen met het
psalmvers „Ontwaak ik, dan ben ik nog bij u“ (ps. 138,18).
“Resurrexi, et adhuc tecum sum.“ Dag aan dag mogen we
dankbaar zingen: Crucem tuam adoramus
Domine, resurrectionem tuam laudamus Domine. Laudamus et glorificamus.
Resurrectionem tuam laudamus Domine. Antoine Rubbens Met
vriendelijke groeten, Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal Aandacht :
De informatie in dit bericht of in de
bijlagen ervan is enkel bedoeld voor de persoon of de entiteit tot wie het
bericht is gericht, en kan vertrouwelijke of persoonlijke zaken bevatten. Het
bekijken, doorzenden, verspreiden of ander gebruik van, of het actie ondernemen
vertrouwend of gebaseerd op deze informatie door andere personen of entiteiten
dan diegene voor wie ze bestemd was, is verboden. Als u dit bericht
verkeerdelijk hebt ontvangen, gelieve dan de afzender te contacteren en het
bericht van eender welk systeem te verwijderen, alsook eventuele kopies
ervan.
|
-
Derde Paaszondag homilie, April 9 2010
- Derde Paaszondag Bie Boon, April 15 2010
- Derde paaszondag Antoine Rubbens, April 6 2013
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.