‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en door elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen.’
Zusters en broeders, het zijn woorden die ons wellicht niet direct blij maken. Misschien liggen ze zelfs zwaar op onze maag. Want onszelf
verloochenen en elke dag opnieuw ons kruis opnemen: het klinkt niet echt bemoedigend, en het nodigt ook niet uit. Maar dat komt omdat we die woorden
wellicht niet goed begrijpen.
Want onszelf verloochenen, dat is niet onszelf, onze gedachten en gevoelens negeren, maar dat is wél niet alleen voor onszelf willen leven.
We zijn maar mens, en dus verre van perfect, en dat heeft zijn gevolgen. Soms zijn we egoïstisch, soms zelfs heel egoïstisch, en willen we
alleen naar onszelf luisteren, onze eigen willetjes involgen en onze eigen goesting doen, ook als anderen daar niet beter van worden. Die slechte
kanten van onszelf moeten we bestrijden en afzweren. Om het met de woorden van Jezus te zeggen: die moeten we verloochenen, want alleen dan kunnen we
een volgeling zijn van Hem.
Jezus zegt ook dat we ons kruis moeten opnemen. Daarbij denken we wellicht aan het kruis dat Hijzelf heeft moeten dragen, en waarop Hij op een
vreselijke manier vermoord is. Nee, dat is niet het kruis dat Hij bedoelt. Maar het is ook een pijnlijk kruis. Een kruis onder heel veel vormen. Een
kruis van een ongeneeslijke ziekte. Een kruis van tegenslag in wat we ondernemen, in ons gezin, in onze omgeving. Een kruis van ruzie, van
echtscheiding en vechtscheiding. Een kruis van ellende, van onbegrip en onwil. Maar ook een kruis van onze eigen onvolmaaktheid, van mislukkingen door
eigen schuld. Een kruis ook dat we niet zo goed zijn, niet zo gelovig en niet zo christelijk als we zouden willen zijn en als we ons misschien
voordoen.
Dat is het kruis dat Jezus bedoelt: het kruis dat we dikwijls onszelf, onze eigen wil en onze eigen verlangens moeten verloochenen. Het kruis
dat we moeten leren dragen wat tegenzit. Het kruis dat we onze fouten moeten erkennen als we Hem willen volgen. Als we dus willen leven naar zijn
woorden en daden in onze relatie, op ons werk, in onze familie, in onze omgeving, in ons dagelijks leven. Als we onze zelfzucht, ons eigen voordeel en
ook onszelf opzij durven en willen zetten voor anderen. Zoals Jezus dat gedaan heeft. Tot op het kruis. Zijn kruis dat heel wat zwaarder en vreselijke
was dan ons kruis.
In de eerste lezing zegt God de Heer dat Hij over het huis van David een geest van welwillendheid en gebed zal uitstorten, zodat zij zullen opzien
naar Hem die zij doorstoken hebben. Die Geest stort Hij ook over ons uit, en dat is zijn Geest van liefde, eenheid en vrede. Zijn Geest die ervoor
zorgt dat we niet alleen voor onszelf willen leven. Dat we, om het met Jezus’ woorden te zeggen, niet alleen maar ons leven willen redden, want
dan verliezen we het, en houden we alleen maar eenzaamheid en alleen-zijn over. Maar wie zijn leven verliest voor anderen, zal zijn leven redden, zegt
Jezus, want hij zal groeien naar een leven vol liefde, vol vriendschap, vol begrip, vol aandacht. Een leven dat waard is om geleefd te worden. Een
leven zoals Jezus ons heeft voorgeleefd. Amen.
Download dit document in Word-formaat