Zusters en broeders,
Nooit eerder hebben mensen zozeer de drang gehad zichzelf te openbaren. Ze facebooken, twitteren, bloggen en mailen er maar op los om hun leven te
vertellen, hun geweldige ervaringen mee te delen, te laten zien hoe heerlijk ze gebakken, gekookt, gevierd, gefeest, gereisd hebben. Kortom, iedereen
moet alles weten, en het komt erop aan zoveel mogelijk ‘likes’ en volgers te hebben. Veel meer dan gelijk wie anders. Want al die
facebookers willen heel bekend zijn, liefst zó bekend dat ze op de duur beroemd worden.
Die drang om zichzelf te openbaren en om bekend en beroemd te zijn hadden Maria en Jozef helemaal niet. Facebook, twitter, blog en mail bestonden
nog niet, maar als ze wél hadden bestaan, hadden Maria en Jozef er zeker geen gebruik van gemaakt. Daarvoor waren ze veel te nederig, en hadden
ze ook helemaal geen drang om zichzelf te verkopen.
En toch worden ze gevonden, dankzij een ster. Een ster die de wijzen uit het Oosten zien, een ster die het licht is van God. Alleen de wijzen zien
dat licht, en ze zien het omdat ze op zoek zijn naar God op aarde. Daarom is de ster boven Jeruzalem ook niet te zien, want daar is men allang niet
meer op zoek naar God op aarde, maar naar macht, rijkdom en eigenbelang. En daarin kan Gods licht niet stralen.
Is het vandaag beter? Velen zien Gods licht niet, en ze willen het ook niet zien. Velen willen God ook niet kennen, want dan moeten ze proberen
leven op zijn weg van liefde, vrede, en gerechtigheid. En dan moeten ze ook aanvaarden dat God zich niet openbaart als een heerser vol macht, vol
bezit en vol eigenbelang, maar als een kwetsbaar kind dat leeft door de liefde en de inzet van liefdevolle mensen. Een kind dat niet op zoek is naar
macht, maar naar hulpvaardigheid. Niet naar oorlog, maar naar vrede. Niet naar haat, maar naar liefde. Hoevelen zijn er vandaag die juist wél
op zoek zijn naar haat? Haat die leidt naar moord, terrorisme en wreedheid.
Zoals altijd moeten we ons afvragen waar wijzelf staan in het verhaal van de zoekende wijzen. Welke ster zien wij? Door welke ster laten wij ons
leiden? Is het de ster van geld en bezit? Is het de ster van macht en heerschappij? Is het de ster van egoïsme en eigenbelang? Of is het de ster
die ons leidt naar het woord van God en naar de poging om naar dat woord te leven? De ster van God die ons niet wil overdonderen, maar die gevonden
wil worden. En brengen wij, zoals de wijzen, hulde aan het goddelijk Kind? Bieden ook wij onze schatten van goud, wierook en mirre aan? Het goud van
onze liefde en onbaatzuchtigheid. De wierook van ons streven naar gerechtigheid. De mirre van vrede, barmhartigheid, vergeving en begrip.
Zusters en broeders, laten we nog eens luisteren naar wat we hoorden in de eerste lezing. Daarin zegt de profeet Jesaja: ‘Sta op. Laat het
licht u beschijnen, want de Zon gaat over u op en de glorie van de Heer begint over u te schijnen. Want zie, duisternis bedenkt de aarde, het donker
de volkeren, maar over u gaat de Heer op en zijn glorie is boven u verschenen.’ Dat is wat we hoorden. Laten we dus bidden dat op dit feest van
de Openbaring van de Heer Gods licht over ons mag schijnen, zodat we niet verdwalen in de duisternis van egoïsme en eigenbelang, maar leven in
het licht van zijn liefde en vrede. Amen.
Download dit document in Word-formaat