veertiende zondag B | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sat, 27 Jun 2009 01:03:02 -0700 (PDT) |
Is dit niet de timmerman, de zoon van Maria? (Mc.
6,3)
Twee collega?s waren
elkanders beste rivaal.
Vriendschap, wedijver, naijver?
Wat was het? Een
student zei over hen: «Ces deux profs, ils se détestent cordialement dans le
Seigneur ». Zij verwensen elkaar
hartelijk in de Heer. In een
tafelgesprek waren ze aan het pochen om uit te maken wie van beiden de beste
was, niet alleen aan de universiteit, maar op het college en zelfs van huis
uit. Er vielen uitspraken als mijn
vader was een middenstander, jouw vader een Kajotter. Of daar iets verkeerds zou
aan zijn. De beweging van Cardijn
vormde mensen om met anderen begaan te zijn en op te komen voor de waardigheid
van elke mens.
Tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen is er veel
te doen geweest over de afkomst van de
presidentenkandidaten.
Tot zover de inleiding om in Galilea aan te komen bij de
dorpsgenoten van Jezus. Die was
maar de zoon van de timmerman. Zo
vermeldt het Matteüs. Volgens Marcus was Jezus zelf een
timmerman. Lukas gaat helemaal niet
in op het beroep van Jezus.
De aanduiding van Marcus is de oudste versie en wellicht
de meest juiste. Mettertijd
verdween de verwijzing naar het beroep van Jezus.
Zoals Jozef was Jezus een ambachtsman. Hij leerde bij hem zijn vak. De vader had immers de plicht zijn zoon
een stiel te leren. ?Wie hem
geen handwerk bijbrengt, brengt zijn zoon tot roof? (een spreek van de
rabbijnen).
Marcus noemt Jezus de zoon van Maria. Zij was wellicht 15 à 17 jaar ouder dan
haar zoon; Jozef wellicht 25 jaar ouder.
Het vermoeden dat Jozef vroeg stierf, kan juist zijn. Maria is dan na het overlijden van Jozef
samen met haar zoon in een groter familieverband (sippe) opgenomen, waar Jezus
opgroeide met Jacobus, Jozef, Juda en Simon, de zogenaamde broers van de
Heer. Marcus vernoemt nergens Jozef
als vader van Jezus. ?Jozef, de
man die er stil bij staat.?
Het Griekse woord ?tekton? om zijn beroep en dit
van Jezus aan te duiden omvat meer dan het bewerken van hout, maar even goed het
bewerken van stenen (J.Gnilka, Jesus von Nazareth, p.
77)
Was er in Nazareth genoeg werk voor deze
ambachtslui? Heeft Jezus buiten
Nazareth gewerkt? Bepaalde
auteurs vermoeden dat Jezus een tijd zou gewerkt hebben bij de heropbouw van de
stad Sepphoris, op een uur lopen van Nazareth. Ze werd in het jaar vier vóór Christus
door de Syrische stadhouder Varus verwoest. De heropbouw heeft jaren geduurd. Het zou kunnen dat Jezus daar op de werf
heeft gestaan als bouwvakker.
Het zijn vermoedens. Jezus is lange tijd in Nazareth gebleven
en heeft er gewerkt en gevoeld hoe hard het werk kan zijn. Eelt op de handen kan beter zijn dan
eelt op de knieën (een gezegde van Mgr. Bekkers).
De dorpsgenoten van Jezus waren verbaasd over zijn
wijsheid. Een goed punt voor
hem. Het geeft iets weer van hun
waardering. Ze slikken deze woorden
echter vlug in door over zijn afkomst te speculeren. Wie een mens vastpint op zijn herkomst
en zijn verleden, gunt hem geen heden en geen toekomst. Het getuigt van weinig vertrouwen. In zulk klimaat is de uitstraling
beperkt. De toehoorders hebben met
hun reserve tegenover Jezus zichzelf vatgezet. Waar ongeloof is, gaan geen deuren
op.
Het voorval in Nazareth is een van de vele schuifjes in
het verhaal van de tegenkanting die Jezus ervaart. Het is nu al de tweede keer dat een
bezoek aan de synagoge slecht afloopt (Mc. 3,6). Jezus was al gestoten op de verstoktheid
van het hart van enkele Farizeeën.
Nu voelt hij in Nazareth het ongeloof van buren en dorpsgenoten (Mc.
6,6). Welke vormen zal de
tegenstand nog aannemen?
Als lezer weten wij van bij het begin wie Jezus is. Toch neemt Marcus ons nog eens mee om
gaandeweg zelf te ontdekken wie Jezus is.
Hij gebruikt in zijn evangelie een tactiek, waarin hij herhaaldelijk
personen vragen doet stellen naar de identiteit van Jezus. ?Het gaat om een weloverwogen
retorische strategie die bedoeld is om het verhaal dynamiek te geven. Het
heeft grote gevolgen voor de leeservaring want het creëert spanning in het
verhaal. Dat de evangelist zoveel
nadruk legt op die onderzoekende houding van Jezus' omgeving zorgt ervoor dat de
rol van de hoofdfiguur essentieel wordt.
Het evangelie is Jezus-centrisch.
Er is een middelpuntzoekende kracht aanwezig die op Jezus gericht
is. Alles en iedereen draait om
hem. Alle vragen in het evangelie ?
om het even door wie ze zijn gesteld ? dragen bij tot een beeldvorming over
Jezus? (G. Van Oye, Marcuscode, p. 122.
Doorheen deze vragen breekt minstens het besef door dat
Jezus meer is dan zijn verschijning en afkomst. De vragen leiden ons tot de ontdekking
van de relatie tussen Jezus en God.
Het antwoord op de vraag brengt ons bij onze opdracht de wil van God te
volbrengen (Mc. 3,34).
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
-
veertiende zondag B Antoine Rubbens, June 27 2009
- veertiende zondag B Antoine Rubbens, July 2 2012
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.