zeventiende zondag B | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Mon, 20 Jul 2009 01:15:34 -0700 (PDT) |
Zij vulden twaalf manden (Joh. 6, 13)
We onderbreken gedurende vijf weken de lezing van
Marcus. De liturgie laat Johannes
aan het woord met het verhaal over de broodvermenigvuldiging en de
daaropvolgende broodrede. Wij
zouden nochtans met Marcus kunnen verder gaan, want hij heeft zoals de twee
andere synoptici een verhaal over de broodvermenigvuldiging. Hij heeft er zelfs twee en daartussen
een aantal beschouwingen over brood.
Exegeten spreken daarom over de broodsectie van Marcus (Mc. 6, 14-8,21)
met daarin het gesprek van Jezus met
de syro-fenicische over brood en kruimels, alsook zijn waarschuwing over het zuurdeeg van de
Farizeeën.
De drie synoptici en Johannes brengen het verhaal van de
broodvermenigvuldiging, elk met eigen accenten. Bij Johannes is het verhaal een soort
?mise en scène? om een uitvoerige rede te houden over het brood. We zullen proberen de gradatie te
vatten. Bij elke etappe zijn wij
zoals de eerste toehoorders uitgedaagd om te
geloven.
Wij luisteren met de oren van de eerste getuigen, wij
kijken met hun ogen. Wij zijn
eveneens verbonden met de gemeente voor dewelke de geliefde leerling (Johannes)
schrijft en met de generatie die erop volgt en waarin een andere schrijver de
pen houdt en herschrijft. Wij
luisteren en kijken ook met de oren en de ogen van de kerk uit de
eenentwintigste eeuw. Het is niet
de bedoeling om dit allemaal weg te krabben en enkel de oudste laag over te
houden.
Als het vierde evangelie in zijn eindredactie ons het
verhaal van de broodvermenigvuldiging aanbiedt, dan zijn veel kerkervaringen mee
ingesloten. Neem bv. de vermelding
dat Jezus een dankgebed zei aleer het brood uit te delen. Heeft deze zin de viering van de eucharistie beïnvloed
of omgekeerd is het omwille van de eucharistie, waarin de Heer dankt en zijn
volk spijzigt, dat wij de zin terugvinden in het verhaal van de
broodvermenigvuldiging? Het verhaal
wordt ons geschonken opdat wij Jezus als brood van eeuwig leven zouden
ontmoeten.
Hoofdstuk 6 bij Johannes behandelt een belangrijk teken
uit de reeks van zeven, die het evangelie in zijn eerste deel bevat. Deze zeven tekenen zijn: de bruiloft te
Kana (2, 1-12), de tempelreiniging (2, 13-22), de genezing van de zoon van een
officier (4, 46-54), de genezing van de lamme (5, 1-47), het broodwonder (6,
26-59), de genezing van de blindgeborene (9, 1-41) en de opwekking van Lazarus
(11, 1-44). Deze tekenen zijn
gespreid over Galilea en Jeruzalem.
Ze zijn allemaal gericht op één centraal thema:
?geloven of niet geloven dat Jezus de Zoon is, gezonden door de Vader.?
?Alle wonderverhalen of
discussies draaien spiraalsgewijs rond dit centrale thema? (P.
Schmidt). Volgens de Gentse exegeet
vertoont daardoor het vierde evangelie een monotoon karakter. Johannes gebruikt een beperkte
woordenschat, maar hanteert die met grote trefzekerheid. ?Het is, aldus Peter Schmidt,
met het evangelie van Johannes als met de Diabelli-variaties van Beethoven:
men kan ze nooit helemaal peilen.
Johannes schrijft altijd dezelfde dingen, maar het is nooit louter
herhaling. Het zijn spiralen rond
een centrum, die ons steeds verder en dieper voeren in zijn gedachtewereld. Er is maar één thema, maar het is
onuitputtelijk rijk.? (P.Schmidt, Woord van God - Boek van Mensen, p.
200-201).
Het verhaal geldt als intro op de belangrijke
broodrede. Het is geen reportage,
maar het is een belijdenis in Jezus.
Hij is de gastheer. Hij
neemt de broden aan en laat ze uitdelen.
Wanneer Jezus de broden schenkt, doet hij dit in overvloed. Nadat elkeen verzadigd is, zijn nog
twaalf korven over met brokstukken.
We mogen er nog van eten, zoals we nog kunnen drinken van de wijn uit
Kana. Wie gaarne speculeert met
getallen weet dat het getal vier wijst op onze begrensdheid. We kunnen niet verder dan de vier
windrichtingen. We kunnen het in de
woestijn maar veertig dagen uithouden en zijn dan ten einde krachten. Vijf is dan het getal van Gods
aanwezigheid. Met die vijf broden
wordt in de symboliek al uitgedrukt dat God er is.
In het verhaal zijn gekende figuren uit het eerste
Verbond aanwezig. Het verwijst
uitdrukkelijk naar het optreden van Elisa met de gerstebroden. Ook Mozes en het manna zijn in de
buurt. In de broodrede is de
verwijzing naar het mannawonder overduidelijk.
Bij het verhaal van de broodvermenigvuldiging legt de
evangelist een band met twee andere tekenen. Dit in Kana met het wijnwonder en dat in
Samaria met het levend water.
?Wijn, water, brood. Drie tekenen, omschrijvingen,
verbeeldingen van wie in de wereld
is gekomen. Johannes schrijft als
het ware een symfonisch gedicht, waarin dezelfde motieven in voortdurend andere
beeldspraak en in een regelmatige golfbeweging af en aan spoelen. Zonder de wijn in Kana en zonder het
water bij de bron van Jakob is het broodverhaal niet te bevatten?(J.
Nieuwenhuis, Het laatste evangelie.
Een goed bericht van Johannes voor de gemeente van nu, Kampen,
p.135).
Telkens staan we voor een overstelpende hoeveelheid. Niet te verwonderen want Jezus is
gekomen om leven te geven en dit in overvloed. Zijn Vader kan alleen maar liefde
schenken.
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
-
zeventiende zondag B Antoine Rubbens, July 20 2009
- Zeventiende zondag B Antoine Rubbens, July 20 2012
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.