Feest Hl. Familie | <– Date –> <– Thread –> |
From: Antoine Rubbens (Antoine.Rubbens![]() |
|
Date: Sat, 18 Dec 2010 10:07:01 -0800 (PST) |
De familie bij Paulus
Een priester schreef schone boeken over de familie. Een dame feliciteerde hem en zei: ?Je
moet toch wel uit een gelukkig gezin komen om er zo schoon over te
schrijven.? De auteur moest
echter bekennen dat zijn ouders gescheiden waren en dat zijn jeugd niet zo
rimpelloos was geweest.
Hoe spreekt de apostel Paulus over familie? In ieder geval minder uitvoerig dan
moralisten er hebben over geschreven.
Paulus is in Tarsus geboren in de eerste decade van onze
tijdberekening. Tarsus was een stad
in Klein-Azië. Zijn ouders waren
Hebreeën uit de stam van Benjamin.
Ze spraken Aramees en hadden contact met andere diasporajoden. Paulus gaat naar Jeruzalem studeren en
had er als leermeester Gamaliël, een gewaardeerde wetgeleerde (Hnd. 22,3). Hem wordt de uitspraak toegeschreven:
?Kies je een leraar dan houd je
jou veraf van het twijfelachtige.? Een zus van Paulus woonde in Jeruzalem
(Hnd. 23,16).
Paulus kende het Grieks en is van kindsbeen af thuis in
twee culturen. Hij had vanaf zijn
geboorte het Romeinse burgerrecht.
Paulus was tentenmaker en heeft dit wellicht bij zijn vader geleerd (Hnd.
18,3). Een joodse vader had immers
de plicht zijn zoon de Tora bij te brengen en hem een ambacht te leren.
Paulus vernoemt in zijn brieven een aantal mensen, die
hij persoonlijk kende en hem genegen waren. Het wijst er op dat hij een contactmens
was. Onder de zesentwintig
personen, die Paulus in de Romeinenbrief laat groeten, zijn er negen vrouwen
(Rom. 16,3-16). Geen volledige
pariteit, maar toch geen slechte verhouding. Het waren vrouwen met een engagement in
de kerk. Paulus weet vrouwen in te
schakelen in het pastoraal werk.
Lydia is zijn eerste contactpunt te Filippi. Paulus vernoemt het gezin van Prisca en
Aquila. Ze waren joden, die in Rome
hadden gewoond. Wegens een edict
van Claudius tegen de Joden hadden ze Italië verlaten. Paulus ontmoet hen in Korinte (Hnd.
18,1-4) en daarna in Efese. Ze zijn
voor hem een kostbare hulp. Prisca
leidde een huiskerk (J. Gnilka, Paulus von Tarsus. Zeuge und Apostel, Freiburg,
1996).
Het huis met de huisgemeenschap heeft een voorname rol in
de jonge kerk. De familie was
ruimer dan het huidige kerngezin.
Het kwam voor dat een ganse huisgemeenschap gedoopt werd. In Korinte doopte Paulus Stephanas en
huisgenoten (1 Kor. 1,16). In
Filippi ontving Lydia samen met huisgenoten het doopsel (Hnd. 16,15). In de geborgenheid van het huis, daar
waar het grote woningen betrof, waren andere christenen uitgenodigd. Dit was niet altijd probleemloos, vooral
niet in Korinte met mensen van verschillende stand. Het aantal slaven en mensen van geringe
afkomst was er betrekkelijk hoog.
Dit bracht spanningen mee bij agape-vieringen en eucharistie. Andere problemen ontstonden door
gemengde huwelijken. Paulus
herinnert aan het gebod van de Heer over de onverbreekbaarheid van het
huwelijk. Hij aanvaardt een
uitzondering wanneer bij de niet christelijke partner de stap tot bekering niet
zet (1 Kor. 7,15).
Paulus was niet gehuwd. Dat was toen ongewoon. Voor zijn gemeenten is hij als hun
stichter, hun vader (1 Kor 4,15; 1 Tess. 2,11) en moeder (1 Tess. 2,7). Hem worden problemen over het huwelijk
voorgelegd (1 Kor. 7,15): een geval van incest, de laksheid van enkele ten
overstaan van prostitutie en daar tegenover ascetisch ingestelde groepen die
pleitten voor onthouding in het huwelijk.
Paulus zal beide extreme standpunten afwijzen.
Zoals bijna elkeen in de jonge kerk was Paulus
aanvankelijk overtuigd dat de Heer spoedig zou wederkomen. Die visie had een weerslag op het
handelen. Je richt je leven anders
in als het de dag nadien eindigt of als de wereld nog een eeuwigheid
meegaat. Deze visie beïnvloedt
Paulus in zijn spreken over het huwelijk en doet hem overhellen naar een
ongehuwd leven. Dit zou de
ongedeelde dienst aan de Heer ten goede komen. Paulus bedoelt dat er maar weinig tijd
rest. ?Laat daarom ieder die een
vrouw heeft zo leven dat het hem niet in beslag neemt, ieder die verdriet heeft
zo dat hij er niet door wordt beheerst, ieder die vreugde voelt zo dat hij er
niet in opgaat, ieder die bezit verwerft alsof het niet zijn eigendom is? (1
Kor. 7,29-30). Hij is voor een
non-possessieve warmte, waarbij je de andere niet opeist.
Paulus heeft fundamentele teksten over de gelijkheid
tussen man en vrouw. Het
onderscheid is in Christus opgeheven (1 Kor. 12,3; Gal. 3,28). In de praktijk heeft hij dit niet
doorgetrokken en spreekt hij over de ondergeschiktheid (1 Kor. 11,3.8) van de
vrouw tegenover de man. Paulus is
aan de tand gevoeld voor uitspraken waar hij de vrouw op de achtergrond
schuift.
Gecontroleerd op virussen en op inhoud door Sophos en MailMarshal
-
Feest Hl. Familie Antoine Rubbens, December 18 2010
- Feest hl. Familie Antoine Rubbens, December 21 2011
Results generated by Tiger Technologies Web hosting using MHonArc.